archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Het Biesheuveliaanse van Biesheuvel Gerbrand Muller

0418VG LitGM
‘Eindelijk gerechtigheid,’ zei Maarten Biesheuvel in reactie op het bericht dat hem de P.C. Hooftprijs was toegekend. Daar sprak hij een waar woord. Nog is de wereld hem niet vergeten. Biesheuvels laatste grotere verhalenbundel verscheen ruim vier jaar terug, en dat is in deze dynamische tijd al weer zeer lang geleden. Dat boek, Eva’s keus, bevat bovendien alleen eerder gepubliceerde verhalen. Al ruim tien jaar heeft Biesheuvel nauwelijks meer nieuw werk gepubliceerd. Tien jaar geleden: dan zitten we al min of meer in de middeleeuwen.
 
NRC-Handelsblad vond Arnon Grunberg bereid tussen al zijn bezigheden door een artikel over Biesheuvel te leveren. Het verscheen in het boekenbijvoegsel van 18 mei 2007. Grunberg geeft zich veel moeite aan te tonen dat Biesheuvels verhalen niet ‘abnormaal’ zijn. Niet voor een kleintje vervaard schrikt hij niet van opmerkelijke zaken die in Biesheuvels verhalen voorkomen, zoals een denkende aardbei, een denkend boomvarken of een man die zijn vrouw aan God wil offeren. Het is voorts Grunbergs ‘stellige overtuiging dat echtgenoten van schrijvers zouden moeten afzien van het maken van bloemlezingen, in ieder geval als het om hun man gaat.’ Verder mag een schrijver geen tederheid oproepen door op de achterflap van zijn boeken met een hond of kat in de armen te poseren. Grunberg heeft wel waardering voor Biesheuvels werk, maar de enkele alinea’s waarin hij daarover komt te spreken blijven wel erg aan de oppervlakte, om er nog het beste van te zeggen. Gelukkig wijdde Frits Abrahams kort daarna een mooi stukje aan Biesheuvel, dat de lezer misschien zal aansporen om Biesheuvels werk uit de kast te nemen of ernaar op zoek te gaan (NRC-Handelsblad 25 mei 2007).
 
Om de zoveel jaar veegt een redacteur of medewerker van een literair tijdschrift of boekenbijlage de vloer aan met de eigentijdse literatuur. Zo beklaagde een recensent van NRC-Handelsblad onlangs de jury’s van de AKO- en Libris-prijzen, die zich de laatste jaren door een rijstebrijberg van middelmatige tot slechte romans en verhalenbundels moesten heen werken. De schrijvende dames en heren moesten meer hun best doen, want waar ging het anders heen met de Nederlandse literatuur? Ja, waar gaat het met de literatuur naartoe? Die vraag dringt zich onvermijdelijk op als alle aandacht zich op de bruisende stroom van gloednieuwe boeken richt en het geschrevene van twee tot drie jaar terug al tot de geschiedenis wordt gerekend. Voor mij is het werk van een schrijver als Biesheuvel nog nieuw, de inkt van zijn boeken is bij wijze van spreken nog maar net droog.
 
Een bijvoeglijk naamwoord dat nog een plaats in de Van Dale moet krijgen is ‘biesheuveliaans’. Het betekent: kenmerkend voor een verhaal van Biesheuvel. Hoe die kenmerken te omschrijven? Algemeen kenmerk: mateloosheid. Mateloos zijn de uitweidingen die Biesheuvel zich veroorlooft, de opsommingen van woorden en namen, de lengte van sommige zinnen, de herhalingen, meestal van een klacht, die door de herhaling soms het karakter krijgt van een bezwerend gezang. Mateloos: niet oeverloos, want Biesheuvel is een meester in het doseren. Het mateloze maakt Biesheuvels verhalen Russisch, en de Russische zinnen die er een enkele keer onverwachts in opduiken wekken geen verbazing.
 
Biesheuveliaans zijn ook de onvoorspelbare wendingen die zijn vertellingen nemen. Vol onverwachte overgangen, ogenschijnlijk zonder veel structuur, vormt elk verhaal toch steeds een gaaf geheel. Biesheuvels verhalen zijn komisch, grimmig, spannend, troostend, duizelingwekkend, beangstigend, krankzinnig. Het normale, alledaagse wekt gezien door Biesheuvels ogen bevreemding. Kijkend door Biesheuvels ogen ziet de lezer wat hij wel wist: het leven is bizar. Misschien was hij dat vergeten uit vrees zijn houvast te verliezen en dan krankzinnig te worden. Biesheuvels personages smachten dikwijls naar houvast. Soms steekt de waanzin in hun hoofd op. De waangedachten en de hallucinaties waaraan zij ten prooi vallen worden in al hun pracht en barheid helder en precies beschreven.
(Wordt vervolgd)
 
*****************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Op zondag 26 augustus is Jan Siebelink er te gast.
Kijk voor nadere informatie op www.buddenbrooks.nl
En op 2 september is er een presentatie naar aanleiding
van het verschijnen van:
'Springveren, het beste uit De Leunstoel.'



© 2007 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Het Biesheuveliaanse van Biesheuvel Gerbrand Muller
0418VG LitGM
‘Eindelijk gerechtigheid,’ zei Maarten Biesheuvel in reactie op het bericht dat hem de P.C. Hooftprijs was toegekend. Daar sprak hij een waar woord. Nog is de wereld hem niet vergeten. Biesheuvels laatste grotere verhalenbundel verscheen ruim vier jaar terug, en dat is in deze dynamische tijd al weer zeer lang geleden. Dat boek, Eva’s keus, bevat bovendien alleen eerder gepubliceerde verhalen. Al ruim tien jaar heeft Biesheuvel nauwelijks meer nieuw werk gepubliceerd. Tien jaar geleden: dan zitten we al min of meer in de middeleeuwen.
 
NRC-Handelsblad vond Arnon Grunberg bereid tussen al zijn bezigheden door een artikel over Biesheuvel te leveren. Het verscheen in het boekenbijvoegsel van 18 mei 2007. Grunberg geeft zich veel moeite aan te tonen dat Biesheuvels verhalen niet ‘abnormaal’ zijn. Niet voor een kleintje vervaard schrikt hij niet van opmerkelijke zaken die in Biesheuvels verhalen voorkomen, zoals een denkende aardbei, een denkend boomvarken of een man die zijn vrouw aan God wil offeren. Het is voorts Grunbergs ‘stellige overtuiging dat echtgenoten van schrijvers zouden moeten afzien van het maken van bloemlezingen, in ieder geval als het om hun man gaat.’ Verder mag een schrijver geen tederheid oproepen door op de achterflap van zijn boeken met een hond of kat in de armen te poseren. Grunberg heeft wel waardering voor Biesheuvels werk, maar de enkele alinea’s waarin hij daarover komt te spreken blijven wel erg aan de oppervlakte, om er nog het beste van te zeggen. Gelukkig wijdde Frits Abrahams kort daarna een mooi stukje aan Biesheuvel, dat de lezer misschien zal aansporen om Biesheuvels werk uit de kast te nemen of ernaar op zoek te gaan (NRC-Handelsblad 25 mei 2007).
 
Om de zoveel jaar veegt een redacteur of medewerker van een literair tijdschrift of boekenbijlage de vloer aan met de eigentijdse literatuur. Zo beklaagde een recensent van NRC-Handelsblad onlangs de jury’s van de AKO- en Libris-prijzen, die zich de laatste jaren door een rijstebrijberg van middelmatige tot slechte romans en verhalenbundels moesten heen werken. De schrijvende dames en heren moesten meer hun best doen, want waar ging het anders heen met de Nederlandse literatuur? Ja, waar gaat het met de literatuur naartoe? Die vraag dringt zich onvermijdelijk op als alle aandacht zich op de bruisende stroom van gloednieuwe boeken richt en het geschrevene van twee tot drie jaar terug al tot de geschiedenis wordt gerekend. Voor mij is het werk van een schrijver als Biesheuvel nog nieuw, de inkt van zijn boeken is bij wijze van spreken nog maar net droog.
 
Een bijvoeglijk naamwoord dat nog een plaats in de Van Dale moet krijgen is ‘biesheuveliaans’. Het betekent: kenmerkend voor een verhaal van Biesheuvel. Hoe die kenmerken te omschrijven? Algemeen kenmerk: mateloosheid. Mateloos zijn de uitweidingen die Biesheuvel zich veroorlooft, de opsommingen van woorden en namen, de lengte van sommige zinnen, de herhalingen, meestal van een klacht, die door de herhaling soms het karakter krijgt van een bezwerend gezang. Mateloos: niet oeverloos, want Biesheuvel is een meester in het doseren. Het mateloze maakt Biesheuvels verhalen Russisch, en de Russische zinnen die er een enkele keer onverwachts in opduiken wekken geen verbazing.
 
Biesheuveliaans zijn ook de onvoorspelbare wendingen die zijn vertellingen nemen. Vol onverwachte overgangen, ogenschijnlijk zonder veel structuur, vormt elk verhaal toch steeds een gaaf geheel. Biesheuvels verhalen zijn komisch, grimmig, spannend, troostend, duizelingwekkend, beangstigend, krankzinnig. Het normale, alledaagse wekt gezien door Biesheuvels ogen bevreemding. Kijkend door Biesheuvels ogen ziet de lezer wat hij wel wist: het leven is bizar. Misschien was hij dat vergeten uit vrees zijn houvast te verliezen en dan krankzinnig te worden. Biesheuvels personages smachten dikwijls naar houvast. Soms steekt de waanzin in hun hoofd op. De waangedachten en de hallucinaties waaraan zij ten prooi vallen worden in al hun pracht en barheid helder en precies beschreven.
(Wordt vervolgd)
 
*****************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Op zondag 26 augustus is Jan Siebelink er te gast.
Kijk voor nadere informatie op www.buddenbrooks.nl
En op 2 september is er een presentatie naar aanleiding
van het verschijnen van:
'Springveren, het beste uit De Leunstoel.'

© 2007 Gerbrand Muller
powered by CJ2