archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Belgen in Gaasterland Dik Kruithof

2204BS Belgen1
In mijn geschiedenislessen kwam de Eerste Wereldoorlog niet voor. Op de lagere scholen was het onderwerp meestal de geschiedenis van Holland en vooral de Nederlandse successen in de Gouden Eeuw. Op mijn middelbare school verplaatste de geschiedenis zich naar nog vroeger en dan vooral rond de Middellandse Zee. Later heb ik wel eens wat ingehaald, zo was ik ooit erg onder de indruk van het boek ‘Dreadnought’ van Robert K. Massie over de wedloop om het grootste slagschip te hebben in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog: ‘The Great War’ zoals het op de cover staat.

Bij dat boek ging het mij meer om de zeevaartgeschiedenis dan om de oorlog want dat vond ik een ellendige uitwas van de geschiedenis. Van de Eerste Wereldoorlog kreeg ik het meeste mee toen we in België de streek rond Ieper bezochten en daar in het museum een indruk kregen van de loopgravenoorlog.

Dat de Eerste Wereldoorlog zelfs in Friesland belangrijk is geweest wordt beschreven in het prachtige boek ‘Gasten in Gaasterland’ van Kees Bangma dat net verschenen is. Kees Bangma raakte door de vondst van een Belgisch oorlogsgraf op een begraafplaats in Dokkum gefascineerd door de Eerste Wereldoorlog. Hij werkte mee aan een boek over de gevolgen van die oorlog voor de Provincie Friesland dat in 2018 verscheen en heeft de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar een van de grote gebeurtenissen in Friesland: de internering van Belgische soldaten in Gaasterland.

Bij zijn onderzoek werd hij bijzonder geholpen door een uniek document dat hij kon inzien in het Nationaal Militair Museum, namelijk ‘De geschiedenis van de interneering’ van kolonel Oosterman dat bestaat uit honderden in 1919 en 1920 getypte vellen papier. Met dit verhaal, ondersteund door wat de Stichting Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân’ al bij elkaar had gebracht en met hulp van Belgische historische onderzoekers is hij erin geslaagd om van de ervaringen van de ongeveer drieduizend Belgische militairen die in Gaasterland geïnterneerd zijn geweest een aangrijpend verhaal te maken en daarin ook de ervaringen van de bewoners van Gaasterland mee te nemen.

Het boek is ruim geïllustreerd met vooral veel foto’s die grotendeels uit privébezit komen wat te meer duidelijk maakt dat er ontzettend veel gesprekken met kinderen of familie van betrokkenen zijn geweest, zoals ook duidelijk wordt uit de levensverhalen die naast het grote verhaal worden verteld. Heel persoonlijke verhalen vaak die ook duidelijk maken dat er veel verschillende redenen waren waarom een Belgische soldaat in Gaasterland terecht kon komen.

Duitsland erkende wel de Nederlandse neutraliteit maar niet de Belgische omdat ze met een snelle aanval door België de Franse verdedigingswerken wilden omzeilen. Bij die onverwachtse inval langs Luik werden Belgische militairen verrast2204BS Belgen2 en soms was de enige uitwijk het Nederlandse grondgebied in Limburg. Vanuit Limburg werden ze dan zo snel mogelijk verder weg gebracht, eerst naar Alkmaar en toen naar Gaasterland wat een blijvende opvang werd in de eerste oorlogsjaren.

De Nederlanders

In die tijd ging het anders dan nu: de regering nam toen contact op met de Commissaris van de Koningin en binnen twee dagen was Gaasterland aangewezen. Het was ver van het front en het gebied was goed af te sluiten om ervoor te zorgen dat de Belgen in Gaasterland bleven.

De verwachting was dat het kort zou duren en er werd uitgegaan van een tentenkamp. Dat bleek in de winter niet meer te kunnen en toen werden er huizen of schuren gehuurd. Uiteindelijk duurde het bijna drie jaar en verdween de bewaking en leefden er drieduizend Belgen bij zesduizend Gaasterlanders. Alles komt aan de orde in het boek: van godsdiensttegenstellingen tot gezinshereniging en gemengde huwelijken.

Bij de presentatie van het boek stelde de voorzitter van het historisch werkverband dat de opvang van Belgen in een lange Gaasterlandse traditie paste: vroeger zijn veel Hugenoten in Gaasterland komen wonen, na de Tweede Wereldoorlog woonde er een grote groep Islamitische Molukkers en in de vijftiger jaren is een groep Hongaren opgevangen. Nu zijn er al weer vele jaren vluchtelingen in het AZC, zonder dat er sprake is van noemenswaardige problemen.

De Belgen

In het eerste halfjaar kwamen er ruim honderd naar Gaasterland, na de Duitse aanval op Antwerpen in oktober vluchtten duizenden Belgische burgers en militairen waarvan er ruim 2300 in Gaasterland werden opgevangen. Het eerste jaar was het echt paniek met die opvang, in de loop van 1915 werden de voorzieningen beter.
In Rijs waren veel militairen ondergebracht in de droogschuren van een steenfabriek die waren voorzien van dunne houten wanden. Op kerstavond brandde één van de schuren volledig af, waarschijnlijke oorzaak een cokeskachel die voor wat warmte moest zorgen en het losse stro op de vloer. Kort daarna komen er met stro gevulde matrassen die ongeveer dertig centimeter boven de grond op planken liggen.
De voorzieningen worden langzaam beter en als in 1916 de ongetrouwde Belgen worden overgeplaatst naar grotere interneringskampen hebben de overblijvers het tot het eind van de oorlog veel beter. Er is steeds meer vrijheid, ook voor contacten met de plaatselijke bevolking en er wordt in Franeker zelfs een kaatswedstrijd georganiseerd van Friese teams tegen Belgische teams uit Gaasterland en de andere interneringskampen Harderwijk, Oldebroek en Zeist.
Uitgeverij Louise heeft er een prachtig boek van gemaakt vol aansprekende verhalen.

----------

De illustraties zijn geleverd door de auteur.


© 2024 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Belgen in Gaasterland Dik Kruithof
2204BS Belgen1
In mijn geschiedenislessen kwam de Eerste Wereldoorlog niet voor. Op de lagere scholen was het onderwerp meestal de geschiedenis van Holland en vooral de Nederlandse successen in de Gouden Eeuw. Op mijn middelbare school verplaatste de geschiedenis zich naar nog vroeger en dan vooral rond de Middellandse Zee. Later heb ik wel eens wat ingehaald, zo was ik ooit erg onder de indruk van het boek ‘Dreadnought’ van Robert K. Massie over de wedloop om het grootste slagschip te hebben in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog: ‘The Great War’ zoals het op de cover staat.

Bij dat boek ging het mij meer om de zeevaartgeschiedenis dan om de oorlog want dat vond ik een ellendige uitwas van de geschiedenis. Van de Eerste Wereldoorlog kreeg ik het meeste mee toen we in België de streek rond Ieper bezochten en daar in het museum een indruk kregen van de loopgravenoorlog.

Dat de Eerste Wereldoorlog zelfs in Friesland belangrijk is geweest wordt beschreven in het prachtige boek ‘Gasten in Gaasterland’ van Kees Bangma dat net verschenen is. Kees Bangma raakte door de vondst van een Belgisch oorlogsgraf op een begraafplaats in Dokkum gefascineerd door de Eerste Wereldoorlog. Hij werkte mee aan een boek over de gevolgen van die oorlog voor de Provincie Friesland dat in 2018 verscheen en heeft de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar een van de grote gebeurtenissen in Friesland: de internering van Belgische soldaten in Gaasterland.

Bij zijn onderzoek werd hij bijzonder geholpen door een uniek document dat hij kon inzien in het Nationaal Militair Museum, namelijk ‘De geschiedenis van de interneering’ van kolonel Oosterman dat bestaat uit honderden in 1919 en 1920 getypte vellen papier. Met dit verhaal, ondersteund door wat de Stichting Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân’ al bij elkaar had gebracht en met hulp van Belgische historische onderzoekers is hij erin geslaagd om van de ervaringen van de ongeveer drieduizend Belgische militairen die in Gaasterland geïnterneerd zijn geweest een aangrijpend verhaal te maken en daarin ook de ervaringen van de bewoners van Gaasterland mee te nemen.

Het boek is ruim geïllustreerd met vooral veel foto’s die grotendeels uit privébezit komen wat te meer duidelijk maakt dat er ontzettend veel gesprekken met kinderen of familie van betrokkenen zijn geweest, zoals ook duidelijk wordt uit de levensverhalen die naast het grote verhaal worden verteld. Heel persoonlijke verhalen vaak die ook duidelijk maken dat er veel verschillende redenen waren waarom een Belgische soldaat in Gaasterland terecht kon komen.

Duitsland erkende wel de Nederlandse neutraliteit maar niet de Belgische omdat ze met een snelle aanval door België de Franse verdedigingswerken wilden omzeilen. Bij die onverwachtse inval langs Luik werden Belgische militairen verrast2204BS Belgen2 en soms was de enige uitwijk het Nederlandse grondgebied in Limburg. Vanuit Limburg werden ze dan zo snel mogelijk verder weg gebracht, eerst naar Alkmaar en toen naar Gaasterland wat een blijvende opvang werd in de eerste oorlogsjaren.

De Nederlanders

In die tijd ging het anders dan nu: de regering nam toen contact op met de Commissaris van de Koningin en binnen twee dagen was Gaasterland aangewezen. Het was ver van het front en het gebied was goed af te sluiten om ervoor te zorgen dat de Belgen in Gaasterland bleven.

De verwachting was dat het kort zou duren en er werd uitgegaan van een tentenkamp. Dat bleek in de winter niet meer te kunnen en toen werden er huizen of schuren gehuurd. Uiteindelijk duurde het bijna drie jaar en verdween de bewaking en leefden er drieduizend Belgen bij zesduizend Gaasterlanders. Alles komt aan de orde in het boek: van godsdiensttegenstellingen tot gezinshereniging en gemengde huwelijken.

Bij de presentatie van het boek stelde de voorzitter van het historisch werkverband dat de opvang van Belgen in een lange Gaasterlandse traditie paste: vroeger zijn veel Hugenoten in Gaasterland komen wonen, na de Tweede Wereldoorlog woonde er een grote groep Islamitische Molukkers en in de vijftiger jaren is een groep Hongaren opgevangen. Nu zijn er al weer vele jaren vluchtelingen in het AZC, zonder dat er sprake is van noemenswaardige problemen.

De Belgen

In het eerste halfjaar kwamen er ruim honderd naar Gaasterland, na de Duitse aanval op Antwerpen in oktober vluchtten duizenden Belgische burgers en militairen waarvan er ruim 2300 in Gaasterland werden opgevangen. Het eerste jaar was het echt paniek met die opvang, in de loop van 1915 werden de voorzieningen beter.
In Rijs waren veel militairen ondergebracht in de droogschuren van een steenfabriek die waren voorzien van dunne houten wanden. Op kerstavond brandde één van de schuren volledig af, waarschijnlijke oorzaak een cokeskachel die voor wat warmte moest zorgen en het losse stro op de vloer. Kort daarna komen er met stro gevulde matrassen die ongeveer dertig centimeter boven de grond op planken liggen.
De voorzieningen worden langzaam beter en als in 1916 de ongetrouwde Belgen worden overgeplaatst naar grotere interneringskampen hebben de overblijvers het tot het eind van de oorlog veel beter. Er is steeds meer vrijheid, ook voor contacten met de plaatselijke bevolking en er wordt in Franeker zelfs een kaatswedstrijd georganiseerd van Friese teams tegen Belgische teams uit Gaasterland en de andere interneringskampen Harderwijk, Oldebroek en Zeist.
Uitgeverij Louise heeft er een prachtig boek van gemaakt vol aansprekende verhalen.

----------

De illustraties zijn geleverd door de auteur.
© 2024 Dik Kruithof
powered by CJ2