archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Wat ging er door u heen? Carlo van Praag

0001 BS Carlo
Ik borduur nog even voort op een vorige bijdrage aan de Leunstoel (Pulp in Veelvoud, 13.10.2005). Daarin betoogde ik dat televisie in potentie een prachtige vorm van informatieoverdracht biedt, maar dat daar weinig van komt doordat informatie als product gaandeweg is gedevalueerd. In de visie van de tv-producenten is informatie in pure vorm taaie kost die de kijkers op de vlucht jaagt. Bij elke goede documentaire denk ik dus: dat zou wel eens de laatste keer kunnen zijn, zoals bij dat programma van gisteravond (31 oktober 2005) op BBC2: A Brief History of Disbelief, handelend over de ongelooflijke bereidheid van het mensdom om te geloven en om aperte onzin voor zoete koek te slikken. Ik sta enigszins gereserveerd tegenover het verschijnsel religie. Ik maak hoofdzakelijk kennis met twee vormen: kadaverdiscipline in dienst van grimmige boeken met duistere herkomst (ginder) en halfzachte prietpraat (bij ons). Van het Reve zou hieraan toevoegen: ‘generlei kwetsing beoogd’. Ik dwaal af.

Televisie mag dan een goed medium zijn voor de overdracht van kennis, maar als het om het banale dagelijkse nieuws gaat, is het ook een tergend langzaam medium, de vaak geagiteerde cameravoering ten spijt. Het bekijken van het journaal en een daarvan door een reclameblok gescheiden actualiteitenprogramma, kost al gauw een vol uur. In diezelfde tijd kun je twee serieuze dagbladen doornemen en ben je over meer onderwerpen beter geïnformeerd. Televisie is van nature traag omdat de kijker afhankelijk is van een relaas met een gegeven verhaalsnelheid die niet straffeloos kan worden opgevoerd. Dat geldt ook voor de radio. Je kunt diagonaal lezen, maar niet diagonaal kijken of luisteren. Je kunt hooguit tijdens het kijken of luisteren aandacht vrijmaken voor iets anders. Ik ben daar overigens slecht in.

Voorts verschaft televisie ons als beeldend medium uiteraard beelden. Ik herinner me een cartoon uit de beginjaren van de televisie over een muzikale uitzending. De presentator zet een plaat op en laat ons vervolgens alleen met het beeld van de grammofoon die de plaat afspeelt. Maar goed, beelden kunnen in andere gevallen wel degelijk bijdragen aan de gesproken informatie, bij voorbeeld bij het verslag van een aardbeving of orkaan (reporter met plat achterover liggende kuif). Bij het verslag van een arbeidsconflict heb ik echter weinig behoefte aan beelden van gesloten fabriekspoorten of de vergaderzaal van de SER, maar je krijgt ze er wel bij en de gesproken informatie moet daar zelfs voor worden vertraagd. Ten slotte is televisie, niet alleen van nature, maar ook door menselijke voorkeur, traag. Die voorkeur betreft het interview als vorm van informatieoverdracht. Geen splintertje nieuws of er komen enkele, soms erg zijdelings, betrokkenen aan het woord die uitleggen wat zonneklaar is.
‘Nee, ik weet nog niet wat ik ga stemmen.’
‘Ik vond het niet leuk om tien uur op mijn vliegtuig te moeten wachten.’
‘Na mijn derde doelpunt kon de wedstrijd voor mij niet meer stuk.’
Het wachten is op het weerbericht dat gevolgd wordt door interviews met drie medeburgers die nat zijn geworden van de regen.

In de krant is human interest trouwens ook troef. Een medeabonnee van mijn dagblad klaagt: ‘....het schijnt een journalistiek dogma te zijn om eerst in enige alinea’s een sfeer, straat, of semi-willekeurig gekozen persoon te beschrijven, alvorens tot de kern over te gaan’. De hoofdredacteur antwoordt dat dit de toegankelijkheid van de krant ten goede komt: ‘Het maakt de onderwerpen tastbaar, bespreekbaar. De lezer kan zich makkelijker met de mensen identificeren - de afstand tot het eigenlijke onderwerp wordt er kleiner door. Dat nieuws wil nogal eens een rapport betreffen, een trend, een onderzoek, een bestuurlijke of politieke controverse. Journalistiek is dan de vraag: wat betekent dit voor de mensen zelf......’ (NRC van 29 oktober 2005). Nota bene! Dit journalistieke recept wordt verstrekt door de hoofdredacteur van onze beste krant. De lezers blootstellen aan nieuws over een rapport, een onderzoek, een politieke controverse, zonder tussenkomst van simpele mensen, net als wij, zou van een te grote hardheid zijn (en abonnees kosten). Maar in de krant kun je deze aankoeksels aan het nieuws ten minste ontwijken. Je kunt van de meeste artikelen de eerste twee alinea’s overslaan zonder de boodschap te missen. Je verliest op die manier geen tempo.

Vanwaar die neiging om het nieuws te subjectiveren? Ik denk aan verschillende verklaringen. Het interview is een gemakkelijke en goedkope oplossing die de journalist veel moeilijke en tijdrovende documentatie bespaart.
Nog een: het onderwijs voedt de, bij de meeste mensen ingebouwde, hang naar het concrete. Het wil uitgaan van de persoonlijke ervaringswereld van de leerling en vooral geen kennisstroom van deskundige naar leek zijn. De ‘ontlezing’ van de bevolking heeft, naast de opkomst van concurrerende media, ook te maken met deze weerzin tegen abstractie. Lezen is nu eenmaal een minder directe, minder ‘tastbare’ vorm van informatieverwerving dan kijken. En mensen met ideeën zijn makkelijker te begrijpen dan de ideeën op zichzelf, zoals filosofen makkelijker kost vormen dan filosofie.

En tot slot is er die eeuwige individualisering die de mensen niet alleen onafhankelijker van hun omgeving maakt, maar ze ook op een voetstuk tilt. Individuen zijn meer dan het vulmateriaal van de samenleving. Zij zijn ook persoonlijkheden met een unieke identiteit en met opinies en met emoties en uit dien hoofde belangrijk. En dat zullen we weten! Dat ontzag voor het individu kleurt ook de politiek. Een beetje lijsttrekker legt zijn oor te luisteren bij ‘de mensen op straat’. Als je pech hebt doet hij dat werkelijk in plaats van het bij een frase te laten.
 
****************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .
 


© 2005 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Wat ging er door u heen? Carlo van Praag
0001 BS Carlo
Ik borduur nog even voort op een vorige bijdrage aan de Leunstoel (Pulp in Veelvoud, 13.10.2005). Daarin betoogde ik dat televisie in potentie een prachtige vorm van informatieoverdracht biedt, maar dat daar weinig van komt doordat informatie als product gaandeweg is gedevalueerd. In de visie van de tv-producenten is informatie in pure vorm taaie kost die de kijkers op de vlucht jaagt. Bij elke goede documentaire denk ik dus: dat zou wel eens de laatste keer kunnen zijn, zoals bij dat programma van gisteravond (31 oktober 2005) op BBC2: A Brief History of Disbelief, handelend over de ongelooflijke bereidheid van het mensdom om te geloven en om aperte onzin voor zoete koek te slikken. Ik sta enigszins gereserveerd tegenover het verschijnsel religie. Ik maak hoofdzakelijk kennis met twee vormen: kadaverdiscipline in dienst van grimmige boeken met duistere herkomst (ginder) en halfzachte prietpraat (bij ons). Van het Reve zou hieraan toevoegen: ‘generlei kwetsing beoogd’. Ik dwaal af.

Televisie mag dan een goed medium zijn voor de overdracht van kennis, maar als het om het banale dagelijkse nieuws gaat, is het ook een tergend langzaam medium, de vaak geagiteerde cameravoering ten spijt. Het bekijken van het journaal en een daarvan door een reclameblok gescheiden actualiteitenprogramma, kost al gauw een vol uur. In diezelfde tijd kun je twee serieuze dagbladen doornemen en ben je over meer onderwerpen beter geïnformeerd. Televisie is van nature traag omdat de kijker afhankelijk is van een relaas met een gegeven verhaalsnelheid die niet straffeloos kan worden opgevoerd. Dat geldt ook voor de radio. Je kunt diagonaal lezen, maar niet diagonaal kijken of luisteren. Je kunt hooguit tijdens het kijken of luisteren aandacht vrijmaken voor iets anders. Ik ben daar overigens slecht in.

Voorts verschaft televisie ons als beeldend medium uiteraard beelden. Ik herinner me een cartoon uit de beginjaren van de televisie over een muzikale uitzending. De presentator zet een plaat op en laat ons vervolgens alleen met het beeld van de grammofoon die de plaat afspeelt. Maar goed, beelden kunnen in andere gevallen wel degelijk bijdragen aan de gesproken informatie, bij voorbeeld bij het verslag van een aardbeving of orkaan (reporter met plat achterover liggende kuif). Bij het verslag van een arbeidsconflict heb ik echter weinig behoefte aan beelden van gesloten fabriekspoorten of de vergaderzaal van de SER, maar je krijgt ze er wel bij en de gesproken informatie moet daar zelfs voor worden vertraagd. Ten slotte is televisie, niet alleen van nature, maar ook door menselijke voorkeur, traag. Die voorkeur betreft het interview als vorm van informatieoverdracht. Geen splintertje nieuws of er komen enkele, soms erg zijdelings, betrokkenen aan het woord die uitleggen wat zonneklaar is.
‘Nee, ik weet nog niet wat ik ga stemmen.’
‘Ik vond het niet leuk om tien uur op mijn vliegtuig te moeten wachten.’
‘Na mijn derde doelpunt kon de wedstrijd voor mij niet meer stuk.’
Het wachten is op het weerbericht dat gevolgd wordt door interviews met drie medeburgers die nat zijn geworden van de regen.

In de krant is human interest trouwens ook troef. Een medeabonnee van mijn dagblad klaagt: ‘....het schijnt een journalistiek dogma te zijn om eerst in enige alinea’s een sfeer, straat, of semi-willekeurig gekozen persoon te beschrijven, alvorens tot de kern over te gaan’. De hoofdredacteur antwoordt dat dit de toegankelijkheid van de krant ten goede komt: ‘Het maakt de onderwerpen tastbaar, bespreekbaar. De lezer kan zich makkelijker met de mensen identificeren - de afstand tot het eigenlijke onderwerp wordt er kleiner door. Dat nieuws wil nogal eens een rapport betreffen, een trend, een onderzoek, een bestuurlijke of politieke controverse. Journalistiek is dan de vraag: wat betekent dit voor de mensen zelf......’ (NRC van 29 oktober 2005). Nota bene! Dit journalistieke recept wordt verstrekt door de hoofdredacteur van onze beste krant. De lezers blootstellen aan nieuws over een rapport, een onderzoek, een politieke controverse, zonder tussenkomst van simpele mensen, net als wij, zou van een te grote hardheid zijn (en abonnees kosten). Maar in de krant kun je deze aankoeksels aan het nieuws ten minste ontwijken. Je kunt van de meeste artikelen de eerste twee alinea’s overslaan zonder de boodschap te missen. Je verliest op die manier geen tempo.

Vanwaar die neiging om het nieuws te subjectiveren? Ik denk aan verschillende verklaringen. Het interview is een gemakkelijke en goedkope oplossing die de journalist veel moeilijke en tijdrovende documentatie bespaart.
Nog een: het onderwijs voedt de, bij de meeste mensen ingebouwde, hang naar het concrete. Het wil uitgaan van de persoonlijke ervaringswereld van de leerling en vooral geen kennisstroom van deskundige naar leek zijn. De ‘ontlezing’ van de bevolking heeft, naast de opkomst van concurrerende media, ook te maken met deze weerzin tegen abstractie. Lezen is nu eenmaal een minder directe, minder ‘tastbare’ vorm van informatieverwerving dan kijken. En mensen met ideeën zijn makkelijker te begrijpen dan de ideeën op zichzelf, zoals filosofen makkelijker kost vormen dan filosofie.

En tot slot is er die eeuwige individualisering die de mensen niet alleen onafhankelijker van hun omgeving maakt, maar ze ook op een voetstuk tilt. Individuen zijn meer dan het vulmateriaal van de samenleving. Zij zijn ook persoonlijkheden met een unieke identiteit en met opinies en met emoties en uit dien hoofde belangrijk. En dat zullen we weten! Dat ontzag voor het individu kleurt ook de politiek. Een beetje lijsttrekker legt zijn oor te luisteren bij ‘de mensen op straat’. Als je pech hebt doet hij dat werkelijk in plaats van het bij een frase te laten.
 
****************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .
 
© 2005 Carlo van Praag
powered by CJ2