archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Meritocratie is blijkbaar niet vanzelfsprekend Willem Minderhout

1105VG LincolnLaatst kwam ik weer eens langs de Haagse boekenmarkt. ’s Zomers bevindt die zich op het Lange Voorhout, maar in de herfst wordt deze markt naar Het Plein verplaatst. Vooral tijdens de jaren dat ik in het Tweede Kamergebouw werkte heb ik daar meters boeken weggehaald. Ik heb destijds ook honderden boeken het leven gered die op weg waren naar de parlementaire prullenbak. Een tweedehandsboekenhandelaar, die ik nog kende uit de tijd dat ik mijn brood verdiende door de Haagse straten te vegen, kon zich in die periode als specialist in zo goed als nieuwe WRR-rapporten en dergelijke profileren.

Deze keer liep ik nietsvermoedend na een bezoek aan een student die op het Ministerie van Financien werkt via Het Plein in de richting van de Haagse Hogeschool. Toen ik de hoek van de Lange Houtstraat omsloeg zag ik de kraampjes weer en als door een magneet werd ik die richting uitgetrokken. Bij het eerste kraampje was het al raak: stapels klassiekers die ik hoognodig aan mijn collectie moest toevoegen lagen naar me te lonken. De meeste boeken die mij bekoorden bleken aan H. Epema uit Woerden toebehoord te hebben. Langs deze weg wil ik hem of zijn erven, hartelijk danken.

In de stapel die ik na mijn bezoekje aan de markt meetorste bevond zich ‘The Lincoln Reader’. Na het zien van de recente speelfilm van Spielberg en herlezing van de biogafische roman van Gore Vidal vond ik het de hoogste tijd dat ik zijn beroemde ‘Gettysburg Address’ nu eens las. Het leuke van deze reader is dat er ook teksten in voorkomen van ooggetuigen die me uit boek en film bekend zijn, zoals: Salmon P. Chase, John Hay, John Nicolai, Frederick Seward etc.

Maar daar wil ik het nu niet met u over hebben. Wat me trof was het voorwoord.  Daarin staat dat vele biografen stomverbaasd waren dat een man van zo’n onbeduidende afkomst zo’n blijvende roem, als een van de beste1105VG Diploma presidenten ooit, had kunnen vergaren.  Aan vaders kant trof men alleen maar brave burgers aan die van een Engelse weversgezel afstamden en zijn moeder was waarschijnlijk wat men destijds in Nederland een ‘onecht kind’ noemde. De grootheid van Abraham Lincoln was een incident, want ook zijn nageslacht zou geen hoogvliegers tellen.

Wat vond ik daar nu zo opmerkelijk aan? Die Amerikaanse biografen hadden blijkbaar de rotsvaste overtuiging dat alleen de 'betere' klasse leidersfiguren kan voortbrengen en zaten daarom met ‘het incident’ Abraham Lincoln in hun maag. Dit aristocratische sentiment had ik bij Amerikanen, die toch vrijwel allemaal van eenvoudige, vaak berooide, migranten afstammen, niet verwacht.
In Nederlandse biografieen kom je, voor zover ik weet, dit sentiment niet tegen. Uiteraard wordt het milieu waarin de te beschrijven persoon opgegroeid is vaak en soms minitieus uitgepluisd, maar de nadruk ligt daarbij op ‘nurture’ en niet op ‘nature’.

Is Nederland een pure meritocratie geworden waar de afkomst er echt niet meer toe doet? Het lijkt me wat overdreven, maar het gaat toch wel die richting uit. Sommigen gaat ook dit nog niet ver genoeg. De bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille vinden dat deze meritocratie, die zij ‘de diplomademocratie’ noemen, tot een nieuwe tweedeling tussen mensen met en zonder diploma leidt. Of het werkelijk verkeerd is dat onze volksvertegenwoordigers meestal goed opgeleid zijn, weet ik niet. Ik vind het eerder een probleem dat dat vaak niet te merken is.  Ik heb hun boek echter niet gelezen, dus ik schort mijn oordeel op. Misschien tref ik het aan als ik de Haagse Boekenmarkt weer eens bezoek.

Paul M. Angle (red.), The Lincoln Reader, Pocket Books, New York, 1954 (1947).
Mark Bovens en Anchrit Wille, De diplomademocratie, Bert Bakker, Amsterdam, 2011.


© 2013 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Meritocratie is blijkbaar niet vanzelfsprekend Willem Minderhout
1105VG LincolnLaatst kwam ik weer eens langs de Haagse boekenmarkt. ’s Zomers bevindt die zich op het Lange Voorhout, maar in de herfst wordt deze markt naar Het Plein verplaatst. Vooral tijdens de jaren dat ik in het Tweede Kamergebouw werkte heb ik daar meters boeken weggehaald. Ik heb destijds ook honderden boeken het leven gered die op weg waren naar de parlementaire prullenbak. Een tweedehandsboekenhandelaar, die ik nog kende uit de tijd dat ik mijn brood verdiende door de Haagse straten te vegen, kon zich in die periode als specialist in zo goed als nieuwe WRR-rapporten en dergelijke profileren.

Deze keer liep ik nietsvermoedend na een bezoek aan een student die op het Ministerie van Financien werkt via Het Plein in de richting van de Haagse Hogeschool. Toen ik de hoek van de Lange Houtstraat omsloeg zag ik de kraampjes weer en als door een magneet werd ik die richting uitgetrokken. Bij het eerste kraampje was het al raak: stapels klassiekers die ik hoognodig aan mijn collectie moest toevoegen lagen naar me te lonken. De meeste boeken die mij bekoorden bleken aan H. Epema uit Woerden toebehoord te hebben. Langs deze weg wil ik hem of zijn erven, hartelijk danken.

In de stapel die ik na mijn bezoekje aan de markt meetorste bevond zich ‘The Lincoln Reader’. Na het zien van de recente speelfilm van Spielberg en herlezing van de biogafische roman van Gore Vidal vond ik het de hoogste tijd dat ik zijn beroemde ‘Gettysburg Address’ nu eens las. Het leuke van deze reader is dat er ook teksten in voorkomen van ooggetuigen die me uit boek en film bekend zijn, zoals: Salmon P. Chase, John Hay, John Nicolai, Frederick Seward etc.

Maar daar wil ik het nu niet met u over hebben. Wat me trof was het voorwoord.  Daarin staat dat vele biografen stomverbaasd waren dat een man van zo’n onbeduidende afkomst zo’n blijvende roem, als een van de beste1105VG Diploma presidenten ooit, had kunnen vergaren.  Aan vaders kant trof men alleen maar brave burgers aan die van een Engelse weversgezel afstamden en zijn moeder was waarschijnlijk wat men destijds in Nederland een ‘onecht kind’ noemde. De grootheid van Abraham Lincoln was een incident, want ook zijn nageslacht zou geen hoogvliegers tellen.

Wat vond ik daar nu zo opmerkelijk aan? Die Amerikaanse biografen hadden blijkbaar de rotsvaste overtuiging dat alleen de 'betere' klasse leidersfiguren kan voortbrengen en zaten daarom met ‘het incident’ Abraham Lincoln in hun maag. Dit aristocratische sentiment had ik bij Amerikanen, die toch vrijwel allemaal van eenvoudige, vaak berooide, migranten afstammen, niet verwacht.
In Nederlandse biografieen kom je, voor zover ik weet, dit sentiment niet tegen. Uiteraard wordt het milieu waarin de te beschrijven persoon opgegroeid is vaak en soms minitieus uitgepluisd, maar de nadruk ligt daarbij op ‘nurture’ en niet op ‘nature’.

Is Nederland een pure meritocratie geworden waar de afkomst er echt niet meer toe doet? Het lijkt me wat overdreven, maar het gaat toch wel die richting uit. Sommigen gaat ook dit nog niet ver genoeg. De bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille vinden dat deze meritocratie, die zij ‘de diplomademocratie’ noemen, tot een nieuwe tweedeling tussen mensen met en zonder diploma leidt. Of het werkelijk verkeerd is dat onze volksvertegenwoordigers meestal goed opgeleid zijn, weet ik niet. Ik vind het eerder een probleem dat dat vaak niet te merken is.  Ik heb hun boek echter niet gelezen, dus ik schort mijn oordeel op. Misschien tref ik het aan als ik de Haagse Boekenmarkt weer eens bezoek.

Paul M. Angle (red.), The Lincoln Reader, Pocket Books, New York, 1954 (1947).
Mark Bovens en Anchrit Wille, De diplomademocratie, Bert Bakker, Amsterdam, 2011.
© 2013 Willem Minderhout
powered by CJ2