archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Verhaal ter herkenning of kennismaking Mas Papo

1015VG 2CV
Een beetje de kleur van boter vond ik onze ‘nieuwe’ auto. Een lelijke eend uit 1959, die maar voor de helft, op blokken, bij de garage stond. De andere helft was er afgereden door een vrachtwagen. Mijn vader vertrouwde de garagehouder en deed een bod op dat deel auto en op de belofte dat het andere deel er zo aan kwam te zitten dat geen mens er iets van zou zien.

En inderdaad, toen we bij de garage arriveerden om de auto op te halen, was het een complete automobiel. Vol trots reden we naar huis, in onze vaste opstelling. Mijn vader achter het stuur en ik achter hem, over zijn schouder meekijkend op de ronde snelheidsmeter, die linksvoor in de hoek van het raam zat gemonteerd, zodat ik altijd precies kon zien hoe hard we reden. Vlak naast het klokje waar ook de kilometerstand van af te lezen was, bevond zich een grijze geribbelde knop die bestemd was voor de bediening van de ruitenwissers. Als de auto reed, bewogen de ruitenwissers; ze waren ‘aangesloten’ op de wielen, dus als de auto stil stond, stonden de ruitenwissers ook stil. Ik zie mijn vader nog als een razende roeland aan die knop draaien, waarop de ruitenwissers, schoksgewijs op de maat van het draaien, de ramen veegden.

Aan de rechterkant zat eenzelfde knop waarmee een langwerpige klep onder de voorruit, die leek op een brievenbus, open en dicht gedraaid kon worden voor frisse lucht. Brieven konden er niet doorheen want een metalen gaas versperde de weg, ook voor vliegen en andere insecten. Met een derde knop onder bij de handrem konden de koplampen versteld worden. Zeker als mijn grootouders meereden, achter in de auto met ons op schoot, lag de eend sterk achterover. In die gevallen was het ook lastig benzine peilen. De benzinemeter was een peilstok in de benzinetank en als het tijd was te tanken, moesten we allemaal even de auto uit.

Betalen vanuit het openklapraampje, want zelf tanken was er nog niet bij. Het raampje in de voordeur met het slot aan de voorkant, waardoor de deur naar achteren openging. Mijn moeder die op vakanties ingepakt voorin zat, tas op schoot, tassen op de grond, is in een onbewaakt ogenblik een tas verloren. Doordat de voordeur niet goed in het slotje zat, vloog hij open, klapte naar achteren tegen de achterdeur en door de veerkracht van de zwarte elastieken banden weer terug en nu goed in het slot. Toen mijn moeder van de schrik bekomen was en vanuit een tas ons wilde voorzien van een snoepje, ontdekte ze dat de tas verdwenen was.

Voorin de auto waren de twee stoelen zodanig op metalen beugeltjes gemonteerd, dat we geen kampeerstoelen mee hoefden te nemen. En net zoals de stoelen kon ook de achterbank met een lichte ruk uit de beugeltjes getrokken worden. Onze kampeertafel was hierdoor enigszins te hoog, waardoor we elkaar langs de spullen die op tafel stonden aankeken en ‘kiek’ tegen elkaar zeiden.
Lastig als we even een ritje wilden maken op vakantie in het buitenland, waar een soort verbondenheid gold en Nederlandse eendbezitters elkaar luid toeterend begroetten.

Meestal deed de auto het wel, maar moest soms worden aangeslingerd, met de slinger die standaard aanwezig was. Als het aanslingeren niet hielp mocht ik sturen, als mijn vader de auto dan aanduwde of naar de garage duwde. Gelukkig hoefde ik dan niet te schakelen, omdat de versnelling ‘net andersom’ werkte, zodat mijn vader doodsangsten uitstond, toen een vriend die een DAF had, eens een proefritje maakte.

Toen wij gingen verhuizen is de auto verkocht aan de kapper, die er hetzelfde voor betaalde als mijn vader destijds en die er nog vier jaar mee gereden heeft, voordat een vrachtwagen er de helft afreed.
 
*********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl


© 2013 Mas Papo meer Mas Papo - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Verhaal ter herkenning of kennismaking Mas Papo
1015VG 2CV
Een beetje de kleur van boter vond ik onze ‘nieuwe’ auto. Een lelijke eend uit 1959, die maar voor de helft, op blokken, bij de garage stond. De andere helft was er afgereden door een vrachtwagen. Mijn vader vertrouwde de garagehouder en deed een bod op dat deel auto en op de belofte dat het andere deel er zo aan kwam te zitten dat geen mens er iets van zou zien.

En inderdaad, toen we bij de garage arriveerden om de auto op te halen, was het een complete automobiel. Vol trots reden we naar huis, in onze vaste opstelling. Mijn vader achter het stuur en ik achter hem, over zijn schouder meekijkend op de ronde snelheidsmeter, die linksvoor in de hoek van het raam zat gemonteerd, zodat ik altijd precies kon zien hoe hard we reden. Vlak naast het klokje waar ook de kilometerstand van af te lezen was, bevond zich een grijze geribbelde knop die bestemd was voor de bediening van de ruitenwissers. Als de auto reed, bewogen de ruitenwissers; ze waren ‘aangesloten’ op de wielen, dus als de auto stil stond, stonden de ruitenwissers ook stil. Ik zie mijn vader nog als een razende roeland aan die knop draaien, waarop de ruitenwissers, schoksgewijs op de maat van het draaien, de ramen veegden.

Aan de rechterkant zat eenzelfde knop waarmee een langwerpige klep onder de voorruit, die leek op een brievenbus, open en dicht gedraaid kon worden voor frisse lucht. Brieven konden er niet doorheen want een metalen gaas versperde de weg, ook voor vliegen en andere insecten. Met een derde knop onder bij de handrem konden de koplampen versteld worden. Zeker als mijn grootouders meereden, achter in de auto met ons op schoot, lag de eend sterk achterover. In die gevallen was het ook lastig benzine peilen. De benzinemeter was een peilstok in de benzinetank en als het tijd was te tanken, moesten we allemaal even de auto uit.

Betalen vanuit het openklapraampje, want zelf tanken was er nog niet bij. Het raampje in de voordeur met het slot aan de voorkant, waardoor de deur naar achteren openging. Mijn moeder die op vakanties ingepakt voorin zat, tas op schoot, tassen op de grond, is in een onbewaakt ogenblik een tas verloren. Doordat de voordeur niet goed in het slotje zat, vloog hij open, klapte naar achteren tegen de achterdeur en door de veerkracht van de zwarte elastieken banden weer terug en nu goed in het slot. Toen mijn moeder van de schrik bekomen was en vanuit een tas ons wilde voorzien van een snoepje, ontdekte ze dat de tas verdwenen was.

Voorin de auto waren de twee stoelen zodanig op metalen beugeltjes gemonteerd, dat we geen kampeerstoelen mee hoefden te nemen. En net zoals de stoelen kon ook de achterbank met een lichte ruk uit de beugeltjes getrokken worden. Onze kampeertafel was hierdoor enigszins te hoog, waardoor we elkaar langs de spullen die op tafel stonden aankeken en ‘kiek’ tegen elkaar zeiden.
Lastig als we even een ritje wilden maken op vakantie in het buitenland, waar een soort verbondenheid gold en Nederlandse eendbezitters elkaar luid toeterend begroetten.

Meestal deed de auto het wel, maar moest soms worden aangeslingerd, met de slinger die standaard aanwezig was. Als het aanslingeren niet hielp mocht ik sturen, als mijn vader de auto dan aanduwde of naar de garage duwde. Gelukkig hoefde ik dan niet te schakelen, omdat de versnelling ‘net andersom’ werkte, zodat mijn vader doodsangsten uitstond, toen een vriend die een DAF had, eens een proefritje maakte.

Toen wij gingen verhuizen is de auto verkocht aan de kapper, die er hetzelfde voor betaalde als mijn vader destijds en die er nog vier jaar mee gereden heeft, voordat een vrachtwagen er de helft afreed.
 
*********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl
© 2013 Mas Papo
powered by CJ2