archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Hustle Katharina Kouwenhoven

Films over con-games en grafters zijn wat mij betreft de leukste exemplaren in het misdaadgenre, mits de plot de nodige complexiteit kent en de toeschouwer geregeld op het verkeerde been wordt gezet. Iedereen kent natuurlijk ‘The Sting’, maar mijn favoriet is David Mamet's ‘House of Games’, met Joe Mantegna en de mij onbekende Lindsay Crouse, vooral vanwege de vervreemdende omgeving, die veel weg heeft van de artificiele decors van Hitchcockfilms.

Met spanning zag ik uit naar de eerste aflevering van de nieuwe serie 'Hustle', een BBC-productie uitgezonden door BNN op maandagavond om 23.15 op Nederland 2. Voor een serie over hustlers lijkt mij een probleem dat er voor elke aflevering een nieuwe oplichterszaak of scheme bedacht moet worden en dat een aflevering maar een uur duurt, wat een belemmering is voor een echte ingewikkelde plot met verschillende lagen en wisselende slachtoffers. In de eerste aflevering moesten dan ook nog de hoofdpersonen geïntroduceerd worden. Dat laatste werd overigens op een aardige manier opgelost, namelijk in de vorm van informatie waarover de politie beschikte.

Het oplichterszaakje van de eerste aflevering had niet veel om het lijf. Je tilt iemand voor een niet onaanzienlijk bedrag door hem op korte termijn een verviervoudiging van zijn inleg voor te spiegelen. Verder hoef je hem alleen maar zo gek te krijgen dat hij met cash – cash zit altijd in zo'n rechthoekig leren koffertje – over de brug komt. Een gewoon Rienk Kamer akkefietje en als Legiolease-constructie zelfs volstrekt legaal, want zwart-op-wit en voorzien van kleine lettertjes. Een dubbele bodem zat er niet in, maar die zat wel ergens anders.

In 'Hustle' wordt het spel namelijk gespeeld door een team, dat aangevoerd wordt door de zwarte gentleman Mickey ‘Bricks’ Stone, zijn vroegere mentor Albert Stroller die de slachtoffers uitzoekt, het technisch brein Ash Morgan en Stone’s ex-vriendin Stacie Monroe.Bij dat team meldt zich een nieuwe medewerker, de behendige kaarter Danny Blue. Om diens loyaliteit op de proef te stellen werd een vernuftig theaterstukje opgevoerd, waarin deze arme drommel werd opgepakt door de politie en verleid om zijn kameraden te verlinken, waarna de politie een inval deed bij de oplichtersbende en het bendehoofd door zijn kop schoot. Net als de aankomende bedrieger werd ook de kijker geacht hier in te trappen, maar de ervaren toeschouwer is natuurlijk niet op zijn achterhoofd gevallen. In de eerste aflevering van een serie gaan de hoofdpersonen niet dood, evenmin verdwijnen zij tientallen jaren achter de tralies

Naast het slachtoffer dat een ton lichter werd gemaakt was er nog een slachtoffer in de eerste aflevering, namelijk de lieftallige politierechercheur die de zaak moest onderzoeken.0211 Hustle Hiermee werden meteen de lijnen voor volgende afleveringen uitgezet. Niet alleen zal er een goedgelovige, maar inhalige idioot ten prooi vallen aan het gemanipuleer van dit prettig ogende oplichterszooitje, ook de rechercheur zal elke aflevering tandenknarsend en met lege handen achterblijven. Dat kan best wat worden, zolang de scenarioschrijvers maar leuke plots weten te bedenken.

'Een eerlijk mens kan niet bedrogen worden' was één van de wisecracks van de bendeleider. De willigste slachtoffers van oplichterspraktijken zijn immers oplichters zelf. Van dat gegeven wordt in con-movies altijd dankbaar gebruik gemaakt om verwarring te zaaien over wie nu eigenlijk bezig is wie pootje te lichten. In deze eerste aflevering van 'Hustle' was dat echter niet aan de orde. Misschien komt dat nog. Maar ik ben bang dat een serie-aflevering hiervoor te kort is, als het tempo tenminste niet wordt opgevoerd. Het zwendelteam boezemt mij wel vertrouwen in. Zij wekken in ieder geval sympathie, zoals alle goedogende en vaardige charlatans in con-movies. Dat komt niet alleen door de manier waarop ze gecast zijn. Ook in het echte leven hebben oplichters vaak de sympathie en bewondering van het publiek en soms zelfs van hun slachtoffers.

In het in 1963 verschenen boek ‘De Oplichter’ van de psychiater H. Zeegers wordt reeds melding gemaakt van de positieve reacties van sommige slachtoffers van huwelijkszwendelaars. Weliswaar was hun spaarbankboekje leeg, maar ze hadden vaak een hele leuke tijd gehad en veel onverwachte aandacht gekregen. De zwendelaar spreekt ons aan door zijn fantasie en verbeeldingskracht, die hij ook nog eens ongeremd omzet in daden. Toch zijn die oplichters vooral tragische en dwangmatige gevallendie het liegen niet kunnen laten. Zij hebben weliswaar het talent om zich aan uiteenlopende situaties aan te passen, een groot inlevingsvermogen en intuïtieve mensenkennis – vooral waar het de zwakheden van hun slachtoffers betreft – maar in feite hebben ze met anderen geen wezenlijk contact. Ze worden beheerst door hun eigen zakkenvullerslogica en de omgang met anderen is oppervlakkig en vluchtig en heeft slechts een beperkt doel.

Moet je ze in het echte leven vooral vermijden, voor film en theater zijn het ideale personages. Ze zetten ogenschijnlijk met veel flair de zaken naar hun hand en doen dingen die wij niet zouden durven. De meelijwekkende leegte van een bestaan, waarin alleen maar rollen gespeeld worden is op toneel of doek niet aan de orde, want het gaat altijd om een ‘zaak’ en niet om het ‘leven’ van zo’n stelletje triefelaars. Elke week een uur nieuwe sjoemelpraktijken van een team aantrekkelijke en behendige stiekemerds, ik zie er naar uit.

Zeegers, H. (1963). De Oplichter. Utrecht: Erven J. Bijleveld.

© 2005 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Hustle Katharina Kouwenhoven
Films over con-games en grafters zijn wat mij betreft de leukste exemplaren in het misdaadgenre, mits de plot de nodige complexiteit kent en de toeschouwer geregeld op het verkeerde been wordt gezet. Iedereen kent natuurlijk ‘The Sting’, maar mijn favoriet is David Mamet's ‘House of Games’, met Joe Mantegna en de mij onbekende Lindsay Crouse, vooral vanwege de vervreemdende omgeving, die veel weg heeft van de artificiele decors van Hitchcockfilms.

Met spanning zag ik uit naar de eerste aflevering van de nieuwe serie 'Hustle', een BBC-productie uitgezonden door BNN op maandagavond om 23.15 op Nederland 2. Voor een serie over hustlers lijkt mij een probleem dat er voor elke aflevering een nieuwe oplichterszaak of scheme bedacht moet worden en dat een aflevering maar een uur duurt, wat een belemmering is voor een echte ingewikkelde plot met verschillende lagen en wisselende slachtoffers. In de eerste aflevering moesten dan ook nog de hoofdpersonen geïntroduceerd worden. Dat laatste werd overigens op een aardige manier opgelost, namelijk in de vorm van informatie waarover de politie beschikte.

Het oplichterszaakje van de eerste aflevering had niet veel om het lijf. Je tilt iemand voor een niet onaanzienlijk bedrag door hem op korte termijn een verviervoudiging van zijn inleg voor te spiegelen. Verder hoef je hem alleen maar zo gek te krijgen dat hij met cash – cash zit altijd in zo'n rechthoekig leren koffertje – over de brug komt. Een gewoon Rienk Kamer akkefietje en als Legiolease-constructie zelfs volstrekt legaal, want zwart-op-wit en voorzien van kleine lettertjes. Een dubbele bodem zat er niet in, maar die zat wel ergens anders.

In 'Hustle' wordt het spel namelijk gespeeld door een team, dat aangevoerd wordt door de zwarte gentleman Mickey ‘Bricks’ Stone, zijn vroegere mentor Albert Stroller die de slachtoffers uitzoekt, het technisch brein Ash Morgan en Stone’s ex-vriendin Stacie Monroe.Bij dat team meldt zich een nieuwe medewerker, de behendige kaarter Danny Blue. Om diens loyaliteit op de proef te stellen werd een vernuftig theaterstukje opgevoerd, waarin deze arme drommel werd opgepakt door de politie en verleid om zijn kameraden te verlinken, waarna de politie een inval deed bij de oplichtersbende en het bendehoofd door zijn kop schoot. Net als de aankomende bedrieger werd ook de kijker geacht hier in te trappen, maar de ervaren toeschouwer is natuurlijk niet op zijn achterhoofd gevallen. In de eerste aflevering van een serie gaan de hoofdpersonen niet dood, evenmin verdwijnen zij tientallen jaren achter de tralies

Naast het slachtoffer dat een ton lichter werd gemaakt was er nog een slachtoffer in de eerste aflevering, namelijk de lieftallige politierechercheur die de zaak moest onderzoeken.0211 Hustle Hiermee werden meteen de lijnen voor volgende afleveringen uitgezet. Niet alleen zal er een goedgelovige, maar inhalige idioot ten prooi vallen aan het gemanipuleer van dit prettig ogende oplichterszooitje, ook de rechercheur zal elke aflevering tandenknarsend en met lege handen achterblijven. Dat kan best wat worden, zolang de scenarioschrijvers maar leuke plots weten te bedenken.

'Een eerlijk mens kan niet bedrogen worden' was één van de wisecracks van de bendeleider. De willigste slachtoffers van oplichterspraktijken zijn immers oplichters zelf. Van dat gegeven wordt in con-movies altijd dankbaar gebruik gemaakt om verwarring te zaaien over wie nu eigenlijk bezig is wie pootje te lichten. In deze eerste aflevering van 'Hustle' was dat echter niet aan de orde. Misschien komt dat nog. Maar ik ben bang dat een serie-aflevering hiervoor te kort is, als het tempo tenminste niet wordt opgevoerd. Het zwendelteam boezemt mij wel vertrouwen in. Zij wekken in ieder geval sympathie, zoals alle goedogende en vaardige charlatans in con-movies. Dat komt niet alleen door de manier waarop ze gecast zijn. Ook in het echte leven hebben oplichters vaak de sympathie en bewondering van het publiek en soms zelfs van hun slachtoffers.

In het in 1963 verschenen boek ‘De Oplichter’ van de psychiater H. Zeegers wordt reeds melding gemaakt van de positieve reacties van sommige slachtoffers van huwelijkszwendelaars. Weliswaar was hun spaarbankboekje leeg, maar ze hadden vaak een hele leuke tijd gehad en veel onverwachte aandacht gekregen. De zwendelaar spreekt ons aan door zijn fantasie en verbeeldingskracht, die hij ook nog eens ongeremd omzet in daden. Toch zijn die oplichters vooral tragische en dwangmatige gevallendie het liegen niet kunnen laten. Zij hebben weliswaar het talent om zich aan uiteenlopende situaties aan te passen, een groot inlevingsvermogen en intuïtieve mensenkennis – vooral waar het de zwakheden van hun slachtoffers betreft – maar in feite hebben ze met anderen geen wezenlijk contact. Ze worden beheerst door hun eigen zakkenvullerslogica en de omgang met anderen is oppervlakkig en vluchtig en heeft slechts een beperkt doel.

Moet je ze in het echte leven vooral vermijden, voor film en theater zijn het ideale personages. Ze zetten ogenschijnlijk met veel flair de zaken naar hun hand en doen dingen die wij niet zouden durven. De meelijwekkende leegte van een bestaan, waarin alleen maar rollen gespeeld worden is op toneel of doek niet aan de orde, want het gaat altijd om een ‘zaak’ en niet om het ‘leven’ van zo’n stelletje triefelaars. Elke week een uur nieuwe sjoemelpraktijken van een team aantrekkelijke en behendige stiekemerds, ik zie er naar uit.

Zeegers, H. (1963). De Oplichter. Utrecht: Erven J. Bijleveld.
© 2005 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2