archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Barcelona, meer dan één club Katharina Kouwenhoven

0906VG Barca
Veel mensen, die naar Barcelona gaan, bezoeken het wereldberoemde stadion Nou Camp (of Camp Nou), Catalaans voor Nieuw Veld. De aantrekkingskracht van dat stadion is natuurlijk vooral gelegen in het feit dat de voetbalclub FC Barcelona daar speelt. Het liefst ga je daarom naar dat stadion als je er FC Barcelona kunt zien spelen. Die voetballen echter ook wel eens 'uit' als jij er toevallig bent, of helemaal niet. Dat overkwam mij, en mijn reisgenoot, tijdens ons recente verblijf in Barcelona. Niks voetballen, feestdagen.

Gelukkig heeft Nou Camp meer te bieden dan voetballen. Op haar terrein herbergt zich ook een zaal, waar FC Barcelona Regal, de basketbaltak van de club, haar domicilie heeft. En op woensdag 28 december speelde die een thuiswedstrijd tegen Assignia Manresa, een eveneens Catalaanse club, maar van wat minder niveau. Mijn reisgenoot is een hele nacht bezig geweest op het door mij meegebrachte netbook kaartjes te reserveren voor die wedstrijd, hetgeen hem uiteindelijk lukte. Overigens nadat wij eerst een robbertje gevochten hadden over het Spaanse woord voor basketbal, volgens hem basquetbol en volgens mij baloncesto. Met een woordenboek in de hand kon ik hem overtuigen van mijn gelijk, maar zijn vergissing was begrijpelijk, want hij refereerde natuurlijk aan het Catalaanse woord voor basketbal. Gelijkspel, zullen we maar zeggen.

Om die gereserveerde kaartjes tijdig te bemachtigen togen we vroeg op pad richting stadion, voor het grootste deel met de metro, maar daarna toch ook nog een flink stuk lopend. Normaal zie ik daar nooit tegenop, maar ik had die dag al een paar uur gelopen. En er kon nog een kink in de kabel komen, omdat mijn reisgenoot een paspoort moest tonen. Zijn paspoort was hij echter de vorige avond kwijtgeraakt, met de rest van zijn rugzak. Nu was hij in het bezit van een stapeltje formulieren, op het politiebureau ingevuld en van een officieel stempel voorzien door de juten, maar je weet maar nooit of anderen zo'n rommeltje willen erkennen. De aardige jongen achter het loket had er totaal geen moeite mee. We kregen onze kaartjes en zo betrad ik voor het eerst van mijn leven een basketbalzaal.

Zo'n sportzaal is niet zo groot en daardoor een stuk intiemer dan de huidige voetbalstadions. Er hing een genoeglijke sfeer, de tegenpartij werd niet onheus bejegend en het leek vooral op een familie-uitje. Vader en moeder met de kinderen; opa, vader en zoon; opa en oma; jonge stelletjes en mannen alleen natuurlijk; die zie je bij alle sportwedstrijden. Er werd goed gespeeld, in ieder geval in een hoog tempo, maar in het eerste kwart werd nog weinig gescoord; vooral de driepunters wilden nog niet erg lukken. Vanaf het tweede kwart begon Barcelona, dat op dat moment ex aequo met Madrid boven aan de ranglijst stond (en na het weekend alleen aan de top), uit te lopen. Qua veldwerk ontliepen de ploegen elkaar niet eens zoveel.

Midden in de zaal hangt aan het plafond een ‘device’, zal ik maar zeggen, barstens vol met informatie. Niet alleen de stand wordt daarop elektronisch bijgehouden, maar ook de score per speler, het aantal overtredingen van elke speler en het aantal fouten per kwart wedstrijd (vier keer tien minuten zuivere speeltijd). Je zit dus niet alleen te kijken naar de verrichtingen met de bal, al spectaculair genoeg, maar bent ook nog bezig een hele administratie bij te houden. En het is moeilijk de spelers individueel te volgen, niet omdat het er zo veel zijn, maar omdat ze voortdurend wisselen. Je ziet ze tenslotte pas voor de eerste keer.

Tijdens zo'n kwart van tien minuten kunnen de trainers meerdere time-outs aanvragen. Dat zijn hinderlijke onderbrekingen, bedoeld om de spelers nader te instrueren. Meestal slaat dat nergens op, vooral niet als ze plaats vinden in de laatste minuut; pure pesterij. Tussen de bedrijven door betraden een aantal sexy dames de zaal om op z'n Amerikaans wat amateuristische acts uit te voeren met de beentjes in de lucht, vergezeld van een paar jongemannen, die wat streetdance-toeren uithaalden. Het werd wel haast pathetisch toen deze dames in een grote, doorzichtige bal de zaal inrolden.

Afgezien van deze flauwe kul, heb ik van dat ballen wel genoten. Mijn vroegere baas, ooit zelf een verdienstelijk basketballer, heeft eens alle patronen voor me uitgetekend waarvan de spelers zich bedienen om de tegenstander te misleiden. En die zag ik op het veld allemaal terug. Het leek me wel dat niet zozeer die aanvalslijnen het hem deden, maar de snelheid waarmee het aanvalsspel werd uitgevoerd. Zelfs àls je zo'n patroon doorgrondt ben je te laat om er defensief iets tegen te doen. Daar kunnen voetballers (en voetbaltrainers) nog wel iets van leren, want bij voetballers zitten die patronen er meestal helemaal niet goed in, en bovendien worden die er wel in zitten te traag uitgevoerd.
Je moet er helemaal voor naar Barcelona, maar dan valt er qua zaalsport wel wat te genieten.

P.S. Barcelona is ook heel geschikt voor het bezoeken van musea, kerken, theaters, winkelen, strandplezier en nog wat van die dingen.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2012 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Barcelona, meer dan één club Katharina Kouwenhoven
0906VG Barca
Veel mensen, die naar Barcelona gaan, bezoeken het wereldberoemde stadion Nou Camp (of Camp Nou), Catalaans voor Nieuw Veld. De aantrekkingskracht van dat stadion is natuurlijk vooral gelegen in het feit dat de voetbalclub FC Barcelona daar speelt. Het liefst ga je daarom naar dat stadion als je er FC Barcelona kunt zien spelen. Die voetballen echter ook wel eens 'uit' als jij er toevallig bent, of helemaal niet. Dat overkwam mij, en mijn reisgenoot, tijdens ons recente verblijf in Barcelona. Niks voetballen, feestdagen.

Gelukkig heeft Nou Camp meer te bieden dan voetballen. Op haar terrein herbergt zich ook een zaal, waar FC Barcelona Regal, de basketbaltak van de club, haar domicilie heeft. En op woensdag 28 december speelde die een thuiswedstrijd tegen Assignia Manresa, een eveneens Catalaanse club, maar van wat minder niveau. Mijn reisgenoot is een hele nacht bezig geweest op het door mij meegebrachte netbook kaartjes te reserveren voor die wedstrijd, hetgeen hem uiteindelijk lukte. Overigens nadat wij eerst een robbertje gevochten hadden over het Spaanse woord voor basketbal, volgens hem basquetbol en volgens mij baloncesto. Met een woordenboek in de hand kon ik hem overtuigen van mijn gelijk, maar zijn vergissing was begrijpelijk, want hij refereerde natuurlijk aan het Catalaanse woord voor basketbal. Gelijkspel, zullen we maar zeggen.

Om die gereserveerde kaartjes tijdig te bemachtigen togen we vroeg op pad richting stadion, voor het grootste deel met de metro, maar daarna toch ook nog een flink stuk lopend. Normaal zie ik daar nooit tegenop, maar ik had die dag al een paar uur gelopen. En er kon nog een kink in de kabel komen, omdat mijn reisgenoot een paspoort moest tonen. Zijn paspoort was hij echter de vorige avond kwijtgeraakt, met de rest van zijn rugzak. Nu was hij in het bezit van een stapeltje formulieren, op het politiebureau ingevuld en van een officieel stempel voorzien door de juten, maar je weet maar nooit of anderen zo'n rommeltje willen erkennen. De aardige jongen achter het loket had er totaal geen moeite mee. We kregen onze kaartjes en zo betrad ik voor het eerst van mijn leven een basketbalzaal.

Zo'n sportzaal is niet zo groot en daardoor een stuk intiemer dan de huidige voetbalstadions. Er hing een genoeglijke sfeer, de tegenpartij werd niet onheus bejegend en het leek vooral op een familie-uitje. Vader en moeder met de kinderen; opa, vader en zoon; opa en oma; jonge stelletjes en mannen alleen natuurlijk; die zie je bij alle sportwedstrijden. Er werd goed gespeeld, in ieder geval in een hoog tempo, maar in het eerste kwart werd nog weinig gescoord; vooral de driepunters wilden nog niet erg lukken. Vanaf het tweede kwart begon Barcelona, dat op dat moment ex aequo met Madrid boven aan de ranglijst stond (en na het weekend alleen aan de top), uit te lopen. Qua veldwerk ontliepen de ploegen elkaar niet eens zoveel.

Midden in de zaal hangt aan het plafond een ‘device’, zal ik maar zeggen, barstens vol met informatie. Niet alleen de stand wordt daarop elektronisch bijgehouden, maar ook de score per speler, het aantal overtredingen van elke speler en het aantal fouten per kwart wedstrijd (vier keer tien minuten zuivere speeltijd). Je zit dus niet alleen te kijken naar de verrichtingen met de bal, al spectaculair genoeg, maar bent ook nog bezig een hele administratie bij te houden. En het is moeilijk de spelers individueel te volgen, niet omdat het er zo veel zijn, maar omdat ze voortdurend wisselen. Je ziet ze tenslotte pas voor de eerste keer.

Tijdens zo'n kwart van tien minuten kunnen de trainers meerdere time-outs aanvragen. Dat zijn hinderlijke onderbrekingen, bedoeld om de spelers nader te instrueren. Meestal slaat dat nergens op, vooral niet als ze plaats vinden in de laatste minuut; pure pesterij. Tussen de bedrijven door betraden een aantal sexy dames de zaal om op z'n Amerikaans wat amateuristische acts uit te voeren met de beentjes in de lucht, vergezeld van een paar jongemannen, die wat streetdance-toeren uithaalden. Het werd wel haast pathetisch toen deze dames in een grote, doorzichtige bal de zaal inrolden.

Afgezien van deze flauwe kul, heb ik van dat ballen wel genoten. Mijn vroegere baas, ooit zelf een verdienstelijk basketballer, heeft eens alle patronen voor me uitgetekend waarvan de spelers zich bedienen om de tegenstander te misleiden. En die zag ik op het veld allemaal terug. Het leek me wel dat niet zozeer die aanvalslijnen het hem deden, maar de snelheid waarmee het aanvalsspel werd uitgevoerd. Zelfs àls je zo'n patroon doorgrondt ben je te laat om er defensief iets tegen te doen. Daar kunnen voetballers (en voetbaltrainers) nog wel iets van leren, want bij voetballers zitten die patronen er meestal helemaal niet goed in, en bovendien worden die er wel in zitten te traag uitgevoerd.
Je moet er helemaal voor naar Barcelona, maar dan valt er qua zaalsport wel wat te genieten.

P.S. Barcelona is ook heel geschikt voor het bezoeken van musea, kerken, theaters, winkelen, strandplezier en nog wat van die dingen.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2012 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2