archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Amsterdams ABC: De Amstel Katharina Kouwenhoven

0409VG OmwegKK
De aantrekkelijkste steden hebben gemeen dat ze aan de kust liggen of dat er een rivier doorheen stroomt. Sommige steden hebben een rivier die uitmondt in de zee waaraan ze liggen, zodat er twee stromingen op elkaar botsen, die van de rivier die de zee in wil en die van de zee, die de rivier op wil. Dat is een schouwspel, waar ik uren naar kan kijken. Amsterdam ligt niet aan de kust, maar heeft wel een rivier, de Amstel. Je kunt echter niet zeggen dat de Amstel door Amsterdam heen stroomt. Toen Amsterdam nog slechts bestond uit die dam in de Amstel, zal dat ongetwijfeld het geval geweest zijn. In de loop der eeuwen is er zoveel vertimmerd in Amsterdam, dat de Amstel er nu in doodloopt.

De Amstel mondde oorspronkelijk uit in het IJ. Op de plaats waar dat gebeurde staat nu echter het Centraal Station. Om verschillende redenen is dat een uiterst ongelukkige situatie. Nu houdt de Amstel op bij het Spui, tot het laatste deel van het Damrak, dat nog een stukje water heeft dat uitkomt in het water vóór het Centraal Station, maar dit water heeft geen verbinding met het IJ. Vóór de Munt loopt het water van de Amstel via de Zwanenburgwal de Oudeschans in en kan zo, via het Oosterdok, het IJ bereiken.Het komt erop neer, dat de Amstel gekanaliseerd is en zelfs gedeeltelijk gedempt. Maar wie haalt het nu in zijn hoofd om een rivier te dempen?

Langs de Amstel staan, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, fraaie huizen. Maar langs de Amstel het centrum van Amsterdam in lopen is geen pretje. Je kunt namelijk helemaal niet langs de waterkant lopen want daar staan auto's geparkeerd. De voetganger wordt geacht gebruikt te maken van de smalle stoep langs de huizenkant. Vanaf die plaats kun je echter niet veel meer zien dan de huizen aan de overkant. Wat zich op het water afspeelt onttrekt zich aan het oog.

Fraaie uitzichten over het water van de Amstel zijn alleen mogelijk vanaf de bruggen, die de Amstel overspannen. De Magere Brug, bijvoorbeeld, een ouderwetse ophaalbrug. Zelf prefereer ik het uitzicht vanaf de brug in de Sarphatistraat, die zodra de temperatuur boven de 18° uitkomt natgehouden moet worden met koud water en menigmaal, na opening, weigert zich weer in de oude stand te laten herstellen. Wachtend voor een geopende brug kun je niet veel anders dan van het uitzicht genieten, al doe je dat meestal met de pest in je lijf want het komt nooit goed uit. Als je kijkt in de richting van het centrum, zie je de sluizen die nog steeds in de Amstel liggen en daarachter de Magere Brug en de Blauwbrug. Verder moet je je blik niet laten gaan, want dan blijft hij haken aan de Stopera, één van de vele Amsterdamse bouwkundige vergissingen.

Kijk je de andere kant op, dan zie je het vroegere stadhuis van de gemeente Nieuwer Amstel, waarin nog tot maart het gemeentearchief gehuisvest is. Niet lang geleden kon je daarlangs, via de Omval, de weilanden in kijken. Nu kun je niet om de Rembrandttoren, en de overige torens die er naast verschenen zijn, heen kijken. Hoewel die torens zeker niet lelijk zijn, hebben ze de plek waar ze staan behoorlijk verziekt.

De Amstel heeft als stadsrivier niet zo veel betekenis; het is vooral een rivier waarlangs je de stad moet verlaten. Via de Amstel ben je in een mum van tijd 'buitengaats'. Langs beide oevers kun je wandelend, rennend, fietsend en zelfs gedeeltelijk met de auto de stad uit, maar veel oversteekmogelijkheden zijn er niet. Tussen de Berlagebrug en Ouderkerk kun je alleen overzwemmen, behalve in de zomermaanden, als er vlak bij Het Kalfje, een eeuwenoude uitspanning, een pontje geëxploiteerd wordt voor voetgangers en fietsers.

De Amstel is het begin van menig fietstochtje, dat je eerst in Ouderkerk brengt, waar je niets te zoeken hebt, en vandaar al of niet via de Ronde Hoep naar Vinkeveen of Abcoude. Vanuit Amsterdam passeer je aan de rechteroever de begraafplaats Zorgvlied, het Beatrixpark, het Amstelpark en de molen waarmee toeristen voor de gek gehouden worden, want die molen is weliswaar vaak door Rembrandt geschilderd, maar niet daar, want daar stond hij toen helemaal niet. Net voorbij die molen tref je Het Kalfje, aan de Kalfjeslaan, waar je kunt aanleggen voor een versnapering op het terras op een grote steiger in het water. Veel te veel mensen doen dat, zodat je daar zelden een plaatsje kunt vinden. Voorbij Het Kalfje begint het echt een beetje landelijk te worden, als je niet al te veel op de horizonvervuiling let.

Een tochtje naar Het Kalfje is een eeuwenoude vertreding van de Amsterdammer. Je kon de tocht afleggen per boot, per rijtuig of te voet. Dat laatste mag ik zelf ook graag doen om dan via de Kalfjeslaan het Amsterdamse Bos in te lopen van waaruit ik op verschillende manieren weer naar huis kan. Ik ben nu zelfs zo ver, dat ik rennend op en neer naar Het Kalfje kan.

Ooit leek het me begerenswaardig om een huis aan de Amstel te bezitten, een herenhuis aan het stadse deel of een landhuis of boerderij aan het landelijke deel. Nu zie ik daar de aardigheid eigenlijk niet meer van in, nog afgezien van het feit dat dergelijke behuizing alleen nog betaalbaar is voor de penose. Aan de Amstel moet je niet zijn, maar je moet je er langs verplaatsen. Dan ontrolt zich dat bochtige lint, dat voortdurend van kleur verandert al naar gelang de weersomstandigheden, schitterend en glimmend als de zon erop schijnt en diepdonker en dampig bij motregen. Verreweg het mooist is de Amstel als hij bevroren is en het ijs nog niet is omgeploegd door binnenvaartschepen, die daar niets te zoeken hebben, want de Amstel loopt dood. En dat is op zichzelf natuurlijk al uniek.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org


© 2007 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Amsterdams ABC: De Amstel Katharina Kouwenhoven
0409VG OmwegKK
De aantrekkelijkste steden hebben gemeen dat ze aan de kust liggen of dat er een rivier doorheen stroomt. Sommige steden hebben een rivier die uitmondt in de zee waaraan ze liggen, zodat er twee stromingen op elkaar botsen, die van de rivier die de zee in wil en die van de zee, die de rivier op wil. Dat is een schouwspel, waar ik uren naar kan kijken. Amsterdam ligt niet aan de kust, maar heeft wel een rivier, de Amstel. Je kunt echter niet zeggen dat de Amstel door Amsterdam heen stroomt. Toen Amsterdam nog slechts bestond uit die dam in de Amstel, zal dat ongetwijfeld het geval geweest zijn. In de loop der eeuwen is er zoveel vertimmerd in Amsterdam, dat de Amstel er nu in doodloopt.

De Amstel mondde oorspronkelijk uit in het IJ. Op de plaats waar dat gebeurde staat nu echter het Centraal Station. Om verschillende redenen is dat een uiterst ongelukkige situatie. Nu houdt de Amstel op bij het Spui, tot het laatste deel van het Damrak, dat nog een stukje water heeft dat uitkomt in het water vóór het Centraal Station, maar dit water heeft geen verbinding met het IJ. Vóór de Munt loopt het water van de Amstel via de Zwanenburgwal de Oudeschans in en kan zo, via het Oosterdok, het IJ bereiken.Het komt erop neer, dat de Amstel gekanaliseerd is en zelfs gedeeltelijk gedempt. Maar wie haalt het nu in zijn hoofd om een rivier te dempen?

Langs de Amstel staan, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, fraaie huizen. Maar langs de Amstel het centrum van Amsterdam in lopen is geen pretje. Je kunt namelijk helemaal niet langs de waterkant lopen want daar staan auto's geparkeerd. De voetganger wordt geacht gebruikt te maken van de smalle stoep langs de huizenkant. Vanaf die plaats kun je echter niet veel meer zien dan de huizen aan de overkant. Wat zich op het water afspeelt onttrekt zich aan het oog.

Fraaie uitzichten over het water van de Amstel zijn alleen mogelijk vanaf de bruggen, die de Amstel overspannen. De Magere Brug, bijvoorbeeld, een ouderwetse ophaalbrug. Zelf prefereer ik het uitzicht vanaf de brug in de Sarphatistraat, die zodra de temperatuur boven de 18° uitkomt natgehouden moet worden met koud water en menigmaal, na opening, weigert zich weer in de oude stand te laten herstellen. Wachtend voor een geopende brug kun je niet veel anders dan van het uitzicht genieten, al doe je dat meestal met de pest in je lijf want het komt nooit goed uit. Als je kijkt in de richting van het centrum, zie je de sluizen die nog steeds in de Amstel liggen en daarachter de Magere Brug en de Blauwbrug. Verder moet je je blik niet laten gaan, want dan blijft hij haken aan de Stopera, één van de vele Amsterdamse bouwkundige vergissingen.

Kijk je de andere kant op, dan zie je het vroegere stadhuis van de gemeente Nieuwer Amstel, waarin nog tot maart het gemeentearchief gehuisvest is. Niet lang geleden kon je daarlangs, via de Omval, de weilanden in kijken. Nu kun je niet om de Rembrandttoren, en de overige torens die er naast verschenen zijn, heen kijken. Hoewel die torens zeker niet lelijk zijn, hebben ze de plek waar ze staan behoorlijk verziekt.

De Amstel heeft als stadsrivier niet zo veel betekenis; het is vooral een rivier waarlangs je de stad moet verlaten. Via de Amstel ben je in een mum van tijd 'buitengaats'. Langs beide oevers kun je wandelend, rennend, fietsend en zelfs gedeeltelijk met de auto de stad uit, maar veel oversteekmogelijkheden zijn er niet. Tussen de Berlagebrug en Ouderkerk kun je alleen overzwemmen, behalve in de zomermaanden, als er vlak bij Het Kalfje, een eeuwenoude uitspanning, een pontje geëxploiteerd wordt voor voetgangers en fietsers.

De Amstel is het begin van menig fietstochtje, dat je eerst in Ouderkerk brengt, waar je niets te zoeken hebt, en vandaar al of niet via de Ronde Hoep naar Vinkeveen of Abcoude. Vanuit Amsterdam passeer je aan de rechteroever de begraafplaats Zorgvlied, het Beatrixpark, het Amstelpark en de molen waarmee toeristen voor de gek gehouden worden, want die molen is weliswaar vaak door Rembrandt geschilderd, maar niet daar, want daar stond hij toen helemaal niet. Net voorbij die molen tref je Het Kalfje, aan de Kalfjeslaan, waar je kunt aanleggen voor een versnapering op het terras op een grote steiger in het water. Veel te veel mensen doen dat, zodat je daar zelden een plaatsje kunt vinden. Voorbij Het Kalfje begint het echt een beetje landelijk te worden, als je niet al te veel op de horizonvervuiling let.

Een tochtje naar Het Kalfje is een eeuwenoude vertreding van de Amsterdammer. Je kon de tocht afleggen per boot, per rijtuig of te voet. Dat laatste mag ik zelf ook graag doen om dan via de Kalfjeslaan het Amsterdamse Bos in te lopen van waaruit ik op verschillende manieren weer naar huis kan. Ik ben nu zelfs zo ver, dat ik rennend op en neer naar Het Kalfje kan.

Ooit leek het me begerenswaardig om een huis aan de Amstel te bezitten, een herenhuis aan het stadse deel of een landhuis of boerderij aan het landelijke deel. Nu zie ik daar de aardigheid eigenlijk niet meer van in, nog afgezien van het feit dat dergelijke behuizing alleen nog betaalbaar is voor de penose. Aan de Amstel moet je niet zijn, maar je moet je er langs verplaatsen. Dan ontrolt zich dat bochtige lint, dat voortdurend van kleur verandert al naar gelang de weersomstandigheden, schitterend en glimmend als de zon erop schijnt en diepdonker en dampig bij motregen. Verreweg het mooist is de Amstel als hij bevroren is en het ijs nog niet is omgeploegd door binnenvaartschepen, die daar niets te zoeken hebben, want de Amstel loopt dood. En dat is op zichzelf natuurlijk al uniek.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
© 2007 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2