archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Cruquiuskade, -straat en -weg Katharina Kouwenhoven

0617VG Cruquius
Deze kade, straat en weg bevinden zich in een vreemde uithoek van Amsterdam, namelijk in het Oostelijk Havengebied, een plek waar je normaal gesproken niet een-twee-drie zal komen. Zij ontlenen hun naam aan Nicolaus Samuelis Cruquius (1678 - 1754), een landmeter en cartograaf, waterbouwkundige en een van de grondleggers van de meteorologie. Mogelijk ontlenen zij hun naam niet direct aan deze eminentie maar aan het dorp Cruquius in de Haarlemmermeerpolder, dat vernoemd is naar het prachtige stoomgemaal De Cruquius, dat zijn naam in ieder geval wel dankt aan Nicolaus Samuelis.

De Cruquiuskade, -straat en -weg bevinden zich weliswaar bij elkaar in de buurt, maar staan niet rechtstreeks met elkaar in verbinding. De Cruquiusstraat is een klein zijstraatje van de Czaar Peterstraat en loopt van de Conradstraat naar de Kraijenhofstraat. Vanuit deze straat kun je noch op de -kade, noch op de -weg komen.
De Cruquiuskade ligt aan de Nieuwe Vaart, min of meer in het verlengde van de Oostenburgergracht en tegenover molen De Gooyer, waarin de voortreffelijke brouwerij Het IJ gevestigd is. De kade vormt met de Czaar Peterstraat en de Panamalaan een driehoek, die grenst aan Oostenburg.

Tegenover de molen ligt nu een terrein braak, waar zich vroeger de schrik van elke Amsterdamse automobilist bevond: de verzamelplaats van weggesleepte auto's. In Amsterdam was het een tijd lang gebruikelijk de auto van iemand die geen of te weinig parkeergeld had betaald van een wielklem te voorzien. Om daar weer vanaf te komen moest je je naar het dichtstbijzijnde politiebureau haasten en parkeergeld plus boete voldoen, waarna je verlost werd van de klem. Was je hiermee te laat, dan werd je voertuig weggesleept naar de Cruquiuskade, waar het kon uitslapen à raison van bijna 300 gulden per dag (!). Ook daar moest je dus snel bij zijn, anders kon alleen een lening bij een geldwoekeraar nog uitkomst brengen. Het is mij eenmaal overkomen dat mijn auto was weggesleept van een plek nota bene, waarvan ik niet wist dat je daar niet mocht parkeren, namelijk bij mij voor de deur. Dat daar opeens een streep was getrokken, waarmee een verbod van kracht werd, was mij ontgaan. Gelukkig had ik het snel door. De auto was weg en ik vond het niet aannemelijk dat die vingerhoed gestolen was. De parkeerdienst wist hem zo te traceren. Dus moest ik mij vervoegen aan de Cruquiuskade. Dat was een hele ervaring. Ik heb nog nooit zulke boze mensen gezien, geheel buiten zichzelf van woede en in staat tot de gruwelijkste daden van agressie, als ze voor die tijd geen attaque zouden krijgen. Maar de dienstdoende ambtenaar zat onaangedaan en onkwetsbaar achter zijn gepantserde glas, waarin alleen een smalle gleuf was aangebracht om je geld doorheen te steken. Toeristen, die van niets wisten, moesten door dit gastvrije beleid vaak hun vakantie vroegtijdig beëindigen.

Als je dit braakliggende terrein voorbij bent, passeer je een groot nieuw flatgebouw, met op de begane grond wat vage neringdoenden. Daarna ga je onder het spoor door, dat het Centraal Station verbindt met het Muiderpoortstation. Bij de Panamalaan houdt de Cruquiuskade op.
De Cruquiusweg begint weliswaar bij de Panamalaan, maar niet op het punt waar de Cruquiuskade eindigt. Je moet er een stukje voor naar links om je weg te kunnen vervolgen op de -weg. De -weg ligt op het schiereiland tussen de Nieuwe Vaart en de Entrepothaven. Het eerste deel daarvan is erg verrassend. Aan de rechterkant bevond zich het Amsterdamse abattoir, dat daar in 1892 gebouwd was op het gebied van0617VG Entrepotdok de houtzaagmolens en in 1984 is gesloten. De poorten van het abattoir staan er nog en er achter bevindt zich ook nog het grote kantinegebouw en die gebouwen zijn zeer bijzonder. Ze zijn namelijk gebouwd in chaletstijl en vallen op door de prachtige balkenconstructies, waarmee de daklijsten gesteund worden. Niet wat je noemt typisch industriële gebouwen.
Tegenover de plek waar zich dat slachthuis bevond staan aan het begin ook nog twee van dat soort huizen, waarin horecagelegenheden gevestigd zijn en verderop ligt nog steeds een verhoogd perron met rails ernaast, waarover de aan- en afvoer plaats vond. Achter het slachthuis, aan de kant van het water, werd een veemarkt gehouden en de straten daar heten nog altijd Veemarkt. Links van het perron bevindt zich een nieuw woongebied.

Voorbij de C. van Eesterenlaan krijgt de -weg een geheel ander aanzicht.
Aan de linkerkant staat een enorm blok pakhuizen, die allemaal tot woonhuizen zijn verbouwd en aan de voorkant, waar ze liggen aan de Zeeburgerkade, uitkijken op de Entrepothaven. Aan de rechterkant liggen haaks op de -weg allemaal nieuwbouwstraatjes. Aan het einde van dat blok pakhuizen lijkt de Cruquiusweg op te houden, maar in feite loopt hij nog verder door, een vaag industrieterrein op. Van de kop van dit schiereiland is het sowieso niet helemaal duidelijk wat zich daar allemaal bevindt. En je gaat er ook niet kijken, want het loopt dood. Dat geldt ook voor de andere kant van de Nieuwe Vaart, het Zeeburgerpad. Ook het Zeeburgerpad loopt dood na de Th.K. van Lohuizenlaan en wil je daar niet verzeild raken tussen onduidelijke bedrijvigheden, dan moet je rechtsaf slaan en je weg vervolgen over de Zeeburgerdijk.

Het Oostelijk Havengebied telt vijf (schier)eilanden, die aangelegd zijn tussen 1874 en 1927 en eigenlijk al in 1876 overbodig waren, toen het Noordzeekanaal geopend werd en het havengebied zich naar het Westen van Amsterdam verplaatste. Een typisch Amsterdamse manier van het plannen van grote projecten! Niettemin zijn de oceaanreuzen, die op 'Indië' voeren nog heel lang in het Oostelijk gebied aangekomen en vertrokken. Ik heb er mijn broer en schoonzus tweemaal uitgezwaaid.
Toen dit havengebied uiteindelijk in verval raakte, werd het lange tijd bezet door krakers, kunstenaars, zwervers en andere ongeregelden, die er op de bekende onduidelijke, maar gemoedelijke en gezellige, manier 'woonden en werkten'. Langzaam is het hele gebied echter veranderd in een woongebied, waar op elk eiland en schiereiland op een eigen manier gebouwd is. Het meest bekend is nu waarschijnlijk het Java-eiland, met zijn 'grachtjes' en 'grachtenpandjes'. Je moet ervan houden want het is van een ongemeen grote tuttigheid.

Geef mij die verbouwde pakhuizen maar. Die hebben precies de goede proporties en hebben bijna een eeuw de tijd gekregen om in hun omgeving te ‘groeien’. Nu staan ze er alsof ze er altijd geweest zijn. Voor veel nieuwe gebouwen op die eilanden geldt dat niet. Het zijn fremdkörper in hun omgeving en van groeien zal niets komen; het zullen de eerste gebouwen zijn die weer worden afgebroken. Niettemin is het Oostelijk Havengebied een goed voorbeeld van hoe je een industriegebied om kunt toveren tot een niet onaantrekkelijk woongebied.
 
********************************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Cruquiuskade, -straat en -weg Katharina Kouwenhoven
0617VG Cruquius
Deze kade, straat en weg bevinden zich in een vreemde uithoek van Amsterdam, namelijk in het Oostelijk Havengebied, een plek waar je normaal gesproken niet een-twee-drie zal komen. Zij ontlenen hun naam aan Nicolaus Samuelis Cruquius (1678 - 1754), een landmeter en cartograaf, waterbouwkundige en een van de grondleggers van de meteorologie. Mogelijk ontlenen zij hun naam niet direct aan deze eminentie maar aan het dorp Cruquius in de Haarlemmermeerpolder, dat vernoemd is naar het prachtige stoomgemaal De Cruquius, dat zijn naam in ieder geval wel dankt aan Nicolaus Samuelis.

De Cruquiuskade, -straat en -weg bevinden zich weliswaar bij elkaar in de buurt, maar staan niet rechtstreeks met elkaar in verbinding. De Cruquiusstraat is een klein zijstraatje van de Czaar Peterstraat en loopt van de Conradstraat naar de Kraijenhofstraat. Vanuit deze straat kun je noch op de -kade, noch op de -weg komen.
De Cruquiuskade ligt aan de Nieuwe Vaart, min of meer in het verlengde van de Oostenburgergracht en tegenover molen De Gooyer, waarin de voortreffelijke brouwerij Het IJ gevestigd is. De kade vormt met de Czaar Peterstraat en de Panamalaan een driehoek, die grenst aan Oostenburg.

Tegenover de molen ligt nu een terrein braak, waar zich vroeger de schrik van elke Amsterdamse automobilist bevond: de verzamelplaats van weggesleepte auto's. In Amsterdam was het een tijd lang gebruikelijk de auto van iemand die geen of te weinig parkeergeld had betaald van een wielklem te voorzien. Om daar weer vanaf te komen moest je je naar het dichtstbijzijnde politiebureau haasten en parkeergeld plus boete voldoen, waarna je verlost werd van de klem. Was je hiermee te laat, dan werd je voertuig weggesleept naar de Cruquiuskade, waar het kon uitslapen à raison van bijna 300 gulden per dag (!). Ook daar moest je dus snel bij zijn, anders kon alleen een lening bij een geldwoekeraar nog uitkomst brengen. Het is mij eenmaal overkomen dat mijn auto was weggesleept van een plek nota bene, waarvan ik niet wist dat je daar niet mocht parkeren, namelijk bij mij voor de deur. Dat daar opeens een streep was getrokken, waarmee een verbod van kracht werd, was mij ontgaan. Gelukkig had ik het snel door. De auto was weg en ik vond het niet aannemelijk dat die vingerhoed gestolen was. De parkeerdienst wist hem zo te traceren. Dus moest ik mij vervoegen aan de Cruquiuskade. Dat was een hele ervaring. Ik heb nog nooit zulke boze mensen gezien, geheel buiten zichzelf van woede en in staat tot de gruwelijkste daden van agressie, als ze voor die tijd geen attaque zouden krijgen. Maar de dienstdoende ambtenaar zat onaangedaan en onkwetsbaar achter zijn gepantserde glas, waarin alleen een smalle gleuf was aangebracht om je geld doorheen te steken. Toeristen, die van niets wisten, moesten door dit gastvrije beleid vaak hun vakantie vroegtijdig beëindigen.

Als je dit braakliggende terrein voorbij bent, passeer je een groot nieuw flatgebouw, met op de begane grond wat vage neringdoenden. Daarna ga je onder het spoor door, dat het Centraal Station verbindt met het Muiderpoortstation. Bij de Panamalaan houdt de Cruquiuskade op.
De Cruquiusweg begint weliswaar bij de Panamalaan, maar niet op het punt waar de Cruquiuskade eindigt. Je moet er een stukje voor naar links om je weg te kunnen vervolgen op de -weg. De -weg ligt op het schiereiland tussen de Nieuwe Vaart en de Entrepothaven. Het eerste deel daarvan is erg verrassend. Aan de rechterkant bevond zich het Amsterdamse abattoir, dat daar in 1892 gebouwd was op het gebied van0617VG Entrepotdok de houtzaagmolens en in 1984 is gesloten. De poorten van het abattoir staan er nog en er achter bevindt zich ook nog het grote kantinegebouw en die gebouwen zijn zeer bijzonder. Ze zijn namelijk gebouwd in chaletstijl en vallen op door de prachtige balkenconstructies, waarmee de daklijsten gesteund worden. Niet wat je noemt typisch industriële gebouwen.
Tegenover de plek waar zich dat slachthuis bevond staan aan het begin ook nog twee van dat soort huizen, waarin horecagelegenheden gevestigd zijn en verderop ligt nog steeds een verhoogd perron met rails ernaast, waarover de aan- en afvoer plaats vond. Achter het slachthuis, aan de kant van het water, werd een veemarkt gehouden en de straten daar heten nog altijd Veemarkt. Links van het perron bevindt zich een nieuw woongebied.

Voorbij de C. van Eesterenlaan krijgt de -weg een geheel ander aanzicht.
Aan de linkerkant staat een enorm blok pakhuizen, die allemaal tot woonhuizen zijn verbouwd en aan de voorkant, waar ze liggen aan de Zeeburgerkade, uitkijken op de Entrepothaven. Aan de rechterkant liggen haaks op de -weg allemaal nieuwbouwstraatjes. Aan het einde van dat blok pakhuizen lijkt de Cruquiusweg op te houden, maar in feite loopt hij nog verder door, een vaag industrieterrein op. Van de kop van dit schiereiland is het sowieso niet helemaal duidelijk wat zich daar allemaal bevindt. En je gaat er ook niet kijken, want het loopt dood. Dat geldt ook voor de andere kant van de Nieuwe Vaart, het Zeeburgerpad. Ook het Zeeburgerpad loopt dood na de Th.K. van Lohuizenlaan en wil je daar niet verzeild raken tussen onduidelijke bedrijvigheden, dan moet je rechtsaf slaan en je weg vervolgen over de Zeeburgerdijk.

Het Oostelijk Havengebied telt vijf (schier)eilanden, die aangelegd zijn tussen 1874 en 1927 en eigenlijk al in 1876 overbodig waren, toen het Noordzeekanaal geopend werd en het havengebied zich naar het Westen van Amsterdam verplaatste. Een typisch Amsterdamse manier van het plannen van grote projecten! Niettemin zijn de oceaanreuzen, die op 'Indië' voeren nog heel lang in het Oostelijk gebied aangekomen en vertrokken. Ik heb er mijn broer en schoonzus tweemaal uitgezwaaid.
Toen dit havengebied uiteindelijk in verval raakte, werd het lange tijd bezet door krakers, kunstenaars, zwervers en andere ongeregelden, die er op de bekende onduidelijke, maar gemoedelijke en gezellige, manier 'woonden en werkten'. Langzaam is het hele gebied echter veranderd in een woongebied, waar op elk eiland en schiereiland op een eigen manier gebouwd is. Het meest bekend is nu waarschijnlijk het Java-eiland, met zijn 'grachtjes' en 'grachtenpandjes'. Je moet ervan houden want het is van een ongemeen grote tuttigheid.

Geef mij die verbouwde pakhuizen maar. Die hebben precies de goede proporties en hebben bijna een eeuw de tijd gekregen om in hun omgeving te ‘groeien’. Nu staan ze er alsof ze er altijd geweest zijn. Voor veel nieuwe gebouwen op die eilanden geldt dat niet. Het zijn fremdkörper in hun omgeving en van groeien zal niets komen; het zullen de eerste gebouwen zijn die weer worden afgebroken. Niettemin is het Oostelijk Havengebied een goed voorbeeld van hoe je een industriegebied om kunt toveren tot een niet onaantrekkelijk woongebied.
 
********************************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2