archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De Luxemburgse kwestie Willem Minderhout

0512VG Luxemburg
Sinds ik in A.J.P. Taylor’s ‘Struggle for Mastery in Europe’ las dat Koning Willem III ooit, door bemiddeling van zijn maîtresse, van plan was geweest om Luxemburg, waarvan hij Groothertog was, aan Napoleon III te verkopen, probeer ik uit te vinden hoe dat nu precies zat. In de biografische schets van Koning Willem III en Sophie door C.A. Tamse (Nassau en Oranje, 1979) komt Luxemburg helemaal niet voor en over maîtresses wordt slechts in zeer omzichtige termen geschreven. De hele schets is met ‘omzichtig’ goed gekarakteriseerd. De meest kritische zin is waarschijnlijk deze: ‘Ongetwijfeld was de persoon van de vorst mede schuld aan de geleidelijke uitholling van de koninklijke invloed’. Wel is opmerkelijk dat Willem en Sophie, die leefden als kat en hond, één ding gemeen bleken te hebben: bewondering voor de parvenu-keizer Napoleon III van Frankrijk.

Ik keek dan ook uit naar de door Hare Majesteit zelf als chronique scandaleuse aangekondigde, zo niet aanbevolen, biografie van alle drie de Willems. Dit boek, ‘Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren,’ van Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra, werd bij verschijnen door ter zake kundige recensenten met de grond gelijk gemaakt. Lambert Giebels, historicus van naam en incidenteel Leunstoelmedewerker, schreef in het Historisch Nieuwsblad: ‘Het enige wat je ervan kunt zeggen is dat de schrijfsters bovenal anekdotes hebben gezocht, die in de 19e eeuw wellicht pikant waren, maar de hedendaagse lezer onbenullig aandoen.’ Dat moge zo zijn, maar ik heb me uitstekend vermaakt met ‘het broddelwerk van de dames Hermans en Hooghiemstra’ (LG). Vooral het deel over de cholerische Willem III die als een soort generaal Alcazar uit Kuifje de ene executie na de andere invasie plant, maar gelukkig nooit uitvoert, is bijzonder amusant en ook de maîtresses ontbreken niet. Echter: geen woord over Luxemburg!

Eén opmerkelijke omissie van de dames kan niet ongenoemd blijven. Ze schrijven in hun voorwoord dat van koning Willem I, II en III al in geen zestig jaar complete biografieën zijn verschenen. Ook Giebels corrigeert dit niet, maar van Wilem III is zo’n biografie er wel degelijk, van J.G. Kikkert uit 1990. Hoewel hij in zijn voorwoord schrijft dat ‘een complete biografie van koning Willem III nog wel enige tijd op zich zal moeten laten wachten’ vanwege onbereikbare, onvindbare en vernietigde archiefstukken, heeft hij toch een aardige poging gewaagd. Ik vind het curieus dat Hermans en Hooghiemstra hier met geen woord over reppen.

Over de mate van compleetheid van Kikkert’s biografie wil ik mij niet uitlaten, maar tot mijn vreugde staat de Luxemburgse kwestie er in extenso in beschreven. Het blijkt een sleutelepisode in de wording van de Nederlandse eenheidsstaat te zijn geweest. Ons land was namelijk direct betrokken bij de machtsstrijd tussen Pruisen en Oostenrijk doordat Luxemburg en Limburg (!) deel uitmaakten van de Duitse Bond, die onder leiding van de Oostenrijkse keizer de strijd tegen het expanderende Pruisen had aangebonden. Toen in 1866 de Duitse Bond werd opgeheven werd Limburg deel van de door Pruisen beheerste Noordduitse Bond. De Pruisische kanselier Bismarck wilde dat, grotendeels symbolische, lidmaatschap niet beëindigen omdat hij bang was voor de aspiraties van zijn andere rivaal, Napoleon III, met betrekking tot Luxemburg. Die vrees was gebaseerd op een poging van Napoleon III die in 1859 ‘Willems dure maîtresse in Parijs ingeschakeld (had) om de koning-hertog tot zaken te bewegen.’ Ondanks haar ‘eigen loge in de opera en haar avondjapon met drieduizend parels’ mislukte deze poging echter.

In 1867 probeerde Napoleon III het nog een keer. Deze keer had Willem er wel oren naar, zelfs al verliep het contact nu via een minister, de graaf van Zuylen van Nijevelt, en niet via een maîtresse. En passant zou er wat geregeld kunnen worden met betrekking tot de Parijse speel- en andere schulden van Willem III en zijn gelijknamige zoon. Taylor heeft in zijn ‘Struggle for Mastery in Europe’ blijkbaar deze twee pogingen tot koop per vergissing gecombineerd.

De geheime onderhandelingen over de verkoop van Luxemburg werden echter – door een lek in de koninklijke familie? – binnen de kortste keren bekend in Pruisen. Bismarck ontplofte en de Pruisische gezant in Nederland kondigde aan dat ons land zou worden aangevallen als de verkoop doorging. Willem III telde zijn knopen – ook in de binnenlandse politiek was inmiddels de pleuris uitgebroken - en staakte de onderhandelingen met Frankrijk. Als dank maakte Bismarck Limburg los uit de Noordduitse Bond en kreeg Nederland nu eindelijk officieel zijn elfde provincie!

En Luxemburg? Willem III staakte alle verkoopplannen en bleef tot zijn dood groothertog. Het Luxemburgse erfrecht staat niet toe dat een vrouw de troon bekleedt, dus na zijn dood volgde niet Wilhelmina, maar een andere Nassau, Adolf, hem op en werden de dynastieke banden tussen beide landen geslaakt.

En zo is het dus gekomen.
 
***************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.


© 2008 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De Luxemburgse kwestie Willem Minderhout
0512VG Luxemburg
Sinds ik in A.J.P. Taylor’s ‘Struggle for Mastery in Europe’ las dat Koning Willem III ooit, door bemiddeling van zijn maîtresse, van plan was geweest om Luxemburg, waarvan hij Groothertog was, aan Napoleon III te verkopen, probeer ik uit te vinden hoe dat nu precies zat. In de biografische schets van Koning Willem III en Sophie door C.A. Tamse (Nassau en Oranje, 1979) komt Luxemburg helemaal niet voor en over maîtresses wordt slechts in zeer omzichtige termen geschreven. De hele schets is met ‘omzichtig’ goed gekarakteriseerd. De meest kritische zin is waarschijnlijk deze: ‘Ongetwijfeld was de persoon van de vorst mede schuld aan de geleidelijke uitholling van de koninklijke invloed’. Wel is opmerkelijk dat Willem en Sophie, die leefden als kat en hond, één ding gemeen bleken te hebben: bewondering voor de parvenu-keizer Napoleon III van Frankrijk.

Ik keek dan ook uit naar de door Hare Majesteit zelf als chronique scandaleuse aangekondigde, zo niet aanbevolen, biografie van alle drie de Willems. Dit boek, ‘Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren,’ van Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra, werd bij verschijnen door ter zake kundige recensenten met de grond gelijk gemaakt. Lambert Giebels, historicus van naam en incidenteel Leunstoelmedewerker, schreef in het Historisch Nieuwsblad: ‘Het enige wat je ervan kunt zeggen is dat de schrijfsters bovenal anekdotes hebben gezocht, die in de 19e eeuw wellicht pikant waren, maar de hedendaagse lezer onbenullig aandoen.’ Dat moge zo zijn, maar ik heb me uitstekend vermaakt met ‘het broddelwerk van de dames Hermans en Hooghiemstra’ (LG). Vooral het deel over de cholerische Willem III die als een soort generaal Alcazar uit Kuifje de ene executie na de andere invasie plant, maar gelukkig nooit uitvoert, is bijzonder amusant en ook de maîtresses ontbreken niet. Echter: geen woord over Luxemburg!

Eén opmerkelijke omissie van de dames kan niet ongenoemd blijven. Ze schrijven in hun voorwoord dat van koning Willem I, II en III al in geen zestig jaar complete biografieën zijn verschenen. Ook Giebels corrigeert dit niet, maar van Wilem III is zo’n biografie er wel degelijk, van J.G. Kikkert uit 1990. Hoewel hij in zijn voorwoord schrijft dat ‘een complete biografie van koning Willem III nog wel enige tijd op zich zal moeten laten wachten’ vanwege onbereikbare, onvindbare en vernietigde archiefstukken, heeft hij toch een aardige poging gewaagd. Ik vind het curieus dat Hermans en Hooghiemstra hier met geen woord over reppen.

Over de mate van compleetheid van Kikkert’s biografie wil ik mij niet uitlaten, maar tot mijn vreugde staat de Luxemburgse kwestie er in extenso in beschreven. Het blijkt een sleutelepisode in de wording van de Nederlandse eenheidsstaat te zijn geweest. Ons land was namelijk direct betrokken bij de machtsstrijd tussen Pruisen en Oostenrijk doordat Luxemburg en Limburg (!) deel uitmaakten van de Duitse Bond, die onder leiding van de Oostenrijkse keizer de strijd tegen het expanderende Pruisen had aangebonden. Toen in 1866 de Duitse Bond werd opgeheven werd Limburg deel van de door Pruisen beheerste Noordduitse Bond. De Pruisische kanselier Bismarck wilde dat, grotendeels symbolische, lidmaatschap niet beëindigen omdat hij bang was voor de aspiraties van zijn andere rivaal, Napoleon III, met betrekking tot Luxemburg. Die vrees was gebaseerd op een poging van Napoleon III die in 1859 ‘Willems dure maîtresse in Parijs ingeschakeld (had) om de koning-hertog tot zaken te bewegen.’ Ondanks haar ‘eigen loge in de opera en haar avondjapon met drieduizend parels’ mislukte deze poging echter.

In 1867 probeerde Napoleon III het nog een keer. Deze keer had Willem er wel oren naar, zelfs al verliep het contact nu via een minister, de graaf van Zuylen van Nijevelt, en niet via een maîtresse. En passant zou er wat geregeld kunnen worden met betrekking tot de Parijse speel- en andere schulden van Willem III en zijn gelijknamige zoon. Taylor heeft in zijn ‘Struggle for Mastery in Europe’ blijkbaar deze twee pogingen tot koop per vergissing gecombineerd.

De geheime onderhandelingen over de verkoop van Luxemburg werden echter – door een lek in de koninklijke familie? – binnen de kortste keren bekend in Pruisen. Bismarck ontplofte en de Pruisische gezant in Nederland kondigde aan dat ons land zou worden aangevallen als de verkoop doorging. Willem III telde zijn knopen – ook in de binnenlandse politiek was inmiddels de pleuris uitgebroken - en staakte de onderhandelingen met Frankrijk. Als dank maakte Bismarck Limburg los uit de Noordduitse Bond en kreeg Nederland nu eindelijk officieel zijn elfde provincie!

En Luxemburg? Willem III staakte alle verkoopplannen en bleef tot zijn dood groothertog. Het Luxemburgse erfrecht staat niet toe dat een vrouw de troon bekleedt, dus na zijn dood volgde niet Wilhelmina, maar een andere Nassau, Adolf, hem op en werden de dynastieke banden tussen beide landen geslaakt.

En zo is het dus gekomen.
 
***************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
© 2008 Willem Minderhout
powered by CJ2