archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Metante Henk Klaren

2013VG MetanteDe dag na het overlijden van Wim de Bie liep ik langs een dure wijnwinkel bij mij om de hoek. In de etalage lag de voorpagina van de Volkskrant van die dag. Netjes gedrapeerd was die bladzij met  het bijna bladvullende portret van Wim de Bie. Er lag een prachtige rode roos bij. Zou hij daar klant zijn geweest? Dat zou me verbazen, want ik loop daar wel bijna dagelijks en heb de Bie nog nooit bespeurd. Ik heb hem wel eens in levende lijve gezien hoor. Eens bijvoorbeeld toen er TV-opnamen werden gemaakt op het Plein in Den Haag. In volle actie zeg maar. Een andere keer op een klein station ergens in den lande. Ik weet niet meer waar. Het was er niet druk. Nog geen 28 reizigers leek me. Dus Sander Schimmelpenninck zou niet veel te verkopen hebben gehad. Het zag er wat eenzaam uit, zo’n lange lul (zoals Dirk zou zeggen) met een piepklein rolkoffertje. Meer een roltasje eigenlijk. Niemand vroeg een handtekening. Selfies samen met de ster werden niet gemaakt. Dat was toen ook nog niet echt mode geloof ik.

En nou is hij dood. Hele generaties boomers lopen over van de herinneringen. TV en pers laten niet na ons beelden, geluidsopnames en teksten te laten zien, horen en lezen. Helemaal terecht. Ik geniet er van. Al blijft het wel wat merkwaardig om te lachen bij het overlijden van een mens. Tuurlijk: een leuk mens, een geestig mens, een geniaal mens zelfs. Toch ook wat tragisch. Beetje eenzaam misschien. Alsof hij wel vaker op zo’n station stond.

Het heeft niet veel zin om hier hetzelfde te doen als de media. En duiding van de kunstenaar kan denk ik ook beter worden overgelaten aan de epigonen. Nou ja, epigonen. Dat is misschien wat streng, ‘epigonen’. Maar cabaret (om het voor het gemak maar eens te noemen) zou er anno nu zonder Koot en Bie heel anders uit hebben gezien.

Veel mensen zullen naast de bekende riedels (woordkeus niet neerbuigend bedoeld) ook persoonlijke herinneringen hebben. Ik heb er twee:

We zaten toevallig met een persoon of tien (van diverse geslachten, uitsluitend binaire types) in een kringetje bij iemand thuis. Een van de aanwezigen had de elpee Hengstenbal bij zich. Net gekocht. De gastpersoon had een platenspeler. In die prehistorie was dat heel gewoon. Op die plaat stond dat nummer met al die synoniemen voor ‘de oudste beweging ter wereld’. Iedereen in diverse leeftijdsklassen kent dat nummer vandaag de dag, maar voor ons gezelschap toen was het nieuw. We hebben met zijn tienen zo hard gelachen, tot huilens en ademhappens toe. Ik geloof niet dat ik ooit in gezelschap zo kansloos gierend in een hoek heb gelegen. En ik niet alleen: állemaal.  Met de nieuwe preutsheid van tegenwoordig zou zoiets niet meer gemaakt kunnen worden denk ik. Een verlies.

En dan had ik indertijd een leuke functie bij het Ministerie van VRO (ik weet niet zeker of de M er toen al bij was). Ik was hoofd van een afdeling. Niet zo’n grote afdeling. Wel best een belangrijke. Daar schep ik een andere keer wel eens over op. Het was Koot-en-Bietijd. Dus doorspekte menig ambtenaar zijn taal met Koot-en-Bie-speak. Ook ik. In de afdelingsvergaderingen gebruikte ik wel eens de uitdrukking mutatis mutandis, maar dan op zijn Koot-en-Bies: mutatis metante. Tot mijn niet geringe verbazing trof ik die uitdrukking na enige tijd in die vorm aan in een conceptnota van een van de medewerkers. Toen ik hem op de fout wees zei hij bedremmeld, dat ik dat toch zelf vaak zei. Hij was een zeldzame diersoort: hij keek niet naar het Simplistisch Verbond.

Hij heeft niet zo lang bij ons gewerkt.

----------

Wim de Bie is typerend neergezet door Han Busstra.


© 2023 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Metante Henk Klaren
2013VG MetanteDe dag na het overlijden van Wim de Bie liep ik langs een dure wijnwinkel bij mij om de hoek. In de etalage lag de voorpagina van de Volkskrant van die dag. Netjes gedrapeerd was die bladzij met  het bijna bladvullende portret van Wim de Bie. Er lag een prachtige rode roos bij. Zou hij daar klant zijn geweest? Dat zou me verbazen, want ik loop daar wel bijna dagelijks en heb de Bie nog nooit bespeurd. Ik heb hem wel eens in levende lijve gezien hoor. Eens bijvoorbeeld toen er TV-opnamen werden gemaakt op het Plein in Den Haag. In volle actie zeg maar. Een andere keer op een klein station ergens in den lande. Ik weet niet meer waar. Het was er niet druk. Nog geen 28 reizigers leek me. Dus Sander Schimmelpenninck zou niet veel te verkopen hebben gehad. Het zag er wat eenzaam uit, zo’n lange lul (zoals Dirk zou zeggen) met een piepklein rolkoffertje. Meer een roltasje eigenlijk. Niemand vroeg een handtekening. Selfies samen met de ster werden niet gemaakt. Dat was toen ook nog niet echt mode geloof ik.

En nou is hij dood. Hele generaties boomers lopen over van de herinneringen. TV en pers laten niet na ons beelden, geluidsopnames en teksten te laten zien, horen en lezen. Helemaal terecht. Ik geniet er van. Al blijft het wel wat merkwaardig om te lachen bij het overlijden van een mens. Tuurlijk: een leuk mens, een geestig mens, een geniaal mens zelfs. Toch ook wat tragisch. Beetje eenzaam misschien. Alsof hij wel vaker op zo’n station stond.

Het heeft niet veel zin om hier hetzelfde te doen als de media. En duiding van de kunstenaar kan denk ik ook beter worden overgelaten aan de epigonen. Nou ja, epigonen. Dat is misschien wat streng, ‘epigonen’. Maar cabaret (om het voor het gemak maar eens te noemen) zou er anno nu zonder Koot en Bie heel anders uit hebben gezien.

Veel mensen zullen naast de bekende riedels (woordkeus niet neerbuigend bedoeld) ook persoonlijke herinneringen hebben. Ik heb er twee:

We zaten toevallig met een persoon of tien (van diverse geslachten, uitsluitend binaire types) in een kringetje bij iemand thuis. Een van de aanwezigen had de elpee Hengstenbal bij zich. Net gekocht. De gastpersoon had een platenspeler. In die prehistorie was dat heel gewoon. Op die plaat stond dat nummer met al die synoniemen voor ‘de oudste beweging ter wereld’. Iedereen in diverse leeftijdsklassen kent dat nummer vandaag de dag, maar voor ons gezelschap toen was het nieuw. We hebben met zijn tienen zo hard gelachen, tot huilens en ademhappens toe. Ik geloof niet dat ik ooit in gezelschap zo kansloos gierend in een hoek heb gelegen. En ik niet alleen: állemaal.  Met de nieuwe preutsheid van tegenwoordig zou zoiets niet meer gemaakt kunnen worden denk ik. Een verlies.

En dan had ik indertijd een leuke functie bij het Ministerie van VRO (ik weet niet zeker of de M er toen al bij was). Ik was hoofd van een afdeling. Niet zo’n grote afdeling. Wel best een belangrijke. Daar schep ik een andere keer wel eens over op. Het was Koot-en-Bietijd. Dus doorspekte menig ambtenaar zijn taal met Koot-en-Bie-speak. Ook ik. In de afdelingsvergaderingen gebruikte ik wel eens de uitdrukking mutatis mutandis, maar dan op zijn Koot-en-Bies: mutatis metante. Tot mijn niet geringe verbazing trof ik die uitdrukking na enige tijd in die vorm aan in een conceptnota van een van de medewerkers. Toen ik hem op de fout wees zei hij bedremmeld, dat ik dat toch zelf vaak zei. Hij was een zeldzame diersoort: hij keek niet naar het Simplistisch Verbond.

Hij heeft niet zo lang bij ons gewerkt.

----------

Wim de Bie is typerend neergezet door Han Busstra.
© 2023 Henk Klaren
powered by CJ2