archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
We zijn allemaal buitenlanders Theo Capel

0001 VG Capel
Passport to Crime is de naam van de rubriek in Ellery Queen's Mystery Magazine met iedere maand een verhaal van een buitenlandse misdaadauteur. Dat begon in 2003 en loopt tot heden door. Janet Hutchings, de redactrice van het tijdschrift, maakte uit de verhalen een selectie die nu onder dezelfde titel als de rubriek is verschenen. In Passport to Crime (Carroll & Graf, $ 16,95) staan 26 verhalen uit 15 landen, als je tenminste de in Duitsland geboren, maar in Zwitserland gevestigde, en tegelijkertijd ook vaak in Griekenland verblijvende Jutta Motz als Zwitserse wil aanmerken. Naar de talen gerekend waarin de verhalen oorspronkelijk werden geschreven gaat het om elf verschillende, waaronder enigszins verbazingwekkend het Engels.

In het voorwoord schrijft de samenstelster dat het tijd werd om Amerikanen eens te laten zien dat elders in de wereld ook boeiend over misdaad wordt geschreven. In het geval van enkele van de auteurs hadden de lezers van EQMM dat al kunnen constateren, omdat ze in het Engels zijn uitgegeven. De bekendste daarvan is Boris Akunin, een Rus die historische detectives schrijft die ook bij ons zijn vertaald. Table talk, 1882 dat in de bundel staat, vond ik behoorlijk oubollig en dan zijn er ook nog die Russische namen waarop je je tong breekt.

Ons eigen land is met drie auteurs aanwezig, waaronder ikzelf met het verhaal The Red Mercedes dat eerder als De rode auto in de Nederlandse Playboy verscheen. Voor de Amerikaanse Playboy was het te min, liet dat blad indertijd weten, maar EQMM heeft dat dus goed weten te maken, zij het dat men daar een ander bezwaar had. Oorspronkelijk speelde seks met schandknapen een rol, maar dat ging de Amerikanen te ver. Seks met – meerderjarige – hoeren mocht wel en dat werd het toen. Binnenkort verschijnt het verhaal in een bundel Nederlandse misdaadverhalen en als de samenstellers niet in de war zijn geraakt van de verschillende versies, zal het weer in de oerversie zijn.
De twee andere landgenoten zijn Baantjer en René Appel. Ik kende de Nederlandse versie van hun verhaal niet, maar allebei zijn ze aardig om te lezen en geven ze een goede indruk van de stijl van de auteurs.

Behalve uit Nederland, Rusland en (twijfelachtig) uit Zwitserland komen de verhalen uit Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Japan, Noorwegen, Argentinië, Italië, Bulgarije, Cuba, Zweden, Brazilië en Malawi. De auteur uit dat laatste land is Daliso Chaponda met Heroic Proportions, over een dode dictator die op het toilet wordt aangetroffen, niet als Elvis Presly, maar met een kogel door zijn hart. Het is een aanstekelijk verhaal met een moralistisch tintje, wat me wel bevalt. De auteur is overigens weliswaar afkomstig uit Afrika, maar emigreerde en woont tegenwoordig in Engeland.

In de meeste verhalen is de moraal ver te zoeken. Jutta Motz laat een oude schoonmoeder die in de weg zit, als vriendendienst opruimen door rattengif en diverse andere auteurs leven zich uit in wraak of in een ziekelijke afwijking. Behalve de Nederlanders waren alle auteurs, op de Rus na, onbekend voor mij. De drie Japanners die erin staan – Mitsuhara Yuri, Isaka Kotaro en Norizuki Rintaro – spraken me het meest aan, of eigenlijk twee, want Mitsuhara verzon weliswaar een aardig verhaal, maar met een bovennatuurlijk tintje. Alle drie geven ze een goed geschreven inkijkje op de Japanse samenleving. Bij diverse andere schrijvers krijg je daarentegen het gevoel dat het verhaal net zo goed door iemand met een andere landsaard of taal geschreven had kunnen zijn. Vergeleken met Amerikaanse verhalen zijn het tempo en de toon vaak rustig en bedaard. Dat is niet erg, maar een beetje vaart is wel zo aansprekend.

Anders dan een roman is een verhalenbundel er niet om achter elkaar uit te lezen. Een verhaaltje voor het slapen gaan is een betere benadering. Je bekoopt je zeker niet aan deze bundel. Dezer dagen is het natuurlijk wel de vraag of je er goed aan doet als Nederlander met een vreemd Passport op zak te lopen. Laat je daardoor niet leiden en zie om te beginnen hoe Appel, Baantjer en Capel Hollands vlag op vreemde kust doen wapperen. Was het moeilijk? Nee, het was gewoon een ABC’tje, kunnen ze met hun drieën zeggen.


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
We zijn allemaal buitenlanders Theo Capel
0001 VG Capel
Passport to Crime is de naam van de rubriek in Ellery Queen's Mystery Magazine met iedere maand een verhaal van een buitenlandse misdaadauteur. Dat begon in 2003 en loopt tot heden door. Janet Hutchings, de redactrice van het tijdschrift, maakte uit de verhalen een selectie die nu onder dezelfde titel als de rubriek is verschenen. In Passport to Crime (Carroll & Graf, $ 16,95) staan 26 verhalen uit 15 landen, als je tenminste de in Duitsland geboren, maar in Zwitserland gevestigde, en tegelijkertijd ook vaak in Griekenland verblijvende Jutta Motz als Zwitserse wil aanmerken. Naar de talen gerekend waarin de verhalen oorspronkelijk werden geschreven gaat het om elf verschillende, waaronder enigszins verbazingwekkend het Engels.

In het voorwoord schrijft de samenstelster dat het tijd werd om Amerikanen eens te laten zien dat elders in de wereld ook boeiend over misdaad wordt geschreven. In het geval van enkele van de auteurs hadden de lezers van EQMM dat al kunnen constateren, omdat ze in het Engels zijn uitgegeven. De bekendste daarvan is Boris Akunin, een Rus die historische detectives schrijft die ook bij ons zijn vertaald. Table talk, 1882 dat in de bundel staat, vond ik behoorlijk oubollig en dan zijn er ook nog die Russische namen waarop je je tong breekt.

Ons eigen land is met drie auteurs aanwezig, waaronder ikzelf met het verhaal The Red Mercedes dat eerder als De rode auto in de Nederlandse Playboy verscheen. Voor de Amerikaanse Playboy was het te min, liet dat blad indertijd weten, maar EQMM heeft dat dus goed weten te maken, zij het dat men daar een ander bezwaar had. Oorspronkelijk speelde seks met schandknapen een rol, maar dat ging de Amerikanen te ver. Seks met – meerderjarige – hoeren mocht wel en dat werd het toen. Binnenkort verschijnt het verhaal in een bundel Nederlandse misdaadverhalen en als de samenstellers niet in de war zijn geraakt van de verschillende versies, zal het weer in de oerversie zijn.
De twee andere landgenoten zijn Baantjer en René Appel. Ik kende de Nederlandse versie van hun verhaal niet, maar allebei zijn ze aardig om te lezen en geven ze een goede indruk van de stijl van de auteurs.

Behalve uit Nederland, Rusland en (twijfelachtig) uit Zwitserland komen de verhalen uit Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Japan, Noorwegen, Argentinië, Italië, Bulgarije, Cuba, Zweden, Brazilië en Malawi. De auteur uit dat laatste land is Daliso Chaponda met Heroic Proportions, over een dode dictator die op het toilet wordt aangetroffen, niet als Elvis Presly, maar met een kogel door zijn hart. Het is een aanstekelijk verhaal met een moralistisch tintje, wat me wel bevalt. De auteur is overigens weliswaar afkomstig uit Afrika, maar emigreerde en woont tegenwoordig in Engeland.

In de meeste verhalen is de moraal ver te zoeken. Jutta Motz laat een oude schoonmoeder die in de weg zit, als vriendendienst opruimen door rattengif en diverse andere auteurs leven zich uit in wraak of in een ziekelijke afwijking. Behalve de Nederlanders waren alle auteurs, op de Rus na, onbekend voor mij. De drie Japanners die erin staan – Mitsuhara Yuri, Isaka Kotaro en Norizuki Rintaro – spraken me het meest aan, of eigenlijk twee, want Mitsuhara verzon weliswaar een aardig verhaal, maar met een bovennatuurlijk tintje. Alle drie geven ze een goed geschreven inkijkje op de Japanse samenleving. Bij diverse andere schrijvers krijg je daarentegen het gevoel dat het verhaal net zo goed door iemand met een andere landsaard of taal geschreven had kunnen zijn. Vergeleken met Amerikaanse verhalen zijn het tempo en de toon vaak rustig en bedaard. Dat is niet erg, maar een beetje vaart is wel zo aansprekend.

Anders dan een roman is een verhalenbundel er niet om achter elkaar uit te lezen. Een verhaaltje voor het slapen gaan is een betere benadering. Je bekoopt je zeker niet aan deze bundel. Dezer dagen is het natuurlijk wel de vraag of je er goed aan doet als Nederlander met een vreemd Passport op zak te lopen. Laat je daardoor niet leiden en zie om te beginnen hoe Appel, Baantjer en Capel Hollands vlag op vreemde kust doen wapperen. Was het moeilijk? Nee, het was gewoon een ABC’tje, kunnen ze met hun drieën zeggen.
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2