archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Vaderlandse wereldgeschiedenissen Willem Minderhout

1611VG GestoireU kent ze wel, die Franse hypermarchés waar je alles kunt kopen. Sommigen zijn ook van goed gesorteerde boekenafdelingen voorzien. Ik weet nooit of dit een teken van beschaving is, of van barbarij. Is de Fransman zo enorm geinteresseerd in literatuur dat de grootgrutters aan deze behoefte tegemoet moeten komen, of hebben deze koopschuren niet alleen de kleine bakkers, slagers en kruideniers in de stadscentra kapot geconcurreerd, maar ook de boekhandel?

Als ik zo’n boekenhoek aantref, kan ik het nooit laten om er in te grasduinen en regelmatig belandt er iets tussen de boodschappen. Zo’n twee jaar geleden werd mijn oog getroffen door ‘Histoire mondiale de la France’. Na enig geblader besloot ik dat boek tussen de Jarret de Porc en de Cigarettes Russes in mijn karretje te deponeren.
Het bleek een uitstekende aankoop. Niet dat ik het al van kaft tot kaft gelezen heb, maar het is een ideaal boek om af en toe ter hand te nemen om een aantal hoofdstukjes te lezen. Die hoofdstukjes zijn gewijd aan episodes uit de Franse geschiedenis, met speciale aandacht voor de relatie daarvan met gebeurtenisen elders in de wereld. De ‘vaderlandse geschiedenis’ wordt op die manier in een mondiale context gepresenteerd. Ik vond dit een uiterst originele aanpak, die ook voor een behandeling van de Nederlandse geschiedenis zeer geschikt zou zijn.

Mijn gebeden werden verhoord, want op initiatief van het Huygens Instituut is er vorig jaar een ‘Wereldgeschiedenis van Nederland’ verschenen. In het voorwoord wordt de Histoire Mondiale expliciet als voorbeeld genoemd. Ook dit boek kan ik u van harte aanbevelen, al trof ik het niet aan bij Albert Heijn, maar bij de in Nederland nog alom aanwezige ‘betere boekhandel’.
De opzet is vergelijkbaar. Een keur van historici is gevraagd om fris van de lever en zonder al te veel voetnoten een periode uit de ‘vaderlandse geschiedenis’ in internationaal perspectief te beschrijven. Het resultaat is een groot aantal tamelijk essayistische stukjes die op chronologische volgorde een fascinerend beeld geven van de internationale invloeden op de nationale geschiedenis en vice versa.

Is het Huygens Instituut erin geslaagd het Franse voorbeeld te evenaren, of zelfs te overtreffen? Deze vraag is uiteraard tamelijk subjectief, maar ik heb gepoogd een vergelijking te maken. De prijs is in het voordeel van de Fransen. ‘Histoire mondiale de la France’ kost 29 euro en voor de ‘Wereldgeschiedenis van Nederland’ moet u 45 euro neertellen. Hier hoort wel de kanttekening bij dat de ‘Histoire’ als paperback is uitgevoerd en de ‘Wereldgeschiedenis’ gebonden is. Het papier van de Wereldgeschiedenis is echt prachtig en ook de illustraties zijn een stuk mooier dan in de Histoire. Wat ook niet prettig is aan de Histoire is de opmaak in twee kolommen. Qua vormgeving wint de Nederlands versie.

De Franse versie begint 23.000 jaar voor het begin van de jaartelling met een verhaal over de ‘Dame de Brassempouy’, de vroegste sculptuur van een vrouwengezicht. Het is een prachtig verhaal, maar een afbeelding van deze sculptuur ontbreekt, dus die moet je er zelf bij googlen. De Wereldgeschiedenis overtreft de Franse ouverture en begint maar liefst zo’n 70.000 jaar geleden met een stuk over sporen van Neanderthalers, geillustreerd met een foto van Ronald Plasterk met de schedel van ‘Krijn’, de ‘Nederlandse neanderthaler’.
De Franse versie eindigt in 2015 met een verhaal over de terugkeer van het vlagvertoon naar aanleiding van terroristische aanslagen. Dat is het laatste van 146 hoofdstukjes en 765 pagina’s tekst. De Nederlandse evenknie eindigt in 2017 en behandelt de tekortschietende Nederlandse liefdadigheid ten aanzien van Sint Maarten na de orkaan Irma. Dat is het laatste van 117 hoofdstukjes en 730 pagina’s tekst.
De twee boeken houden elkaar dus aardig in evenwicht, maar het gaat natuurlijk uiteindelijk om de inhoud. Ik voel me niet geroepen om 263 hoofdstukjes te bespreken. Ik heb ze nog lang niet allemaal gelezen en wat ik gelezen heb vond ik niet allemaal even interessant. Beide boeken zijn echter zo gevarieerd dat iedereen er wel iets van zijn gading in moet vinden.

Interessant is wel om overeenkomstige episodes te vergelijken. Dan blijkt meestal dat de Nederlandse versie wat minder avontuurlijk is dan de Franse. In de Franse beschrijving van het revolutiejaar 1848 druipt het vergoten bloed van de pagina’s, terwijl de Nederlandse versie zich beperkt tot een beschrijving van de buitenlandse intellectuele invloed op Thorbecke.
Wat mij bijzonder beviel aan beide boeken is dat de aandacht ook naar kleinere onderwerpen gaat, zoals de geschiedenis van ‘Chanel No 5’, of het artikel dat Henk Looijesteijn aan de Amerikaanse avonturen van Plockhoy uit Zierikzee wijdt. Daar kan ik vast nog wel een paar stukjes aan wijden.

------
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2019 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Vaderlandse wereldgeschiedenissen Willem Minderhout
1611VG GestoireU kent ze wel, die Franse hypermarchés waar je alles kunt kopen. Sommigen zijn ook van goed gesorteerde boekenafdelingen voorzien. Ik weet nooit of dit een teken van beschaving is, of van barbarij. Is de Fransman zo enorm geinteresseerd in literatuur dat de grootgrutters aan deze behoefte tegemoet moeten komen, of hebben deze koopschuren niet alleen de kleine bakkers, slagers en kruideniers in de stadscentra kapot geconcurreerd, maar ook de boekhandel?

Als ik zo’n boekenhoek aantref, kan ik het nooit laten om er in te grasduinen en regelmatig belandt er iets tussen de boodschappen. Zo’n twee jaar geleden werd mijn oog getroffen door ‘Histoire mondiale de la France’. Na enig geblader besloot ik dat boek tussen de Jarret de Porc en de Cigarettes Russes in mijn karretje te deponeren.
Het bleek een uitstekende aankoop. Niet dat ik het al van kaft tot kaft gelezen heb, maar het is een ideaal boek om af en toe ter hand te nemen om een aantal hoofdstukjes te lezen. Die hoofdstukjes zijn gewijd aan episodes uit de Franse geschiedenis, met speciale aandacht voor de relatie daarvan met gebeurtenisen elders in de wereld. De ‘vaderlandse geschiedenis’ wordt op die manier in een mondiale context gepresenteerd. Ik vond dit een uiterst originele aanpak, die ook voor een behandeling van de Nederlandse geschiedenis zeer geschikt zou zijn.

Mijn gebeden werden verhoord, want op initiatief van het Huygens Instituut is er vorig jaar een ‘Wereldgeschiedenis van Nederland’ verschenen. In het voorwoord wordt de Histoire Mondiale expliciet als voorbeeld genoemd. Ook dit boek kan ik u van harte aanbevelen, al trof ik het niet aan bij Albert Heijn, maar bij de in Nederland nog alom aanwezige ‘betere boekhandel’.
De opzet is vergelijkbaar. Een keur van historici is gevraagd om fris van de lever en zonder al te veel voetnoten een periode uit de ‘vaderlandse geschiedenis’ in internationaal perspectief te beschrijven. Het resultaat is een groot aantal tamelijk essayistische stukjes die op chronologische volgorde een fascinerend beeld geven van de internationale invloeden op de nationale geschiedenis en vice versa.

Is het Huygens Instituut erin geslaagd het Franse voorbeeld te evenaren, of zelfs te overtreffen? Deze vraag is uiteraard tamelijk subjectief, maar ik heb gepoogd een vergelijking te maken. De prijs is in het voordeel van de Fransen. ‘Histoire mondiale de la France’ kost 29 euro en voor de ‘Wereldgeschiedenis van Nederland’ moet u 45 euro neertellen. Hier hoort wel de kanttekening bij dat de ‘Histoire’ als paperback is uitgevoerd en de ‘Wereldgeschiedenis’ gebonden is. Het papier van de Wereldgeschiedenis is echt prachtig en ook de illustraties zijn een stuk mooier dan in de Histoire. Wat ook niet prettig is aan de Histoire is de opmaak in twee kolommen. Qua vormgeving wint de Nederlands versie.

De Franse versie begint 23.000 jaar voor het begin van de jaartelling met een verhaal over de ‘Dame de Brassempouy’, de vroegste sculptuur van een vrouwengezicht. Het is een prachtig verhaal, maar een afbeelding van deze sculptuur ontbreekt, dus die moet je er zelf bij googlen. De Wereldgeschiedenis overtreft de Franse ouverture en begint maar liefst zo’n 70.000 jaar geleden met een stuk over sporen van Neanderthalers, geillustreerd met een foto van Ronald Plasterk met de schedel van ‘Krijn’, de ‘Nederlandse neanderthaler’.
De Franse versie eindigt in 2015 met een verhaal over de terugkeer van het vlagvertoon naar aanleiding van terroristische aanslagen. Dat is het laatste van 146 hoofdstukjes en 765 pagina’s tekst. De Nederlandse evenknie eindigt in 2017 en behandelt de tekortschietende Nederlandse liefdadigheid ten aanzien van Sint Maarten na de orkaan Irma. Dat is het laatste van 117 hoofdstukjes en 730 pagina’s tekst.
De twee boeken houden elkaar dus aardig in evenwicht, maar het gaat natuurlijk uiteindelijk om de inhoud. Ik voel me niet geroepen om 263 hoofdstukjes te bespreken. Ik heb ze nog lang niet allemaal gelezen en wat ik gelezen heb vond ik niet allemaal even interessant. Beide boeken zijn echter zo gevarieerd dat iedereen er wel iets van zijn gading in moet vinden.

Interessant is wel om overeenkomstige episodes te vergelijken. Dan blijkt meestal dat de Nederlandse versie wat minder avontuurlijk is dan de Franse. In de Franse beschrijving van het revolutiejaar 1848 druipt het vergoten bloed van de pagina’s, terwijl de Nederlandse versie zich beperkt tot een beschrijving van de buitenlandse intellectuele invloed op Thorbecke.
Wat mij bijzonder beviel aan beide boeken is dat de aandacht ook naar kleinere onderwerpen gaat, zoals de geschiedenis van ‘Chanel No 5’, of het artikel dat Henk Looijesteijn aan de Amerikaanse avonturen van Plockhoy uit Zierikzee wijdt. Daar kan ik vast nog wel een paar stukjes aan wijden.

------
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2019 Willem Minderhout
powered by CJ2