archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De opstand van moeder (Mary W. Freeman) Marie Muriel

1101VG Marie
Ik kwam Mary Wilkins Freeman voor het eerst tegen in de jaren tachtig toen ik aan het studeren was voor een bachelor Engels. Ik was aan het bladeren in mijn anthologie van de Amerikaanse literatuur van de 19e eeuw toen ik ineens een titel zag die mij aansprak: ‘The revolt of mother’ oftewel: De opstand van Moeder. Het was een tekst die prima aansloot bij de ‘feministische tijd’ van toen. Nadat ik begon te lezen was ik totaal verkocht. Ik las het in één adem uit, heb sindsdien alles gelezen – geloof ik – dat ze ooit geschreven heeft en ben een onvoorwaardelijke fan van haar korte verhalen.

Vorig jaar ben ik een aantal maanden ‘mentor’ geweest van een heel bijzonder en gemotiveerd meisje uit Afghanistan dat graag in de VS wilde studeren. Om haar Engels te verbeteren mailden we dagelijks en skypten een paar keer per week. Ze vertelde dat de families van haar ouders hen dwongen om hun vijfde dochter Basbibi te noemen, oftewel ‘geen dochters meer’ en mijn jonge vriendin is er een van duizenden die verkleed als man naar school moesten gaan en te midden van 50 andere kinderen in een kleine woonkamer les ontvingen zonder pen, papier of boeken. Ik vond het nuttig voor haar om een stukje geschiedenis van de VS te kennen alvorens er te gaan studeren en zocht iets dat betrekking zou hebben op de conditie van de vrouw aangezien het daar in haar eigen land zo beroerd mee is gesteld. Zo kwam dit stukje tot stand, oorspronkelijk in het Engels.

Mary Wilkins Freeman werd in 1852 in Randolph, Massachusetts, geboren, in een van de puriteinse streken van Noord-Amerika. Ze begon haar literaire carrière met het schrijven van kinderverhalen om haar familie te helpen onderhouden. Ze ontplooide zich vervolgens als een onovertroffen beschrijver van het dagelijkse leven in New England in de jaren 1850.

Bij sommigen zal ze ongetwijfeld als braaf en zoetsappig overkomen, voor mij is ze dat geenszins. Je moet bij het lezen rekening houden met de geest van de tijd, de strenge samenleving waarin ze verkeerde, net als dat je rekening hoort te houden met de onverbiddelijke stellingen van ‘The great chain of being’ (oftewel de scala naturae) wil je begrijpen wat geschreven is tussen de 15e en de 19e eeuw. In het 19e eeuwse landelijke New England stonden sommige dingen, zoals de mogelijkheden om verder te klimmen op de maatschappelijke ladder, vast en voor Wilkins Freeman was het als vrouw nog moeilijker.

Toch was het, net zo min als voor de geniale George Eliot, een van haar voorgangers, niet haar ambitie om de wereld te veranderen. Ze wilde slechts zijn eigenaardigheden aan het licht brengen. Haar verhalen zijn dan ook zeer gedetailleerde schetsen van het leven van haar omgeving en de gebeurtenissen die er plaatsvonden. Je leeft mee in harde levens door harde winters, in een soms benauwend preutse en gelovige sfeer, in de stille omgang tussen mensen waar zuinigheid met het gesproken woord een wet is, in een gevestigde orde die zelden een uitweg biedt. Ze is karig met woorden maar toch is haar taal heel beeldend en de natuur is overal aanwezig in haar verhalen. Ze was feministisch voor haar tijd maar ze was niet fel. Wilkins Freeman vertelt over rebelse vrouwen maar hun rebellie reikt niet verder dan wat hun toegestaan werd als eigen domein: huis, tuin en keuken.

‘The Revolt of Mother’ is een juweeltje dat ik met plezier blijf herlezen. Adoniram Penn is een boer die al veertig jaar getrouwd is met Sarah. Ze hebben twee kinderen, Nanny en Sammy. Al veertig jaar leven ze in een krot omdat vader al even lang belooft een beter huis voor hen te zullen bouwen, maar al zijn geld telkens opnieuw investeert in de uitbreiding van zijn boerderij. Zijn dieren zijn beter behuisd dan zijn gezin en hij heeft duidelijk even weinig interesse voor zijn huis als voor zijn vrouw. Op een dag ziet Sarah dat er op hun grond weer wordt gebouwd en vraagt haar man wat het is. ‘What are them men digging over there in the field for?’ ‘Vader, je gaat toch niet een hooischuur bouwen op de plek waar ons nieuwe huis zou komen te staan?’. Ondanks haar herhaalde vragen weigert hij hardnekkig antwoord te geven. Nanny gaat in de lente trouwen en schaamt zich voor haar ouderlijk huis, maar Sarah herinnert haar dochter eraan dat vader altijd goed voor zijn gezin heeft gezorgd. Toch wil ze antwoord van haar man en wijst ze naar hun kleine huisje met zijn afbladderende behang en het kleine kamertje waar ze haar kinderen ter wereld heeft gebracht. ‘Ik heb niets te zeggen’, blijft zijn antwoord.

Sarah gaat door met haar huishoudelijke taken en het bereiden van Adoniram’s lievelingskost. Het werk aan de nieuwe hooischuur vordert. Ineens krijgt Adoniram van Sarahs broer Hiram bericht dat er op een markt het paard te koop is dat Adoniram altijd heeft willen aanschaffen en dat hij dat kan doen als hij meteen op pad gaat. Sarah maakt trouw zijn koffer klaar en Adoniram vertrekt voor een vierdaagse reis. Dit is het lot, denkt Sarah. Ik heb mijn broer niet geschreven en heb geen hand gehad in Adonirams reis. Dit is het lot.

En dan doet ze haar zet. Ze brengt alles wat in het oude huis staat over naar de nieuwe schuur met behulp van haar kinderen. De plaatselijke dominee die er lucht van heeft gekregen, komt langs terwijl ze erwten aan het doppen is voor het avondeten. En dan komt Sarahs ware aard te voorschijn: ‘She handled the peas as bullets. At last she looked up, and her eyes showed the spirit that her meek front had covered for a lifetime’ (Ze behandelde de erwten alsof het kogels waren. Ze keek uiteindelijk omhoog en in haar ogen straalde de moed die haar volgzame gezichtsuitdrukking een levenslang had verborgen). ‘Dit is tussen mij, God en Adoniram en niemand hoeft zich er zorgen over te maken’, vertelt ze de dominee, die helemaal overrompeld wordt en haastig vertrekt.

Op zaterdagavond, vlak voordat haar man terugkeert, kookt ze zijn lievelingsmaaltijd: bonen, bruinbrood en vlaai. Adoniram komt terug, loopt naar het oude huis en vindt alles op slot. Hij loopt vervolgens naar de nieuwe schuur en vindt er zijn gezin. Sarah staat voor de deur en zegt: ‘We zijn hier komen wonen want we hebben evenveel recht als de paarden of de koeien. Je moet wat nieuwe muren en ramen bouwen maar hier blijven we’. Adoniram eet in alle stilte zijn avondeten en gaat daarna op de buitentrap zitten die Sarah als ingang van het nieuwe huis heeft gepland. Sarah komt bij hem staan en ze ziet dat hij aan het huilen is. ‘Ik zal de muren bouwen en alles wat je wilt, moeder. Ik had geen idee dat je dat zo graag wilde’. Veertig jaar doof…

Inmiddels is mijn vriendin aangenomen bij een Amerikaanse Universiteit en mag er twee jaar studeren. Vervolgens wil ze cardioloog worden, want een van haar zussen overleed op negentienjarige leeftijd aan een hartaanval omdat er geen medische hulp beschikbaar was in hun naaste omgeving. Daarna wil ze per se terug naar Afghanistan. Ik heb zo’n gevoel dat het haar gaat lukken …. .
 
************************
De tekening is van Elène Klaren


© 2013 Marie Muriel meer Marie Muriel - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De opstand van moeder (Mary W. Freeman) Marie Muriel
1101VG Marie
Ik kwam Mary Wilkins Freeman voor het eerst tegen in de jaren tachtig toen ik aan het studeren was voor een bachelor Engels. Ik was aan het bladeren in mijn anthologie van de Amerikaanse literatuur van de 19e eeuw toen ik ineens een titel zag die mij aansprak: ‘The revolt of mother’ oftewel: De opstand van Moeder. Het was een tekst die prima aansloot bij de ‘feministische tijd’ van toen. Nadat ik begon te lezen was ik totaal verkocht. Ik las het in één adem uit, heb sindsdien alles gelezen – geloof ik – dat ze ooit geschreven heeft en ben een onvoorwaardelijke fan van haar korte verhalen.

Vorig jaar ben ik een aantal maanden ‘mentor’ geweest van een heel bijzonder en gemotiveerd meisje uit Afghanistan dat graag in de VS wilde studeren. Om haar Engels te verbeteren mailden we dagelijks en skypten een paar keer per week. Ze vertelde dat de families van haar ouders hen dwongen om hun vijfde dochter Basbibi te noemen, oftewel ‘geen dochters meer’ en mijn jonge vriendin is er een van duizenden die verkleed als man naar school moesten gaan en te midden van 50 andere kinderen in een kleine woonkamer les ontvingen zonder pen, papier of boeken. Ik vond het nuttig voor haar om een stukje geschiedenis van de VS te kennen alvorens er te gaan studeren en zocht iets dat betrekking zou hebben op de conditie van de vrouw aangezien het daar in haar eigen land zo beroerd mee is gesteld. Zo kwam dit stukje tot stand, oorspronkelijk in het Engels.

Mary Wilkins Freeman werd in 1852 in Randolph, Massachusetts, geboren, in een van de puriteinse streken van Noord-Amerika. Ze begon haar literaire carrière met het schrijven van kinderverhalen om haar familie te helpen onderhouden. Ze ontplooide zich vervolgens als een onovertroffen beschrijver van het dagelijkse leven in New England in de jaren 1850.

Bij sommigen zal ze ongetwijfeld als braaf en zoetsappig overkomen, voor mij is ze dat geenszins. Je moet bij het lezen rekening houden met de geest van de tijd, de strenge samenleving waarin ze verkeerde, net als dat je rekening hoort te houden met de onverbiddelijke stellingen van ‘The great chain of being’ (oftewel de scala naturae) wil je begrijpen wat geschreven is tussen de 15e en de 19e eeuw. In het 19e eeuwse landelijke New England stonden sommige dingen, zoals de mogelijkheden om verder te klimmen op de maatschappelijke ladder, vast en voor Wilkins Freeman was het als vrouw nog moeilijker.

Toch was het, net zo min als voor de geniale George Eliot, een van haar voorgangers, niet haar ambitie om de wereld te veranderen. Ze wilde slechts zijn eigenaardigheden aan het licht brengen. Haar verhalen zijn dan ook zeer gedetailleerde schetsen van het leven van haar omgeving en de gebeurtenissen die er plaatsvonden. Je leeft mee in harde levens door harde winters, in een soms benauwend preutse en gelovige sfeer, in de stille omgang tussen mensen waar zuinigheid met het gesproken woord een wet is, in een gevestigde orde die zelden een uitweg biedt. Ze is karig met woorden maar toch is haar taal heel beeldend en de natuur is overal aanwezig in haar verhalen. Ze was feministisch voor haar tijd maar ze was niet fel. Wilkins Freeman vertelt over rebelse vrouwen maar hun rebellie reikt niet verder dan wat hun toegestaan werd als eigen domein: huis, tuin en keuken.

‘The Revolt of Mother’ is een juweeltje dat ik met plezier blijf herlezen. Adoniram Penn is een boer die al veertig jaar getrouwd is met Sarah. Ze hebben twee kinderen, Nanny en Sammy. Al veertig jaar leven ze in een krot omdat vader al even lang belooft een beter huis voor hen te zullen bouwen, maar al zijn geld telkens opnieuw investeert in de uitbreiding van zijn boerderij. Zijn dieren zijn beter behuisd dan zijn gezin en hij heeft duidelijk even weinig interesse voor zijn huis als voor zijn vrouw. Op een dag ziet Sarah dat er op hun grond weer wordt gebouwd en vraagt haar man wat het is. ‘What are them men digging over there in the field for?’ ‘Vader, je gaat toch niet een hooischuur bouwen op de plek waar ons nieuwe huis zou komen te staan?’. Ondanks haar herhaalde vragen weigert hij hardnekkig antwoord te geven. Nanny gaat in de lente trouwen en schaamt zich voor haar ouderlijk huis, maar Sarah herinnert haar dochter eraan dat vader altijd goed voor zijn gezin heeft gezorgd. Toch wil ze antwoord van haar man en wijst ze naar hun kleine huisje met zijn afbladderende behang en het kleine kamertje waar ze haar kinderen ter wereld heeft gebracht. ‘Ik heb niets te zeggen’, blijft zijn antwoord.

Sarah gaat door met haar huishoudelijke taken en het bereiden van Adoniram’s lievelingskost. Het werk aan de nieuwe hooischuur vordert. Ineens krijgt Adoniram van Sarahs broer Hiram bericht dat er op een markt het paard te koop is dat Adoniram altijd heeft willen aanschaffen en dat hij dat kan doen als hij meteen op pad gaat. Sarah maakt trouw zijn koffer klaar en Adoniram vertrekt voor een vierdaagse reis. Dit is het lot, denkt Sarah. Ik heb mijn broer niet geschreven en heb geen hand gehad in Adonirams reis. Dit is het lot.

En dan doet ze haar zet. Ze brengt alles wat in het oude huis staat over naar de nieuwe schuur met behulp van haar kinderen. De plaatselijke dominee die er lucht van heeft gekregen, komt langs terwijl ze erwten aan het doppen is voor het avondeten. En dan komt Sarahs ware aard te voorschijn: ‘She handled the peas as bullets. At last she looked up, and her eyes showed the spirit that her meek front had covered for a lifetime’ (Ze behandelde de erwten alsof het kogels waren. Ze keek uiteindelijk omhoog en in haar ogen straalde de moed die haar volgzame gezichtsuitdrukking een levenslang had verborgen). ‘Dit is tussen mij, God en Adoniram en niemand hoeft zich er zorgen over te maken’, vertelt ze de dominee, die helemaal overrompeld wordt en haastig vertrekt.

Op zaterdagavond, vlak voordat haar man terugkeert, kookt ze zijn lievelingsmaaltijd: bonen, bruinbrood en vlaai. Adoniram komt terug, loopt naar het oude huis en vindt alles op slot. Hij loopt vervolgens naar de nieuwe schuur en vindt er zijn gezin. Sarah staat voor de deur en zegt: ‘We zijn hier komen wonen want we hebben evenveel recht als de paarden of de koeien. Je moet wat nieuwe muren en ramen bouwen maar hier blijven we’. Adoniram eet in alle stilte zijn avondeten en gaat daarna op de buitentrap zitten die Sarah als ingang van het nieuwe huis heeft gepland. Sarah komt bij hem staan en ze ziet dat hij aan het huilen is. ‘Ik zal de muren bouwen en alles wat je wilt, moeder. Ik had geen idee dat je dat zo graag wilde’. Veertig jaar doof…

Inmiddels is mijn vriendin aangenomen bij een Amerikaanse Universiteit en mag er twee jaar studeren. Vervolgens wil ze cardioloog worden, want een van haar zussen overleed op negentienjarige leeftijd aan een hartaanval omdat er geen medische hulp beschikbaar was in hun naaste omgeving. Daarna wil ze per se terug naar Afghanistan. Ik heb zo’n gevoel dat het haar gaat lukken …. .
 
************************
De tekening is van Elène Klaren
© 2013 Marie Muriel
powered by CJ2