archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Jaap Coerse en de invloed van Berlage Dik Kruithof

0916VG Hubertus
Jaap Coerse, geboren in 1929, is architect. Hij is dat geworden via een omweg en op die omweg kwam hij steeds weer Berlage tegen. Berlage is in Nederland vooral bekend als de bouwmeester van de Beurs in Amsterdam en het Gemeentemuseum in Den Haag maar hij heeft ook heel veel invloed gehad op generaties van Nederlandse architecten, bouwers en constructeurs.

Jaap Coerse is ook begonnen als constructeur. Op zijn zeventiende ging hij werken bij Werkspoor op de afdeling bruggenbouw. Toen hij 18 werd kreeg hij van zijn vader, een overtuigd socialist, net als Jaap zelf overigens, het boek ‘Schoonheid in samenleving’ van HP Berlage, in een prachtig verzorgde uitgave uit 1924. In hoofdstukken als Begrip der bouwkunst, Over de ruimte, Het doel der kunst en De bouwkunst als maatschappelijke kunst geeft Berlage hierin zijn visie op schoonheid en bouwkunst waarbij ‘het constructieve organisme’ en de constructieve mogelijkheden als basis voor de bouwkunst in een sociaaldemocratische samenleving aan de orde komen. Berlage was namelijk een vriend van de socialistische beweging: nooit lid geweest, maar altijd betrokken en sympathiserend.

Jaap studeerde ondertussen voor het diploma staalconstructies en haalde dat in 1952. Hij kreeg werk bij de Gistfabriek en haalde een jaar later het diploma betonconstructies. Eén van zijn leraren vond dat hij door moest gaan met de 2-jarige opleiding bouwkunde en toen dat gehaald was ging hij naar de Amsterdamse Academie voor bouwkunst waar hij uiteindelijk in 1966 het architectuurdiploma haalde. Zijn hele opleiding werd hij gedreven door de opvattingen van Berlage over eenheid tussen constructie en gebouw en door de sociale drijfveren van Berlage. Die is heel belangrijk geweest voor de sociale woningbouw: hij heeft het beter wonen, en dus het gezonder leven, voor heel veel mensen vorm gegeven in de periode 1900 tot 1940. Zelf is Jaap na 1945 vooral bezig geweest met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Hij noemt als voorbeeld de Gistfabriek waar de arbeiders onder tropische omstandigheden hun werk moesten doen. Door bouwkundige maatregelen kon de warmteafvoer worden verbeterd en de luchtvochtigheid op zo’n manier worden verminderd dat volgens de bedrijfsarts de kosten van de maatregelen binnen een jaar0916VG Berlage werden terugverdiend door de daling van het ziekteverzuim.

Berlage combineerde zijn uitgangspunt van de eenheid tussen constructie en gebouw met een ander idee namelijk dat van het gebouw als totaalkunstwerk. Als sterk voorbeeld kan het Hubertus Jachthuis genoemd worden, dat hij ontwierp voor het echtpaar Kröller-Müller. Het jachthuis is vernoemd naar Sint Hubertus en de vorm is afgeleid van zijn legende. In het midden staat een hoge toren en het gebouw heeft twee zijvleugels. Hierdoor heeft het jachthuis de vorm van een hertengewei en op de toren in het midden van het gebouw staat een kruis afgebeeld. Het hele gebouw is opgetrokken uit baksteen, vaak geglazuurd, en leisteen. Berlage ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook het interieur. Alles in het interieur is op elkaar afgestemd: de tegels, de lampen en de meubels staan allemaal in onderlinge verhouding tot elkaar.

In de laatste jaren van zijn leven was Berlage bezig met het Gemeentemuseum in Den Haag. Hij stierf in 1934 en het museum werd geopend in 1935. Het is een van de hoogtepunten uit zijn werk, waarin hij het meest zuiver en met eenvoud het verband tussen schoonheid en constructie laat zien. Wel opvallend is dat zijn voorliefde voor torens hier niet te zien is, die kon hij in die laatste jaren kwijt in het misschien wel even mooie stadhuis van Usquert.

Berlage kwam in 1924 met de volgende uitspraak: ‘Hoe grillig en onberekenbaar de ontwikkeling van de Kunst ook schijnen mag, de wetenschap zal eens aantonen dat er een logisch verband is te vinden tussen bepaalde vormen van Cultuur en Kunst’.
In zijn werk heeft hij dat proberen te laten zien.

In het gemeentemuseum in Den Haag is een hele vleugel gewijd aan het werk van Mondriaan en De Stijl, de vormgevers die de moderne kunst en architectuur een gezicht gegeven hebben op de fundamenten die door Berlage zijn gelegd.
 
************************
De foto's zijn van Henk Klaren
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2012 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Jaap Coerse en de invloed van Berlage Dik Kruithof
0916VG Hubertus
Jaap Coerse, geboren in 1929, is architect. Hij is dat geworden via een omweg en op die omweg kwam hij steeds weer Berlage tegen. Berlage is in Nederland vooral bekend als de bouwmeester van de Beurs in Amsterdam en het Gemeentemuseum in Den Haag maar hij heeft ook heel veel invloed gehad op generaties van Nederlandse architecten, bouwers en constructeurs.

Jaap Coerse is ook begonnen als constructeur. Op zijn zeventiende ging hij werken bij Werkspoor op de afdeling bruggenbouw. Toen hij 18 werd kreeg hij van zijn vader, een overtuigd socialist, net als Jaap zelf overigens, het boek ‘Schoonheid in samenleving’ van HP Berlage, in een prachtig verzorgde uitgave uit 1924. In hoofdstukken als Begrip der bouwkunst, Over de ruimte, Het doel der kunst en De bouwkunst als maatschappelijke kunst geeft Berlage hierin zijn visie op schoonheid en bouwkunst waarbij ‘het constructieve organisme’ en de constructieve mogelijkheden als basis voor de bouwkunst in een sociaaldemocratische samenleving aan de orde komen. Berlage was namelijk een vriend van de socialistische beweging: nooit lid geweest, maar altijd betrokken en sympathiserend.

Jaap studeerde ondertussen voor het diploma staalconstructies en haalde dat in 1952. Hij kreeg werk bij de Gistfabriek en haalde een jaar later het diploma betonconstructies. Eén van zijn leraren vond dat hij door moest gaan met de 2-jarige opleiding bouwkunde en toen dat gehaald was ging hij naar de Amsterdamse Academie voor bouwkunst waar hij uiteindelijk in 1966 het architectuurdiploma haalde. Zijn hele opleiding werd hij gedreven door de opvattingen van Berlage over eenheid tussen constructie en gebouw en door de sociale drijfveren van Berlage. Die is heel belangrijk geweest voor de sociale woningbouw: hij heeft het beter wonen, en dus het gezonder leven, voor heel veel mensen vorm gegeven in de periode 1900 tot 1940. Zelf is Jaap na 1945 vooral bezig geweest met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Hij noemt als voorbeeld de Gistfabriek waar de arbeiders onder tropische omstandigheden hun werk moesten doen. Door bouwkundige maatregelen kon de warmteafvoer worden verbeterd en de luchtvochtigheid op zo’n manier worden verminderd dat volgens de bedrijfsarts de kosten van de maatregelen binnen een jaar0916VG Berlage werden terugverdiend door de daling van het ziekteverzuim.

Berlage combineerde zijn uitgangspunt van de eenheid tussen constructie en gebouw met een ander idee namelijk dat van het gebouw als totaalkunstwerk. Als sterk voorbeeld kan het Hubertus Jachthuis genoemd worden, dat hij ontwierp voor het echtpaar Kröller-Müller. Het jachthuis is vernoemd naar Sint Hubertus en de vorm is afgeleid van zijn legende. In het midden staat een hoge toren en het gebouw heeft twee zijvleugels. Hierdoor heeft het jachthuis de vorm van een hertengewei en op de toren in het midden van het gebouw staat een kruis afgebeeld. Het hele gebouw is opgetrokken uit baksteen, vaak geglazuurd, en leisteen. Berlage ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook het interieur. Alles in het interieur is op elkaar afgestemd: de tegels, de lampen en de meubels staan allemaal in onderlinge verhouding tot elkaar.

In de laatste jaren van zijn leven was Berlage bezig met het Gemeentemuseum in Den Haag. Hij stierf in 1934 en het museum werd geopend in 1935. Het is een van de hoogtepunten uit zijn werk, waarin hij het meest zuiver en met eenvoud het verband tussen schoonheid en constructie laat zien. Wel opvallend is dat zijn voorliefde voor torens hier niet te zien is, die kon hij in die laatste jaren kwijt in het misschien wel even mooie stadhuis van Usquert.

Berlage kwam in 1924 met de volgende uitspraak: ‘Hoe grillig en onberekenbaar de ontwikkeling van de Kunst ook schijnen mag, de wetenschap zal eens aantonen dat er een logisch verband is te vinden tussen bepaalde vormen van Cultuur en Kunst’.
In zijn werk heeft hij dat proberen te laten zien.

In het gemeentemuseum in Den Haag is een hele vleugel gewijd aan het werk van Mondriaan en De Stijl, de vormgevers die de moderne kunst en architectuur een gezicht gegeven hebben op de fundamenten die door Berlage zijn gelegd.
 
************************
De foto's zijn van Henk Klaren
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2012 Dik Kruithof
powered by CJ2