archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Advocaat en kwade zaken Theo Capel

0001 VG Capel
Als er iets te klagen valt over Michael Connelly dan is het dat hij ondanks zijn openlijke bewondering voor het werk van Raymond Chandler niets van diens schitterende stijl heeft opgestoken. Connelly is een gortdroge auteur met een voorkeur voor het overbodige detail. Geen veter blijft bij wijze van spreken ongestrikt en als er een deur open kan, doet hij die ook open.
Dat dondert verder niet bij het lezen van De Lincoln-advocaat (De Boekerij, € 18,95), omdat vaart en intrige al die franje tot de onbeduidendheid die het verdient, terugbrengt. Geen kwaad woord dus over Connelly.

De man uit de titel is een advocaat van kwade zaken die er rond voor uitkomt dat hij zijn werk om het geld doet. Hij scheurt in een grote Amerikaanse slee – een Ford Lincoln – door Los Angeles, de stad waar Chandler zo lyrisch over kon doen. Van een cliënt die een prostituee zou hebben willen vermoorden, denkt hij schatrijk te kunnen worden door met al zijn juridische behendigheid worst te maken van een beginnende officier van justitie. Dat valt niet mee. Gelukkig heeft hij drie Lincolns tegelijk gekocht, zodat hij altijd nog een taxibedrijf kan beginnen, maar zo ver komt het niet. Als een moderne Perry Mason weet hij overal een draai aan te geven. Dat hij uiteindelijk minder een geldwolf is, dan een warmvoelend mens is nogal smartlapperig, maar wie zich daar aan stoort is een oude zeur.

Debutant Willem Asman vertelde dat het manuscript van De Cassandra Paradox (Cargo, € 19,90) oorspronkelijk twee maal zo dik was. Het valt hem te prijzen dat hij het verhaal op bevel van de uitgever tot de helft terugbracht, maar het telt nog steeds bijna 500 pagina's. En wat erger is dat er geen fluit spanning in zit en geen enkel personage het zombiestadium voorbij komt. Het blijft zo beperkt tot vertoon van wetenschappelijke ditjes en datjes, alsof je een aflevering van ‘Zo zit dat’ in handen hebt.
Ogenschijnlijk ziet het er allemaal gelikt uit. In Equador gebeuren geheimzinnige zaken bij het blootleggen van een oude tempel en in Nederland loopt een jonge vrouw rond met telepathische gaven. Ze voelt niet alleen zaken aan, maar zou de loop van gebeurtenissen ook kunnen beïnvloeden. Daar zou een sappig Clive Cussler-verhaal van te maken kunnen zijn, zou je denken.
Doorlezen in de hoop dat zo'n verhaal tevoorschijn komt is, geeft het gevoel een bord kruimige aardappels zonder jus aan het wegeten te zijn. Helaas dus niet mijn prak. Oordeel – met de nodige voorzichtigheid – zelf.

Het Lantaarn netwerk van Ted Allbeury, een oudje uit 1978 dat in vertaling bij Elsevier uitkwam, is op de weggeefstapel terechtgekomen. Een onverwachte zelfmoord van een solide burger die van spionage wordt verdacht, leidt tot een WOII-verhaal over verraad in het Franse verzet. Het begin lijkt veel op Call for the dead, het debuut van John LeCarré en net als die schrijver heeft Allbeury veel belangstelling voor persoonlijke besognes. Allbeury, die op latere leeftijd met schrijven begon, heeft tot aan zijn dood verleden jaar op hoge leeftijd een lange reeks spionageboeken geschreven, maar is daarmee nooit echt beroemd geworden, hoewel hij wel een veel gelezen en gewaardeerd schrijver was.

Robert Barnard schreef de ene puzzeldetective na de andere, maar is nu al weer geruime tijd met pensioen als schrijver. Death of a mystery writer verscheen in 1978 bij Dell als de Amerikaanse versie van An unruly son. Een zeer onhebbelijke, maar ook zeer succesvolle detectiveschrijver valt op zijn verjaardag dood neer. Vergiftigd naar blijkt en bijna op identieke wijze als in het manuscript dat hij ooit schreef om na zijn overlijden uit te geven. Helaas is het nu spoorloos. Een inspecteur van politie pluist alles secuur na. Wie van genoeglijke puzzeldetectives houdt, heeft aan Barnard een goede. Als fan van Agatha Christie schreef hij ook nog een monografie over de oermoeder van het genre.


© 2006 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Advocaat en kwade zaken Theo Capel
0001 VG Capel
Als er iets te klagen valt over Michael Connelly dan is het dat hij ondanks zijn openlijke bewondering voor het werk van Raymond Chandler niets van diens schitterende stijl heeft opgestoken. Connelly is een gortdroge auteur met een voorkeur voor het overbodige detail. Geen veter blijft bij wijze van spreken ongestrikt en als er een deur open kan, doet hij die ook open.
Dat dondert verder niet bij het lezen van De Lincoln-advocaat (De Boekerij, € 18,95), omdat vaart en intrige al die franje tot de onbeduidendheid die het verdient, terugbrengt. Geen kwaad woord dus over Connelly.

De man uit de titel is een advocaat van kwade zaken die er rond voor uitkomt dat hij zijn werk om het geld doet. Hij scheurt in een grote Amerikaanse slee – een Ford Lincoln – door Los Angeles, de stad waar Chandler zo lyrisch over kon doen. Van een cliënt die een prostituee zou hebben willen vermoorden, denkt hij schatrijk te kunnen worden door met al zijn juridische behendigheid worst te maken van een beginnende officier van justitie. Dat valt niet mee. Gelukkig heeft hij drie Lincolns tegelijk gekocht, zodat hij altijd nog een taxibedrijf kan beginnen, maar zo ver komt het niet. Als een moderne Perry Mason weet hij overal een draai aan te geven. Dat hij uiteindelijk minder een geldwolf is, dan een warmvoelend mens is nogal smartlapperig, maar wie zich daar aan stoort is een oude zeur.

Debutant Willem Asman vertelde dat het manuscript van De Cassandra Paradox (Cargo, € 19,90) oorspronkelijk twee maal zo dik was. Het valt hem te prijzen dat hij het verhaal op bevel van de uitgever tot de helft terugbracht, maar het telt nog steeds bijna 500 pagina's. En wat erger is dat er geen fluit spanning in zit en geen enkel personage het zombiestadium voorbij komt. Het blijft zo beperkt tot vertoon van wetenschappelijke ditjes en datjes, alsof je een aflevering van ‘Zo zit dat’ in handen hebt.
Ogenschijnlijk ziet het er allemaal gelikt uit. In Equador gebeuren geheimzinnige zaken bij het blootleggen van een oude tempel en in Nederland loopt een jonge vrouw rond met telepathische gaven. Ze voelt niet alleen zaken aan, maar zou de loop van gebeurtenissen ook kunnen beïnvloeden. Daar zou een sappig Clive Cussler-verhaal van te maken kunnen zijn, zou je denken.
Doorlezen in de hoop dat zo'n verhaal tevoorschijn komt is, geeft het gevoel een bord kruimige aardappels zonder jus aan het wegeten te zijn. Helaas dus niet mijn prak. Oordeel – met de nodige voorzichtigheid – zelf.

Het Lantaarn netwerk van Ted Allbeury, een oudje uit 1978 dat in vertaling bij Elsevier uitkwam, is op de weggeefstapel terechtgekomen. Een onverwachte zelfmoord van een solide burger die van spionage wordt verdacht, leidt tot een WOII-verhaal over verraad in het Franse verzet. Het begin lijkt veel op Call for the dead, het debuut van John LeCarré en net als die schrijver heeft Allbeury veel belangstelling voor persoonlijke besognes. Allbeury, die op latere leeftijd met schrijven begon, heeft tot aan zijn dood verleden jaar op hoge leeftijd een lange reeks spionageboeken geschreven, maar is daarmee nooit echt beroemd geworden, hoewel hij wel een veel gelezen en gewaardeerd schrijver was.

Robert Barnard schreef de ene puzzeldetective na de andere, maar is nu al weer geruime tijd met pensioen als schrijver. Death of a mystery writer verscheen in 1978 bij Dell als de Amerikaanse versie van An unruly son. Een zeer onhebbelijke, maar ook zeer succesvolle detectiveschrijver valt op zijn verjaardag dood neer. Vergiftigd naar blijkt en bijna op identieke wijze als in het manuscript dat hij ooit schreef om na zijn overlijden uit te geven. Helaas is het nu spoorloos. Een inspecteur van politie pluist alles secuur na. Wie van genoeglijke puzzeldetectives houdt, heeft aan Barnard een goede. Als fan van Agatha Christie schreef hij ook nog een monografie over de oermoeder van het genre.
© 2006 Theo Capel
powered by CJ2