archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Het huis van Ewart Grogan Jan Dekker

1219VG GroganKoloniale herineringen (11)
Eind 2002 was ik, als waarnemer bij de Keniaanse verkiezingen, gestationeerd in Taita-Taveta District in het Zuiden; zo zie je nog eens wat. Wat me vooral is bijgebleven is een bezoek aan een enorm huis, verlaten en vervallen, op een heuvel, Girigan, met uitzicht op de Kilimanjaro aan de ene kant en de Indische Oceaan in de verte aan de andere kant. Het huis werd ooit gebouwd door Ewart Grogan, een fameuze aanvoerder van de Keniaanse ‘settlers’ in een eerdere tijd.

Het Britse koloniale bewind in Kenia duurde ruwweg van 1885-1965. De vroegkoloniale tijd, tot 1914, was een periode van avontuur, ontdekking en romantiek. De middenperiode, van 1918-1940, was er een van ontwikkeling en opbouw, maar ook van exploitatie en uitbuiting. Na 1945 was er veel meer aandacht voor de kolonie zelf, maar het eindigde abrupt in de dekolonisatie met veel wederzijdse achterdocht en teleurstelling. Ewart Grogan maakte alle drie periodes bewust mee, hij personifieert de ontwikkelingen als het ware.

Ewart werd geboren in 1874, in een welgestelde familie. Hij bezocht Cambridge University, maar behaalde geen graad. In 1896 nam hij, als gewoon soldaat, dienst en vocht in de Tweede Matabele Oorlog in Zimbabwe. Hij werd daar ernstig ziek, keerde terug naar Londen, waar de behandelend arts hem aanvankelijk weinig kans meer gaf, maar in 1897 vinden we hem terug in Nieuw Zeeland. Daar ontmoette hij Gertrude Watt. Haar stiefvader vond hem echter geen geschikte huwelijkskandidaat en meende dat hij zich eerst maar eens moest bewijzen. Grogan vatte dit op als uitdaging om een voettocht te gaan maken van Zuid-Afrika naar Egypte, van Cape to Cairo, wat niemand eerder had gedaan. Hij was 24 jaar oud en zijn tocht begon in Beira, in het huidige Mozambique, in 1898, de eerste helft in gezelschap van zijn vriend Arthur Sharp. De gehele tocht zou, met voorbereidingen, twee jaar duren.

Hij volgde, heel verstandig het begrip voettocht oprekkend, zo veel mogelijk reeds bekende waterwegen, eerst de Shire, vervolgens Lake Nyasa en Lake Tanganyika en, aan het eind, de Nijl. Het laatste contact met de bewoonde wereld was de Duitse nederzetting, Usambare, in het hedendaagse Burundi. Vanaf hier begon de daadwerkelijke ontdekkingstocht van Kivu tot Zuid-Soedan, een afstand van ongeveer 1500 km. Veelal door onherbergzaam gebied met een vijandige bevolking –zelfs kannibalen– met als sluitstuk het eindeloze Sud moeras in Zuid-Soedan, dat hij écht te voet moest doen. Zijn gezondheid werd weer ernstig op de proef gesteld, met wederom aanvallen van zwartwaterkoorts en een leverabces, naast de ‘gewone’ ondervoeding en uitputting.

Na zijn terugkeer in Engeland, voorjaar 1900, was Grogan op slag beroemd. Hij werd in audiëntie ontvangen door Queen Victoria en benoemd tot lid van de Royal Geographical Society. Vervolgens slaagde hij erin om nog datzelfde jaar het verslag van zijn tocht te publiceren (1). Hij trouwde met zijn Gertrude, die overigens ook nog gefortuneerd was. Het stel vertrok naar Zuid-Afrika in 1903, maar verhuisde in hetzelfde jaar nog naar Kenia, dat recentelijk opengesteld was voor ‘settlers’. Voor een deel waren dat mensen met weinig financiële middelen die hoopten een beter bestaan op te bouwen. Grogan behoorde tot de meer vermogenden die mogelijkheden zagen om te investeren en hun fortuin te vergroten. De laatste groep was zeer welkom en kreeg vaak een speciale behandeling van de koloniale bestuurders.

In Zuid-Afrika had Grogan opgemerkt dat er grote behoefte bestond aan houten stutten voor mijngangen. Hij besloot daarom zijn geluk te beproeven in de houtwinning. Tegelijk was er een toenemende vraag naar timmerhout in Kenia zelf. Hij vroeg twee concessies aan, de eerste voor 64.000 acres in een bosgebied rond Longiani (terwijl het gemiddelde perceel dat uitgegeven werd aan settlers 5.000 acres was) en een tweede van 100 acres in Mombasa, maar dan wel aan de waterkant, het latere havengebied Kilindini. Door zijn goede contacten werden die concessies inderdaad verleend, maar daar stonden wel verplichtingen tegenover: een houtzagerij bouwen, wegen aanleggen en in Mombasa een diepwaterkade. Later werd de concessie vergroot en op een zeker moment had hij 180,000 acres in bezit, waarmee hij de grootste grondeigenaar van koloniaal Kenya was (1 acre=0.4 ha). Dit was het begin van een indrukwekkend imperium dat uiteindelijk zelfs hotels en kranten omvatte.

Zijn gezinsleven verliep aanvankelijk voorspoedig. Het eerste kind was een dochter, geboren in 1902; er zouden nog drie dochters volgen. Zijn vrouw, Gertrude, bracht een groot deel van haar tijd door met de kinderen in Engeland, waar Grogan geregeld verbleef en een grote staat voerde met een huis op Draycott Place in Londen en een buitenhuis in Sussex. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Grogan veel van huis en raakte hij op drift. Na de oorlog leefde hij openlijk1219VG Kenyatta samen met een vriendin en later met een tweede. Beiden hadden buitenechtelijke kinderen van hem (weer dochters). Af en toe woonde hij ook nog bij zijn officiële gezin, tot de loyale Gertrude overleed in 1943. Hij gedroeg zich als veel machtige, rijke mannen en was beslist niet vrij van zelfoverschatting.

Dat mag ook blijken uit het ‘flogging incident’ dat hem nu nog steeds wordt nagedragen in de literatuur (2,3). In 1907 heeft Grogan, samen met enkele anderen, drie Afrikanen met de zweep afgeranseld, omdat ze in dronken toestand enkele vrouwelijke familieleden van Grogan hadden beledigd en schrik aangejaagd. Deze strafactie was tevens bedoeld als demonstratie tegen de vermeende ineffectiviteit van de koloniale bestuurders. Het incident nam grote proporties aan en werd nauw gevolgd in Londense kringen. Uiteindelijk werden de daders vervolgd en werd Grogan, als aanstichter, tot één maand gevangenis veroordeeld. Die straf heeft hij ook uitgezeten, maar niet in de officiële gevangenis, want de lokale ‘jail’ was twee maanden eerder afgekeurd door de Visiting Justice, vanwege de erbarmelijke omstandigheden. Die Visiting Justice was overigens niemand anders dan Grogan zelf. Op Wikipedia staat trouwens dat een van die mannen werd doodgeranseld, maar dat is onjuist. Het incident was een smet op Grogan’s blazoen, alhoewel zijn tijdgenoten er minder zwaar aan tilden dan we nu zouden doen.

Hoewel Grogan niet te klagen had over de concessies die hij had verkregen in Kenya, ontpopte hij zich toch tot een ongemeen felle criticaster van het koloniaal bestuur, in Nairobi zowel als in Londen. Zijn lijst van publicaties telt vijf boeken en 137 artikelen in kranten en tijdschriften. Hij vertolkte lange tijd de mening van veel ‘settlers’ dat het bestuur teveel de belangen van de Afrikaanse bevolking liet prevaleren. Hij ontwikkelde zich tot een vooraanstaand politicus en was lid van belangrijke vertegenwoordigende lichamen. Hoewel hij een goede reputatie had als werkgever bij zijn Afrikaanse personeel, was zijn houding toch in hoge mate paternalistisch en kon hij zich later moeilijk vinden in de gedachte van Afrikaans zelfbestuur.

In de jaren dertig piekte zijn economische en politieke invloed. Tijdens WO-II concentreerde hij zich in toenemende mate op het ontwikkelen van zijn landerijen in Taveta. Hij had veel succes met irrigatie in dit droge gebied, geholpen door de inzet van Italiaanse krijgsgevangenen. In die tijd heeft hij ook dat landhuis gebouwd. Verder financierde hij de bouw van een kinderziekenhuis in Nairobi ter herinnering aan zijn vrouw; het werd geopend in 1947 en is nog steeds naar haar vernoemd als ‘Gertrude’s Children Hospital’.

Aan het eind van WO-II was Grogan 70 jaar oud, maar hij deed nog volop mee in de koloniale politiek, hoewel zijn invloed taande. De Mau-Mau beweging zette in 1952 de verhoudingen in het land echter op zijn kop. Aanvankelijk werd de gewelddadige opstand nog wel onderdrukt, maar de zelfstandigheid van het land was niet te keren. De leider van de onafhankelijkheidsbeweging was Jomo Kenyatta, 17 jaar jonger dan Grogan, die in Londen had gestudeerd, en net als Grogan een volwaardig boek had gepubliceerd (4). Kenyatta had de jaren voor de machtsoverdracht, vanaf 1952, in detentie doorgebracht tot zijn fortuin keerde en hij werd vrijgelaten in 1961. In 1963 werd Kenia een zelfstandige natie en Kenyatta werd de eerste president van het land.

Inmiddels had Grogan besloten om zijn industrieel imperium in stukken van de hand te doen en de opbrengst te verdelen onder zijn kinderen en kleinkinderen. Hij werd vervolgens nog heel erg oud. Uiteindelijk was hij vrijwel blind en doof en verloor grotendeels het contact met zijn kinderen. Hij overleed in 1967 in Zuid Afrika. Zijn kinderen waren niet op de hoogte van zijn verblijfplaats en werden pas later geïnformeerd; ze waren afwezig op zijn begrafenis. In Kenia werd Grogan’s dood nauwelijks opgemerkt.

Het verwaarloosde en verlaten huis op Girigan dat ik in 2002 heb bezocht, is nadien gerenoveerd en in gebruik als hotel onder de naam ‘Grogan’s Castle’.

1) Grogan, E S & Sharp A H (1900). From The Cape to Cairo.: The first traverse of Africa from South to North. London: Hurst and Blackett.
2) Farrant, Leda (1981). The Legendary Grogan: The only man to trek from Cape to Cairo; Kenya’s controversial pioneer. London: Hamish Hamilton.
3) Paice, Edward (2001). Lost Lion of Empire: The life of ‘Cape-to-Cairo’ Grogan. London: HarperCollins
4) Kenyatta, Jomo (1938). Facing Mount Kenya: The tribal life of the Gikuyu. London: Secker & Warburg

----------------------------------------------------
De plaatjes zijn gemaakt door Henk Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Jan Dekker meer Jan Dekker - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Het huis van Ewart Grogan Jan Dekker
1219VG GroganKoloniale herineringen (11)
Eind 2002 was ik, als waarnemer bij de Keniaanse verkiezingen, gestationeerd in Taita-Taveta District in het Zuiden; zo zie je nog eens wat. Wat me vooral is bijgebleven is een bezoek aan een enorm huis, verlaten en vervallen, op een heuvel, Girigan, met uitzicht op de Kilimanjaro aan de ene kant en de Indische Oceaan in de verte aan de andere kant. Het huis werd ooit gebouwd door Ewart Grogan, een fameuze aanvoerder van de Keniaanse ‘settlers’ in een eerdere tijd.

Het Britse koloniale bewind in Kenia duurde ruwweg van 1885-1965. De vroegkoloniale tijd, tot 1914, was een periode van avontuur, ontdekking en romantiek. De middenperiode, van 1918-1940, was er een van ontwikkeling en opbouw, maar ook van exploitatie en uitbuiting. Na 1945 was er veel meer aandacht voor de kolonie zelf, maar het eindigde abrupt in de dekolonisatie met veel wederzijdse achterdocht en teleurstelling. Ewart Grogan maakte alle drie periodes bewust mee, hij personifieert de ontwikkelingen als het ware.

Ewart werd geboren in 1874, in een welgestelde familie. Hij bezocht Cambridge University, maar behaalde geen graad. In 1896 nam hij, als gewoon soldaat, dienst en vocht in de Tweede Matabele Oorlog in Zimbabwe. Hij werd daar ernstig ziek, keerde terug naar Londen, waar de behandelend arts hem aanvankelijk weinig kans meer gaf, maar in 1897 vinden we hem terug in Nieuw Zeeland. Daar ontmoette hij Gertrude Watt. Haar stiefvader vond hem echter geen geschikte huwelijkskandidaat en meende dat hij zich eerst maar eens moest bewijzen. Grogan vatte dit op als uitdaging om een voettocht te gaan maken van Zuid-Afrika naar Egypte, van Cape to Cairo, wat niemand eerder had gedaan. Hij was 24 jaar oud en zijn tocht begon in Beira, in het huidige Mozambique, in 1898, de eerste helft in gezelschap van zijn vriend Arthur Sharp. De gehele tocht zou, met voorbereidingen, twee jaar duren.

Hij volgde, heel verstandig het begrip voettocht oprekkend, zo veel mogelijk reeds bekende waterwegen, eerst de Shire, vervolgens Lake Nyasa en Lake Tanganyika en, aan het eind, de Nijl. Het laatste contact met de bewoonde wereld was de Duitse nederzetting, Usambare, in het hedendaagse Burundi. Vanaf hier begon de daadwerkelijke ontdekkingstocht van Kivu tot Zuid-Soedan, een afstand van ongeveer 1500 km. Veelal door onherbergzaam gebied met een vijandige bevolking –zelfs kannibalen– met als sluitstuk het eindeloze Sud moeras in Zuid-Soedan, dat hij écht te voet moest doen. Zijn gezondheid werd weer ernstig op de proef gesteld, met wederom aanvallen van zwartwaterkoorts en een leverabces, naast de ‘gewone’ ondervoeding en uitputting.

Na zijn terugkeer in Engeland, voorjaar 1900, was Grogan op slag beroemd. Hij werd in audiëntie ontvangen door Queen Victoria en benoemd tot lid van de Royal Geographical Society. Vervolgens slaagde hij erin om nog datzelfde jaar het verslag van zijn tocht te publiceren (1). Hij trouwde met zijn Gertrude, die overigens ook nog gefortuneerd was. Het stel vertrok naar Zuid-Afrika in 1903, maar verhuisde in hetzelfde jaar nog naar Kenia, dat recentelijk opengesteld was voor ‘settlers’. Voor een deel waren dat mensen met weinig financiële middelen die hoopten een beter bestaan op te bouwen. Grogan behoorde tot de meer vermogenden die mogelijkheden zagen om te investeren en hun fortuin te vergroten. De laatste groep was zeer welkom en kreeg vaak een speciale behandeling van de koloniale bestuurders.

In Zuid-Afrika had Grogan opgemerkt dat er grote behoefte bestond aan houten stutten voor mijngangen. Hij besloot daarom zijn geluk te beproeven in de houtwinning. Tegelijk was er een toenemende vraag naar timmerhout in Kenia zelf. Hij vroeg twee concessies aan, de eerste voor 64.000 acres in een bosgebied rond Longiani (terwijl het gemiddelde perceel dat uitgegeven werd aan settlers 5.000 acres was) en een tweede van 100 acres in Mombasa, maar dan wel aan de waterkant, het latere havengebied Kilindini. Door zijn goede contacten werden die concessies inderdaad verleend, maar daar stonden wel verplichtingen tegenover: een houtzagerij bouwen, wegen aanleggen en in Mombasa een diepwaterkade. Later werd de concessie vergroot en op een zeker moment had hij 180,000 acres in bezit, waarmee hij de grootste grondeigenaar van koloniaal Kenya was (1 acre=0.4 ha). Dit was het begin van een indrukwekkend imperium dat uiteindelijk zelfs hotels en kranten omvatte.

Zijn gezinsleven verliep aanvankelijk voorspoedig. Het eerste kind was een dochter, geboren in 1902; er zouden nog drie dochters volgen. Zijn vrouw, Gertrude, bracht een groot deel van haar tijd door met de kinderen in Engeland, waar Grogan geregeld verbleef en een grote staat voerde met een huis op Draycott Place in Londen en een buitenhuis in Sussex. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Grogan veel van huis en raakte hij op drift. Na de oorlog leefde hij openlijk1219VG Kenyatta samen met een vriendin en later met een tweede. Beiden hadden buitenechtelijke kinderen van hem (weer dochters). Af en toe woonde hij ook nog bij zijn officiële gezin, tot de loyale Gertrude overleed in 1943. Hij gedroeg zich als veel machtige, rijke mannen en was beslist niet vrij van zelfoverschatting.

Dat mag ook blijken uit het ‘flogging incident’ dat hem nu nog steeds wordt nagedragen in de literatuur (2,3). In 1907 heeft Grogan, samen met enkele anderen, drie Afrikanen met de zweep afgeranseld, omdat ze in dronken toestand enkele vrouwelijke familieleden van Grogan hadden beledigd en schrik aangejaagd. Deze strafactie was tevens bedoeld als demonstratie tegen de vermeende ineffectiviteit van de koloniale bestuurders. Het incident nam grote proporties aan en werd nauw gevolgd in Londense kringen. Uiteindelijk werden de daders vervolgd en werd Grogan, als aanstichter, tot één maand gevangenis veroordeeld. Die straf heeft hij ook uitgezeten, maar niet in de officiële gevangenis, want de lokale ‘jail’ was twee maanden eerder afgekeurd door de Visiting Justice, vanwege de erbarmelijke omstandigheden. Die Visiting Justice was overigens niemand anders dan Grogan zelf. Op Wikipedia staat trouwens dat een van die mannen werd doodgeranseld, maar dat is onjuist. Het incident was een smet op Grogan’s blazoen, alhoewel zijn tijdgenoten er minder zwaar aan tilden dan we nu zouden doen.

Hoewel Grogan niet te klagen had over de concessies die hij had verkregen in Kenya, ontpopte hij zich toch tot een ongemeen felle criticaster van het koloniaal bestuur, in Nairobi zowel als in Londen. Zijn lijst van publicaties telt vijf boeken en 137 artikelen in kranten en tijdschriften. Hij vertolkte lange tijd de mening van veel ‘settlers’ dat het bestuur teveel de belangen van de Afrikaanse bevolking liet prevaleren. Hij ontwikkelde zich tot een vooraanstaand politicus en was lid van belangrijke vertegenwoordigende lichamen. Hoewel hij een goede reputatie had als werkgever bij zijn Afrikaanse personeel, was zijn houding toch in hoge mate paternalistisch en kon hij zich later moeilijk vinden in de gedachte van Afrikaans zelfbestuur.

In de jaren dertig piekte zijn economische en politieke invloed. Tijdens WO-II concentreerde hij zich in toenemende mate op het ontwikkelen van zijn landerijen in Taveta. Hij had veel succes met irrigatie in dit droge gebied, geholpen door de inzet van Italiaanse krijgsgevangenen. In die tijd heeft hij ook dat landhuis gebouwd. Verder financierde hij de bouw van een kinderziekenhuis in Nairobi ter herinnering aan zijn vrouw; het werd geopend in 1947 en is nog steeds naar haar vernoemd als ‘Gertrude’s Children Hospital’.

Aan het eind van WO-II was Grogan 70 jaar oud, maar hij deed nog volop mee in de koloniale politiek, hoewel zijn invloed taande. De Mau-Mau beweging zette in 1952 de verhoudingen in het land echter op zijn kop. Aanvankelijk werd de gewelddadige opstand nog wel onderdrukt, maar de zelfstandigheid van het land was niet te keren. De leider van de onafhankelijkheidsbeweging was Jomo Kenyatta, 17 jaar jonger dan Grogan, die in Londen had gestudeerd, en net als Grogan een volwaardig boek had gepubliceerd (4). Kenyatta had de jaren voor de machtsoverdracht, vanaf 1952, in detentie doorgebracht tot zijn fortuin keerde en hij werd vrijgelaten in 1961. In 1963 werd Kenia een zelfstandige natie en Kenyatta werd de eerste president van het land.

Inmiddels had Grogan besloten om zijn industrieel imperium in stukken van de hand te doen en de opbrengst te verdelen onder zijn kinderen en kleinkinderen. Hij werd vervolgens nog heel erg oud. Uiteindelijk was hij vrijwel blind en doof en verloor grotendeels het contact met zijn kinderen. Hij overleed in 1967 in Zuid Afrika. Zijn kinderen waren niet op de hoogte van zijn verblijfplaats en werden pas later geïnformeerd; ze waren afwezig op zijn begrafenis. In Kenia werd Grogan’s dood nauwelijks opgemerkt.

Het verwaarloosde en verlaten huis op Girigan dat ik in 2002 heb bezocht, is nadien gerenoveerd en in gebruik als hotel onder de naam ‘Grogan’s Castle’.

1) Grogan, E S & Sharp A H (1900). From The Cape to Cairo.: The first traverse of Africa from South to North. London: Hurst and Blackett.
2) Farrant, Leda (1981). The Legendary Grogan: The only man to trek from Cape to Cairo; Kenya’s controversial pioneer. London: Hamish Hamilton.
3) Paice, Edward (2001). Lost Lion of Empire: The life of ‘Cape-to-Cairo’ Grogan. London: HarperCollins
4) Kenyatta, Jomo (1938). Facing Mount Kenya: The tribal life of the Gikuyu. London: Secker & Warburg

----------------------------------------------------
De plaatjes zijn gemaakt door Henk Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Jan Dekker
powered by CJ2