archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Is John Le Carré op te volgen? Theo Capel

0107 Is John le Carre ...John Le Carré heeft het patent op ontheemde types die voor een vriendelijk woord en enige genegenheid bereid zijn hun ziel en zaligheid te geven. Ze leveren zich graag uit aan een substituut vader of moeder en lopen zo het gevaar in handen te komen van verkeerde types die de emotionele band misbruiken om hen zich te laten 'prostitueren'. Niet in de seksuele betekenis, maar in de rol van spion, of erger verrader of dubbelagent. Ze moeten de genegenheid verdienen. In Absolute vrienden (Luitingh-Sijthoff, € 18,95: ook in een Engelse of Amerikaanse gebonden uitgave verkrijgbaar als Absolute Friends) is de Engelsman Edward (Ted) Mundy zo iemand. Zijn moeder is bij zijn geboorte overleden. Hij groeit op in Pakistan waar zijn vader als militair na het koloniale tijdperk is blijven hangen en de kleine Ted allerlei verzinsels over de afkomst van zijn moeder verkoopt. Later maakt een kostschool in Engeland het er niet beter op. Ted bloeit pas op in zijn studentenjaren in Berlijn in de jaren zestig waar hij in de gevluchte Oost-Duitse revolutionaire leeftijdsgenoot Sasha een soort tegenpool herkent met wie hij voor de rest van zijn leven 'absolute vrienden' blijft. Absolute vrienden beschrijft vanaf dat moment de verwikkelingen waarin beide mannen verward raken. Het begint met spionage, in het redelijk overzichtelijke Oost-Westconflict, en eindigt met de duistere kanten van het internationale terrorisme.
Le Carré is een fantastische verteller die elke lezer met fraaie scènes in zijn ban kan brengen. Dat begint al meteen met een beschrijving van Mundy als gids in een paleis in Beieren. Maar, ondanks dat het boek meer dan 400 bladzijden telt, komt Le Carré ruimte tekort om dat fraaie begin met alle ornamentiek vol te houden. Hij heeft zichzelf opgedragen om ons door het vijftigjarige leven van Mundy te leiden en ook nog een mondiale problematiek te schetsen. Dat leidt regelmatig tot een ‘grote stappen snel thuisaanpak’, waarbij Le Carré als verteller in zijn sas is. Als lezer moet je het echter allemaal meer geloven dan ervaren. Op zijn gezag moeten we aanvaarden dat het kwaad eerst uit het Oosten kwam en nu uit het rechtse Westen, dat het islamitisch fundamentalisme misbruikt voor zijn eigen duistere doelen. En als vaker in het werk van Le Carré snap je niet goed waarom zijn hoofdpersonen zich zo uitleveren aan mensen die eigenlijk alleen maar manipulatief zijn. Misschien is het maar het beste om je door de schrijfkunst te laten overrompelen. Let vooral op bij bladzijde 404, waar de auteur als aardigheidje de identiteit van zijn Nederlandse uitgeefster Hanca Leppink als dekmantel gebruikt voor de huur van een auto. Schrijven bestaat bij de gratie van detaillering en laat dat maar aan Le Carré over.

Henry Porter is van een nieuwere lichting spionageschrijvers. Bij hem gaat het vooral om contra-spionage en terrorismebestrijding, twee actviteiten die langzaam maar zeker verstrengeld zijn geraakt. Empire State (Orion, Van Ditmar Boekenimport, € 12,95; over enige tijd in het Nederlands te krijgen als Imperium) is een breed opgezet verhaal over de ogenschijnlijke dreiging van een aanslag door moslimterroristen à la september 2001. De heldenrol is weggelegd voor een vrouwelijk lid van MI6, de Britse Binnenlandse Veiligheidsdienst. Deze Isis Herrick krijgt hulp van Robert Harland, een oudere agent die al eerder in werk van Porter mocht optreden. En haar oude vader die eveneens bij de Dienst heeft gewerkt, mag op zijn tachtigste ook nog bij een actie schitteren. Veel hulp heeft Isis echter niet nodig, want ze heeft voortdurend een briljante inval waardoor men het wild op het spoor blijft. De openingsscène is spetterend met een surveillance operatie op het vliegveld Heathrow die uitloopt op een schietpartij op de naburige snelweg. Daarna blijft Porter, in dit dikke boek van ongeveer 450 bladzijden, zijn best doen de lezer te imponeren met onder meer uitstapjes naar de Balkan en Egypte en (minder dynamisch) naar de burelen van de inlichtingendiensten, waar veel kantoorintriges de aandacht voor het echte werk verstoren. Een belangrijk deel van het verhaal is weggelegd voor een jongeman van Pakistaanse afkomst, die te voet de tocht naar Engeland maakt om zijn oude bestaan weer op te pakken, nadat hij enkele jaren in de Balkan en Afghanistan heeft gevochten. De auteur gebruikt hem als een lokvogel om een oude makker van hem in beeld te kunnen krijgen.

Goed beschouwd is het hele verhaal veel meer kippendrift dan iets anders. Tot het eind toe blijft onduidelijk wat de dreiging nu eigenlijk inhoudt en tevens wat het Empire State Building dat zijn naam aan de titel heeft geleend, er eigenlijk mee te maken heeft. Porter is echter een auteur die net als een goede goochelaar het publiek weet te imponeren met een redelijk eenvoudige truc. Je beseft dat de gouden dukaat die uit jouw oor komt, toch eerst echt in zijn mouw zat, maar toch klap je voor het kunstje.


© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Is John Le Carré op te volgen? Theo Capel
0107 Is John le Carre ...John Le Carré heeft het patent op ontheemde types die voor een vriendelijk woord en enige genegenheid bereid zijn hun ziel en zaligheid te geven. Ze leveren zich graag uit aan een substituut vader of moeder en lopen zo het gevaar in handen te komen van verkeerde types die de emotionele band misbruiken om hen zich te laten 'prostitueren'. Niet in de seksuele betekenis, maar in de rol van spion, of erger verrader of dubbelagent. Ze moeten de genegenheid verdienen. In Absolute vrienden (Luitingh-Sijthoff, € 18,95: ook in een Engelse of Amerikaanse gebonden uitgave verkrijgbaar als Absolute Friends) is de Engelsman Edward (Ted) Mundy zo iemand. Zijn moeder is bij zijn geboorte overleden. Hij groeit op in Pakistan waar zijn vader als militair na het koloniale tijdperk is blijven hangen en de kleine Ted allerlei verzinsels over de afkomst van zijn moeder verkoopt. Later maakt een kostschool in Engeland het er niet beter op. Ted bloeit pas op in zijn studentenjaren in Berlijn in de jaren zestig waar hij in de gevluchte Oost-Duitse revolutionaire leeftijdsgenoot Sasha een soort tegenpool herkent met wie hij voor de rest van zijn leven 'absolute vrienden' blijft. Absolute vrienden beschrijft vanaf dat moment de verwikkelingen waarin beide mannen verward raken. Het begint met spionage, in het redelijk overzichtelijke Oost-Westconflict, en eindigt met de duistere kanten van het internationale terrorisme.
Le Carré is een fantastische verteller die elke lezer met fraaie scènes in zijn ban kan brengen. Dat begint al meteen met een beschrijving van Mundy als gids in een paleis in Beieren. Maar, ondanks dat het boek meer dan 400 bladzijden telt, komt Le Carré ruimte tekort om dat fraaie begin met alle ornamentiek vol te houden. Hij heeft zichzelf opgedragen om ons door het vijftigjarige leven van Mundy te leiden en ook nog een mondiale problematiek te schetsen. Dat leidt regelmatig tot een ‘grote stappen snel thuisaanpak’, waarbij Le Carré als verteller in zijn sas is. Als lezer moet je het echter allemaal meer geloven dan ervaren. Op zijn gezag moeten we aanvaarden dat het kwaad eerst uit het Oosten kwam en nu uit het rechtse Westen, dat het islamitisch fundamentalisme misbruikt voor zijn eigen duistere doelen. En als vaker in het werk van Le Carré snap je niet goed waarom zijn hoofdpersonen zich zo uitleveren aan mensen die eigenlijk alleen maar manipulatief zijn. Misschien is het maar het beste om je door de schrijfkunst te laten overrompelen. Let vooral op bij bladzijde 404, waar de auteur als aardigheidje de identiteit van zijn Nederlandse uitgeefster Hanca Leppink als dekmantel gebruikt voor de huur van een auto. Schrijven bestaat bij de gratie van detaillering en laat dat maar aan Le Carré over.

Henry Porter is van een nieuwere lichting spionageschrijvers. Bij hem gaat het vooral om contra-spionage en terrorismebestrijding, twee actviteiten die langzaam maar zeker verstrengeld zijn geraakt. Empire State (Orion, Van Ditmar Boekenimport, € 12,95; over enige tijd in het Nederlands te krijgen als Imperium) is een breed opgezet verhaal over de ogenschijnlijke dreiging van een aanslag door moslimterroristen à la september 2001. De heldenrol is weggelegd voor een vrouwelijk lid van MI6, de Britse Binnenlandse Veiligheidsdienst. Deze Isis Herrick krijgt hulp van Robert Harland, een oudere agent die al eerder in werk van Porter mocht optreden. En haar oude vader die eveneens bij de Dienst heeft gewerkt, mag op zijn tachtigste ook nog bij een actie schitteren. Veel hulp heeft Isis echter niet nodig, want ze heeft voortdurend een briljante inval waardoor men het wild op het spoor blijft. De openingsscène is spetterend met een surveillance operatie op het vliegveld Heathrow die uitloopt op een schietpartij op de naburige snelweg. Daarna blijft Porter, in dit dikke boek van ongeveer 450 bladzijden, zijn best doen de lezer te imponeren met onder meer uitstapjes naar de Balkan en Egypte en (minder dynamisch) naar de burelen van de inlichtingendiensten, waar veel kantoorintriges de aandacht voor het echte werk verstoren. Een belangrijk deel van het verhaal is weggelegd voor een jongeman van Pakistaanse afkomst, die te voet de tocht naar Engeland maakt om zijn oude bestaan weer op te pakken, nadat hij enkele jaren in de Balkan en Afghanistan heeft gevochten. De auteur gebruikt hem als een lokvogel om een oude makker van hem in beeld te kunnen krijgen.

Goed beschouwd is het hele verhaal veel meer kippendrift dan iets anders. Tot het eind toe blijft onduidelijk wat de dreiging nu eigenlijk inhoudt en tevens wat het Empire State Building dat zijn naam aan de titel heeft geleend, er eigenlijk mee te maken heeft. Porter is echter een auteur die net als een goede goochelaar het publiek weet te imponeren met een redelijk eenvoudige truc. Je beseft dat de gouden dukaat die uit jouw oor komt, toch eerst echt in zijn mouw zat, maar toch klap je voor het kunstje.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2