archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Het bestaansrecht van de Eerste Kamer Arie de Jong

2013BS Eerste kamerOp 23 februari 2023, drie weken voordat kiezers door te stemmen voor Provinciale Staten (en de Waterschappen) een keuze konden maken over de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer, woonde ik in een volle zaal in de tijdelijke behuizing van de Eerste Kamer aan de Kazernestraat in Den Haag de presentatie bij van het boek van Bert van den Braak over de Eerste Kamer 1996-2021. Dat boek was een vervolg op zijn proefschrift uit 1998 over de Eerste Kamer in de periode 1815-1995.

In een ambiance van wetenschappers en veel oud-leden van de Eerste Kamer, alsmede enkele andere belangstellenden, werden mooie verhalen gehouden en ging het onvermijdelijk weer over het bestaansrecht van de Eerste Kamer. Met de aloude vraag of de Eerste Kamer afgeschaft moet worden, maakte Van den Braak korte metten. De vraag is oninteressant, want het komt er nooit van! Het is nagenoeg ondenkbaar dat in de Eerste Kamer voor een dergelijk voorstel om de Grondwet te wijzigen een twee derde meerderheid is te porren. Zo is dat.
Overigens gaat dat ook op voor één van de voorstellen die Van den Braak deed om de positie van de Eerste Kamer in zijn opinie duidelijker te maken. Om de verkiezing van Provinciale Staten te ontlasten van de indirecte stem voor de Eerste Kamer, stelde hij voor ook de leden van de Eerste Kamer rechtstreeks te laten kiezen, en liefst tegelijk met de verkiezing van de Tweede Kamer. Het gaat mijn fantasie te boven dat een dergelijke wijziging van de Grondwet ooit zou kunnen rekenen op een twee derde meerderheid in de Tweede Kamer. Het bieden van een gelijk kiezersmandaat zou de spanning tussen beide Kamers op scherp zetten, daar begint men nooit aan. Na de verkiezingsuitslag van 15 maart jl. en de doorwerking daarvan in de samenstelling van de Eerste Kamer, zou het helemaal dwaas zijn om op die manier de Staten-Generaal op slot te zetten.

Kamer van Overdenking

De vraag over het bestaansrecht van de Eerste Kamer is daarmee niet weg te poetsen. Die verschuift al heel lang naar de vraag wat de meerwaarde is van de beraadslagingen in de Eerste Kamer. Soms liefkozend aangeduid als de ‘chambre de réflexion’, een leuke verwijzing naar de ontstaansgrond in 1815 om de Belgische adel over te halen mee te gaan in deelname aan de constructie van een verenigd Koninkrijk van Nederland, België en Luxemburg, als uitkomst van het Weens Congres. Het Britse Hogerhuis was het lichtende voorbeeld. Ik vind die term, chambre de réflexion, maar we mogen het tegenwoordig ook wel in het Nederlands zeggen (kamer van reflectie), verrassend raak.

Waar ik mij al zeer lang aan stoor is de pretentie dat de Eerste Kamer primair bedoeld is om de ‘kwaliteit van de wetgeving’ te bewaken. Dat gaat namelijk slecht als je, zoals de Eerste Kamer, aan het einde zit van het wetgevende proces en het getuigt van misplaatste arrogantie in de richting van iedereen die voordien in het proces met een wetsvoorstel bezig is geweest. Van de wetgevende juristen, als handlangers van het kabinet, het kabinet zelf, de Raad van State tot aan de Tweede Kamer. Alsof al die lui zich niet ook druk zouden maken om kwalitatief goede wetten te maken! Dat lukt niet altijd even goed, maar meestal wel. Natuurlijk komt er in de Eerste Kamer soms terechte kritiek boven, maar dat is niet meer dan een gering resultaat ten opzichte van de soms rammelende wetgeving die daarna nog resteert. En het meeste dat krakkemikkig is, passeert ook ongewijzigd de Eerste Kamer, vaak als hamerstuk.
Juist de reflectie, het op hoofdlijnen tegen het licht houden van beleid en wetgeving, mogelijk soms niet eens omdat er voorstellen voorliggen, daar ligt de kracht van de Eerste Kamer. Het past een ‘kamer van reflectie’ om over van allerlei te spreken, in constructieve zin, maar niet om zonder direct politiek mandaat ingrijpend politiek te bedrijven.

Op grond van de uitslagen van de verkiezingen voor Provinciale Staten valt te verwachten dat het kabinet het erg moeilijk zal gaan krijgen in de Eerste Kamer bij gevoelige wetgeving. Vanuit verschillende partijen die niet tot de coalitie gerekend kunnen worden is er op gezinspeeld dat men gaarne een stok tussen het wiel wil steken. Zelfs vanuit de nieuwbakken samenwerking van PvdA en GroenLinks kwam de belofte dat als het kabinet niet naar links zou buigen men het weg wilde stemmen. We zijn benieuwd.

----------

De illustratie is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com



© 2023 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Het bestaansrecht van de Eerste Kamer Arie de Jong
2013BS Eerste kamerOp 23 februari 2023, drie weken voordat kiezers door te stemmen voor Provinciale Staten (en de Waterschappen) een keuze konden maken over de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer, woonde ik in een volle zaal in de tijdelijke behuizing van de Eerste Kamer aan de Kazernestraat in Den Haag de presentatie bij van het boek van Bert van den Braak over de Eerste Kamer 1996-2021. Dat boek was een vervolg op zijn proefschrift uit 1998 over de Eerste Kamer in de periode 1815-1995.

In een ambiance van wetenschappers en veel oud-leden van de Eerste Kamer, alsmede enkele andere belangstellenden, werden mooie verhalen gehouden en ging het onvermijdelijk weer over het bestaansrecht van de Eerste Kamer. Met de aloude vraag of de Eerste Kamer afgeschaft moet worden, maakte Van den Braak korte metten. De vraag is oninteressant, want het komt er nooit van! Het is nagenoeg ondenkbaar dat in de Eerste Kamer voor een dergelijk voorstel om de Grondwet te wijzigen een twee derde meerderheid is te porren. Zo is dat.
Overigens gaat dat ook op voor één van de voorstellen die Van den Braak deed om de positie van de Eerste Kamer in zijn opinie duidelijker te maken. Om de verkiezing van Provinciale Staten te ontlasten van de indirecte stem voor de Eerste Kamer, stelde hij voor ook de leden van de Eerste Kamer rechtstreeks te laten kiezen, en liefst tegelijk met de verkiezing van de Tweede Kamer. Het gaat mijn fantasie te boven dat een dergelijke wijziging van de Grondwet ooit zou kunnen rekenen op een twee derde meerderheid in de Tweede Kamer. Het bieden van een gelijk kiezersmandaat zou de spanning tussen beide Kamers op scherp zetten, daar begint men nooit aan. Na de verkiezingsuitslag van 15 maart jl. en de doorwerking daarvan in de samenstelling van de Eerste Kamer, zou het helemaal dwaas zijn om op die manier de Staten-Generaal op slot te zetten.

Kamer van Overdenking

De vraag over het bestaansrecht van de Eerste Kamer is daarmee niet weg te poetsen. Die verschuift al heel lang naar de vraag wat de meerwaarde is van de beraadslagingen in de Eerste Kamer. Soms liefkozend aangeduid als de ‘chambre de réflexion’, een leuke verwijzing naar de ontstaansgrond in 1815 om de Belgische adel over te halen mee te gaan in deelname aan de constructie van een verenigd Koninkrijk van Nederland, België en Luxemburg, als uitkomst van het Weens Congres. Het Britse Hogerhuis was het lichtende voorbeeld. Ik vind die term, chambre de réflexion, maar we mogen het tegenwoordig ook wel in het Nederlands zeggen (kamer van reflectie), verrassend raak.

Waar ik mij al zeer lang aan stoor is de pretentie dat de Eerste Kamer primair bedoeld is om de ‘kwaliteit van de wetgeving’ te bewaken. Dat gaat namelijk slecht als je, zoals de Eerste Kamer, aan het einde zit van het wetgevende proces en het getuigt van misplaatste arrogantie in de richting van iedereen die voordien in het proces met een wetsvoorstel bezig is geweest. Van de wetgevende juristen, als handlangers van het kabinet, het kabinet zelf, de Raad van State tot aan de Tweede Kamer. Alsof al die lui zich niet ook druk zouden maken om kwalitatief goede wetten te maken! Dat lukt niet altijd even goed, maar meestal wel. Natuurlijk komt er in de Eerste Kamer soms terechte kritiek boven, maar dat is niet meer dan een gering resultaat ten opzichte van de soms rammelende wetgeving die daarna nog resteert. En het meeste dat krakkemikkig is, passeert ook ongewijzigd de Eerste Kamer, vaak als hamerstuk.
Juist de reflectie, het op hoofdlijnen tegen het licht houden van beleid en wetgeving, mogelijk soms niet eens omdat er voorstellen voorliggen, daar ligt de kracht van de Eerste Kamer. Het past een ‘kamer van reflectie’ om over van allerlei te spreken, in constructieve zin, maar niet om zonder direct politiek mandaat ingrijpend politiek te bedrijven.

Op grond van de uitslagen van de verkiezingen voor Provinciale Staten valt te verwachten dat het kabinet het erg moeilijk zal gaan krijgen in de Eerste Kamer bij gevoelige wetgeving. Vanuit verschillende partijen die niet tot de coalitie gerekend kunnen worden is er op gezinspeeld dat men gaarne een stok tussen het wiel wil steken. Zelfs vanuit de nieuwbakken samenwerking van PvdA en GroenLinks kwam de belofte dat als het kabinet niet naar links zou buigen men het weg wilde stemmen. We zijn benieuwd.

----------

De illustratie is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com

© 2023 Arie de Jong
powered by CJ2