archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Dialogue interieur: Suezkade Willem Minderhout

0608VG Suez
‘Uit! Dat is nu echt een prachtig boek, Willem. Zou je ook moeten lezen. Hier. Suezkade van Siebelink.’ ‘Dank u, meneer Minderhout, maar dat heb ik al gelezen. In een adem. Inderdaad een mooi boek. Het leuke is dat ik op weg naar mijn werk door dat boek kan fietsen. Van de Edisonstraat, waar Najoua woonde, naar het huis van Marc Cordesius aan de Suezkade en dan uiteindelijk langs het Spinozamonument en de Doubletstraat. Soms fiets ik speciaal voor Siebelink een stukje om langs het Haganum en Plein 1813. Ook de poffertjes van Nieuw Seinpost op Kijkduin smaken me ineens heel anders. Maar ehhh…’ ‘Wat is er te maren, Willem?’ ‘Ik zit nog wel met een aantal vragen.’ ‘Dat hoort zo bij echte literatuur, Willem. Een groot schrijver appelleert aan het voorstellingsvermogen van de lezer en kauwt hem niet alles voor. Ja, die Siebelink, die kan het wel.’
 
‘Maar begrijpt u dan waarom er zo’n prachtige kat met mooie groene ogen op de omslag staat, terwijl de kat in het boek een zwerfkatje is waarvan de ogen zijn uitgestoken?’ ‘Een foutje van de ontwerper, neem ik aan. Of opzet van de uitgever. Zo’n oogloos mormel komt de verkoop natuurlijk niet ten goede.’ ‘Maar wat is dan de symboliek van die blinde kat in deel 2 van het boek? In deel 1 komt juist een hond voor met ogen als schoteltjes, dus het moet iets betekenen.’ ‘Daar zeg je me zoiets, Willem. Daar heb ik eerlijk gezegd nog niet bij stil gestaan.’
 
‘En dan die titel, Suezkade. Dat huis aan de Suezkade komt in dat hele boek nauwelijks voor. Het had beter Descartes kunnen heten, zoals hij het gymnasium Haganum heeft herdoopt. Waarom Siebelink die naam heeft veranderd begrijp ik wel, want hij moest Marcs voorliefde voor Frankrijk en vooral Condorcet ergens kwijt. Dat hij daarbovenop nog een paar keer verwijst naar een ander gymnasium dat wel Haganum heet, vind ik wel wat storend.’ ‘Een ding tegelijk, Willem. Dat het boek Suezkade heet ligt voor de hand. Het was ook het huis van0608VG Suezkade zijn verdwenen moeder.’ ‘Dat blijft wel een heel mysterieus verhaal vindt u niet? Toch moet die verdwijning zowat alles verklaren. Waarom Marc zo’n eenling is geworden, een maagdelijke dandy, een impotente ladykiller, ... ’
 
‘Eenling is het goede woord, Willem. Suezkade is een loflied op de redelijke en tolerante eenling, gepersonifieerd door Condorcet, die met al zijn beschaving uiteindelijk de dood koos in de gevangenis, waarin hij onder het schrikbewind van Robespierre was terechtgekomen.’ ‘Die rector op het Descartes kun je toch moeilijk een Robespierre noemen en zou Condorcet ooit een collega in razende woede het ziekenhuis hebben ingeslagen voor een halfdronken zeikpraatje?’ ’Die woedeuitbarsting vond ik ook wat vreemd, Willem. Siebelink suggereert echter dat de frustratie over zijn verdwenen moeder hem op dat moment teveel werd.’
 
‘En de figuur van Najoua, wat vindt u daarvan? Zij weet wel wie haar biologische moeder is, maar toont geen enkele interesse. Is dat wat Marc in haar fascineert? Maar wat ziet zij dan in Marc? Een mede-eenling? En waarom die anorexia? Een poging om door ascese heilig te worden?’
 
‘Wat een vragen allemaal, Willem. Ja, zo’n boek laat je niet los. Het gaat je, als ik me nog een verwijzing naar de verdwenen moeder mag permitteren, niet in de koude kleren zitten. Allemaal kenmerken van een meesterwerk, mijn jongen.’ ‘Dat kan zijn, meneer Minderhout, maar ik mis toch de onverbiddelijke logica waarmee schrijvers als Grunberg en Rosenboom hun hoofdpersonen naar de verdommenis sturen. Om over het gebrek aan humor nog maar te zwijgen.‘ ‘Goed, ga jij Onze Oom dan maar lezen. Ik ga kijken of ik dat bed violen ergens op de kop kan tikken.’
 
*************************************
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag
is weer gewoon een boekhandel!


© 2009 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Dialogue interieur: Suezkade Willem Minderhout
0608VG Suez
‘Uit! Dat is nu echt een prachtig boek, Willem. Zou je ook moeten lezen. Hier. Suezkade van Siebelink.’ ‘Dank u, meneer Minderhout, maar dat heb ik al gelezen. In een adem. Inderdaad een mooi boek. Het leuke is dat ik op weg naar mijn werk door dat boek kan fietsen. Van de Edisonstraat, waar Najoua woonde, naar het huis van Marc Cordesius aan de Suezkade en dan uiteindelijk langs het Spinozamonument en de Doubletstraat. Soms fiets ik speciaal voor Siebelink een stukje om langs het Haganum en Plein 1813. Ook de poffertjes van Nieuw Seinpost op Kijkduin smaken me ineens heel anders. Maar ehhh…’ ‘Wat is er te maren, Willem?’ ‘Ik zit nog wel met een aantal vragen.’ ‘Dat hoort zo bij echte literatuur, Willem. Een groot schrijver appelleert aan het voorstellingsvermogen van de lezer en kauwt hem niet alles voor. Ja, die Siebelink, die kan het wel.’
 
‘Maar begrijpt u dan waarom er zo’n prachtige kat met mooie groene ogen op de omslag staat, terwijl de kat in het boek een zwerfkatje is waarvan de ogen zijn uitgestoken?’ ‘Een foutje van de ontwerper, neem ik aan. Of opzet van de uitgever. Zo’n oogloos mormel komt de verkoop natuurlijk niet ten goede.’ ‘Maar wat is dan de symboliek van die blinde kat in deel 2 van het boek? In deel 1 komt juist een hond voor met ogen als schoteltjes, dus het moet iets betekenen.’ ‘Daar zeg je me zoiets, Willem. Daar heb ik eerlijk gezegd nog niet bij stil gestaan.’
 
‘En dan die titel, Suezkade. Dat huis aan de Suezkade komt in dat hele boek nauwelijks voor. Het had beter Descartes kunnen heten, zoals hij het gymnasium Haganum heeft herdoopt. Waarom Siebelink die naam heeft veranderd begrijp ik wel, want hij moest Marcs voorliefde voor Frankrijk en vooral Condorcet ergens kwijt. Dat hij daarbovenop nog een paar keer verwijst naar een ander gymnasium dat wel Haganum heet, vind ik wel wat storend.’ ‘Een ding tegelijk, Willem. Dat het boek Suezkade heet ligt voor de hand. Het was ook het huis van0608VG Suezkade zijn verdwenen moeder.’ ‘Dat blijft wel een heel mysterieus verhaal vindt u niet? Toch moet die verdwijning zowat alles verklaren. Waarom Marc zo’n eenling is geworden, een maagdelijke dandy, een impotente ladykiller, ... ’
 
‘Eenling is het goede woord, Willem. Suezkade is een loflied op de redelijke en tolerante eenling, gepersonifieerd door Condorcet, die met al zijn beschaving uiteindelijk de dood koos in de gevangenis, waarin hij onder het schrikbewind van Robespierre was terechtgekomen.’ ‘Die rector op het Descartes kun je toch moeilijk een Robespierre noemen en zou Condorcet ooit een collega in razende woede het ziekenhuis hebben ingeslagen voor een halfdronken zeikpraatje?’ ’Die woedeuitbarsting vond ik ook wat vreemd, Willem. Siebelink suggereert echter dat de frustratie over zijn verdwenen moeder hem op dat moment teveel werd.’
 
‘En de figuur van Najoua, wat vindt u daarvan? Zij weet wel wie haar biologische moeder is, maar toont geen enkele interesse. Is dat wat Marc in haar fascineert? Maar wat ziet zij dan in Marc? Een mede-eenling? En waarom die anorexia? Een poging om door ascese heilig te worden?’
 
‘Wat een vragen allemaal, Willem. Ja, zo’n boek laat je niet los. Het gaat je, als ik me nog een verwijzing naar de verdwenen moeder mag permitteren, niet in de koude kleren zitten. Allemaal kenmerken van een meesterwerk, mijn jongen.’ ‘Dat kan zijn, meneer Minderhout, maar ik mis toch de onverbiddelijke logica waarmee schrijvers als Grunberg en Rosenboom hun hoofdpersonen naar de verdommenis sturen. Om over het gebrek aan humor nog maar te zwijgen.‘ ‘Goed, ga jij Onze Oom dan maar lezen. Ik ga kijken of ik dat bed violen ergens op de kop kan tikken.’
 
*************************************
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag
is weer gewoon een boekhandel!
© 2009 Willem Minderhout
powered by CJ2