archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Het Hannemahuis in Harlingen Dik Kruithof

0908VG Hannemahuis1
Onderweg naar Noord Holland voor een bezoek aan het schaaktoernooi in Wijk aan Zee maakten we een tussenstop in Harlingen. Een goede gelegenheid om eindelijk eens het Hannemahuis te bezoeken, het plaatselijke museum voor alles wat met de geschiedenis van Harlingen te maken heeft. De laatste Hannema die het huis bewoonde richtte in 1957 al een deel in als museum. Hij overleed in 1964 en liet het hele huis na aan de gemeente Harlingen. Na verschillende verbouwingen en uitbreidingen ging het vernieuwde Hannemahuis in september 2008 opnieuw open voor het publiek. Bibliotheek, archief, museum en oudheidsvereniging hebben er allemaal een plaats gevonden.

En Harlingen heeft veel geschiedenis. Het is voor 1200 ontstaan als handelsbuurt naast een rijk klooster, kreeg in 1234 stadsrechten en is daarmee als stad ouder dan bijvoorbeeld Leeuwarden, buurgemeente Franeker of Amsterdam. Noordwestelijk van Harlingen lag in die tijd nog de stad Griend, met poorten, grachten en zelfs een hogeschool. In 1287 werd Griend als gevolg van de desastreuze Sint-Luciavloed grotendeels verzwolgen door de zee. Thans is het nog slechts een zandplaat in de Waddenzee. Harlingen is nu een stadje met 16.000 inwoners, ruim zeshonderd monumenten en een opmerkelijk stratenpatroon, dat opvalt door de grote binnenruimtes tussen de straten. Die binnenruimtes zijn vaak weer volgebouwd en ontsloten door stegen van soms minder dan een halve meter breed.

Het museum is ingericht met als uitgangspunt dat alles wat met Harlingen te maken heeft, en museale waarde heeft, getoond moet worden. Dat heeft geleid tot een aantal uiteenlopende onderwerpen, stuk voor stuk best de moeite waard en vaak goed gebracht. Zo wordt in een eenvoudige maar doeltreffende audiovisuele presentatie hulde bewezen aan de naamgevers van het museum, een familie die zich onder meer met het stoken van jenever heeft beziggehouden, maar daar in de negentiende eeuw mee gestopt is vanwege de sociale ellende die erdoor veroorzaakt werd. Inmiddels is dan wel het hele ingewikkelde proces van het jenever stoken zichtbaar gemaakt op de blootgelegde fundering van de oude stokerij.

Op soortgelijke wijze word je in één van de stijlkamers van het hoofdgebouw ontvangen door een kunsthandelaar die in 1816 laat zien wat hij te koop heeft en bij alle schilderijen iets opmerkelijks weet te vertellen.

De zilverkamer is indrukwekkend. Harlingen kende in de periode van 1570 tot 19000908VG Hannemahuis2 zesentachtig zilversmeden. De stad was het Friese centrum op het gebied van zilverproductie. Omdat het verzamelen van oud zilver door particulieren sterk toeneemt, is een bezoek aan dit museum zeker een must voor liefhebbers. Een mooie en enthousiaste beschrijving van de vele topstukken vindt u op de site kunstpedia.com.

Op de verdieping is een kleine zaal gewijd aan Simon Vestdijk. Hij is in Harlingen geboren en opgegroeid en heeft het in zijn Anton Wachter-romans herkenbaar als Lahringen beschreven. Ina Damman is op klassefoto’s in deze zaal terug te vinden.

Tegenover de Vestdijkzaal is de aardewerkzaal. In Harlingen was alles aanwezig voor een bloeiende aardewerkindustrie: klei, veen als brandstof uit de Zuidwesthoek en verkoopmogelijkheden door de uitgebreide zeehandel. Harlingen is dan ook met Makkum en Bolsward heel belangrijk geweest en het museum toont een rijke verzameling van vooral wandtegels vanaf 1600 tot 1933. Het is opmerkelijk hoeveel variatie in kleur en motief er in die tijd geweest is.

Voor mij was het hoogtepunt de scheepvaartzaal op de zolderverdieping van de nieuwbouw. Er is een mooie collectie scheepsmodellen uit de rijke scheepvaartgeschiedenis van de stad, die onder andere de admiraals Tjerk Hiddes de Vries en Auke Stellingwerf heeft voortgebracht en die vanaf 1644 de Friese marinehaven was. Met een mooie schilderijenverzameling uit die tijd wordt dat verleden ook zichtbaar gemaakt.

Tenslotte moet nog vermeld worden dat Harlingen ongeveer de minst Friese stad van de provincie is, die zich altijd gericht heeft op de zee en Holland en nooit echt aan de Friese taal wilde. Wat dat betreft is het tekenend dat de verhouding met de oude academiestad Franeker nog altijd ongemakkelijk is: een gemeentelijke herindeling waarbij die twee één gemeente zouden moeten vormen ligt nog altijd moeilijk. Alleen van deze geschiedenis vond ik weinig terug in het museum. Maar al met al een voorbeeldig historisch museum, dat zeker een omweg waard is.

De website www.hannemahuis.nl geeft veel informatie en links van iedereen die zich met de geschiedenis van de stad bezig houdt.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2012 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Het Hannemahuis in Harlingen Dik Kruithof
0908VG Hannemahuis1
Onderweg naar Noord Holland voor een bezoek aan het schaaktoernooi in Wijk aan Zee maakten we een tussenstop in Harlingen. Een goede gelegenheid om eindelijk eens het Hannemahuis te bezoeken, het plaatselijke museum voor alles wat met de geschiedenis van Harlingen te maken heeft. De laatste Hannema die het huis bewoonde richtte in 1957 al een deel in als museum. Hij overleed in 1964 en liet het hele huis na aan de gemeente Harlingen. Na verschillende verbouwingen en uitbreidingen ging het vernieuwde Hannemahuis in september 2008 opnieuw open voor het publiek. Bibliotheek, archief, museum en oudheidsvereniging hebben er allemaal een plaats gevonden.

En Harlingen heeft veel geschiedenis. Het is voor 1200 ontstaan als handelsbuurt naast een rijk klooster, kreeg in 1234 stadsrechten en is daarmee als stad ouder dan bijvoorbeeld Leeuwarden, buurgemeente Franeker of Amsterdam. Noordwestelijk van Harlingen lag in die tijd nog de stad Griend, met poorten, grachten en zelfs een hogeschool. In 1287 werd Griend als gevolg van de desastreuze Sint-Luciavloed grotendeels verzwolgen door de zee. Thans is het nog slechts een zandplaat in de Waddenzee. Harlingen is nu een stadje met 16.000 inwoners, ruim zeshonderd monumenten en een opmerkelijk stratenpatroon, dat opvalt door de grote binnenruimtes tussen de straten. Die binnenruimtes zijn vaak weer volgebouwd en ontsloten door stegen van soms minder dan een halve meter breed.

Het museum is ingericht met als uitgangspunt dat alles wat met Harlingen te maken heeft, en museale waarde heeft, getoond moet worden. Dat heeft geleid tot een aantal uiteenlopende onderwerpen, stuk voor stuk best de moeite waard en vaak goed gebracht. Zo wordt in een eenvoudige maar doeltreffende audiovisuele presentatie hulde bewezen aan de naamgevers van het museum, een familie die zich onder meer met het stoken van jenever heeft beziggehouden, maar daar in de negentiende eeuw mee gestopt is vanwege de sociale ellende die erdoor veroorzaakt werd. Inmiddels is dan wel het hele ingewikkelde proces van het jenever stoken zichtbaar gemaakt op de blootgelegde fundering van de oude stokerij.

Op soortgelijke wijze word je in één van de stijlkamers van het hoofdgebouw ontvangen door een kunsthandelaar die in 1816 laat zien wat hij te koop heeft en bij alle schilderijen iets opmerkelijks weet te vertellen.

De zilverkamer is indrukwekkend. Harlingen kende in de periode van 1570 tot 19000908VG Hannemahuis2 zesentachtig zilversmeden. De stad was het Friese centrum op het gebied van zilverproductie. Omdat het verzamelen van oud zilver door particulieren sterk toeneemt, is een bezoek aan dit museum zeker een must voor liefhebbers. Een mooie en enthousiaste beschrijving van de vele topstukken vindt u op de site kunstpedia.com.

Op de verdieping is een kleine zaal gewijd aan Simon Vestdijk. Hij is in Harlingen geboren en opgegroeid en heeft het in zijn Anton Wachter-romans herkenbaar als Lahringen beschreven. Ina Damman is op klassefoto’s in deze zaal terug te vinden.

Tegenover de Vestdijkzaal is de aardewerkzaal. In Harlingen was alles aanwezig voor een bloeiende aardewerkindustrie: klei, veen als brandstof uit de Zuidwesthoek en verkoopmogelijkheden door de uitgebreide zeehandel. Harlingen is dan ook met Makkum en Bolsward heel belangrijk geweest en het museum toont een rijke verzameling van vooral wandtegels vanaf 1600 tot 1933. Het is opmerkelijk hoeveel variatie in kleur en motief er in die tijd geweest is.

Voor mij was het hoogtepunt de scheepvaartzaal op de zolderverdieping van de nieuwbouw. Er is een mooie collectie scheepsmodellen uit de rijke scheepvaartgeschiedenis van de stad, die onder andere de admiraals Tjerk Hiddes de Vries en Auke Stellingwerf heeft voortgebracht en die vanaf 1644 de Friese marinehaven was. Met een mooie schilderijenverzameling uit die tijd wordt dat verleden ook zichtbaar gemaakt.

Tenslotte moet nog vermeld worden dat Harlingen ongeveer de minst Friese stad van de provincie is, die zich altijd gericht heeft op de zee en Holland en nooit echt aan de Friese taal wilde. Wat dat betreft is het tekenend dat de verhouding met de oude academiestad Franeker nog altijd ongemakkelijk is: een gemeentelijke herindeling waarbij die twee één gemeente zouden moeten vormen ligt nog altijd moeilijk. Alleen van deze geschiedenis vond ik weinig terug in het museum. Maar al met al een voorbeeldig historisch museum, dat zeker een omweg waard is.

De website www.hannemahuis.nl geeft veel informatie en links van iedereen die zich met de geschiedenis van de stad bezig houdt.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2012 Dik Kruithof
powered by CJ2