archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Bijna een halve eeuw Claude Chabrol Hans Knegtmans

0203 Franse film
In de persmap van een bioscoopfilm staat vaak een interview met de regisseur. Soms ook met de cameraman, de scenarist en een of meer acteurs. Uiteraard zijn die ‘interviews’ niet van de meest kritische soort. Eerder bieden ze de ondervraagde de kans uit te pakken over zijn artistieke inzichten en prestaties.

Regisseur Claude Chabrol legt in zo’n quasi-interview uit hoe hij in zijn film L’ivresse du pouvoir (De dronkenschap – of bedwelming – van de macht) hoe hij de ‘bijna schizofrene’ tegenstelling tussen het privé-leven van de onderzoeksrechter Jeanne en haar verhoren van verdachten in beeld heeft gebracht: ‘Om die reden bevinden de personages zich in de privé-sfeer naast elkaar, terwijl ik de confrontatieshots, die tegenstellingen uitdrukken, heb gereserveerd voor de kantoorscènes.’

De ondervrager is zelf ook niet van de straat, blijkens zijn volgende vraag. ‘De constructie doet denken aan die van een theater: tijdens de getuigenverhoren vindt de actie plaats en in de geheime onderhandelingen tussen politiek en zakenlieden wordt daarop gereageerd.’ Dat heeft hij goed gezien vindt de regisseur: ‘Het idee om commentaar te laten leveren op wat er gebeurt houdt me al lang bezig.’ Daarna legt hij uit hoe hij dit in een eerdere film in het vat goot en constateert ‘een voortdurende discrepantie tussen waar enerzijds de politici en anderzijds Jeanne mee bezig zijn. Ik hou van dat soort situaties!’

Deze citaten hebben de dagbladen niet gehaald. Dat is begrijpelijk. De krantenlezer wil weten waar een film over gaat en wat de recensent er van vond. Hij heeft geen boodschap aan confrontatieshots en de gelijkenis met een aan het theater ontleende vertelstructuur. Chabrol en zijn interviewer overschatten de opmerkingsgave en de professionele belangstelling van de betalende bezoekers.

Daardoor zien ze niet dat L’ivresse du pouvoir voor de niet-professionele kijker nogal langdradig is en opmerkelijk kleurloos. Dat ligt niet aan hoofdrolspeler Isabelle Huppert die uitblinkt in elke film, ongeacht thematiek en kwaliteit. Vanaf 2001 waren dat onder meer La pianiste, 8 femmes, Le temps du loup (zie jaargang 1, nr 7) , I ♥ Huckabees (zie jaargang 3, nr 10) en recentelijk het relatiedrama Gabrielle.

Huppert speelt onderzoeksrechter Jeanne Charmant-Killman, die een complexe fraudezaak op het spoor is. Chabrol heeft zich laten inspireren door het schandaal rond het olieconcern Elf, waar begin jaren negentig van de vorige eeuw voor een slordige 300 miljoen euro verduisterd werd. Omdat de regisseur niet op de details van de fraude ingaat, blijft de intrige – wie is wie en wat heeft hij precies op zijn kerfstok? – nogal schemerig. Geregeld zien we de slechteriken bijeen, lurkend aan hun sigaren. De machtsverhoudingen zijn ruwweg af te leiden uit de lengte en doorsnee van de rookwaar. (De analogie met ‘wie heeft de langste’, hoe platvloers ook, is te opvallend om over het hoofd te zien.)

Jeanne valt zelf ook ten prooi aan de corrumperende werking van de macht. Haar ondervragingen worden steeds onaangenamer, op het sadistische af. Tegelijk moet ze toezien dat haar superieuren geen haar beter zijn dan het gespuis over wie ze recht moeten spreken. Na haar huwelijk – waarvan we precies hebben kunnen zien hoe ze dat naar de verdommenis helpt – lijkt ook haar professionele carrière op een dood spoor beland.

Het verhaal van L’ivresse du pouvoir ziet er op papier beter uit dan de film die het uiteindelijk oplevert. Voor veel oudere bioscoopbezoekers – de gemiddelde leeftijd in Filmhuis Den Haag bedroeg minstens het drievoudige van wat je drie straten verder in Pathé Buitenhof kunt aantreffen – zal dit een lelijke tegenvaller zijn geweest. Zij herinneren zich de piepjonge Chabrol die eind jaren vijftig met zijn vakbroeders François Truffaut, Jean-Luc Godard en Eric Rohmer de filmische stroming La nouvelle vague oprichtte. In het vakblad Les Cahiers du Cinéma zetten ze zich af tegen de klassieke Franse film, die ze spottend Le cinéma de papa noemden.

De bekendste productie uit die tijd was Godards legendarische Á bout de souffle – Jean Seberg verkoopt, in haar witte T-shirt, op straat de New York Herald Tribune – maar ook Chabrol blies duchtig zijn partijtje mee. Le beau Serge, Les cousins en vooral het melodramatische Á double tour waren jarenlang een must voor elke hippe middelbare scholier die vond dat ‘het’ anders moest.

Eind jaren zestig was Chabrol zijn wilde haren wel kwijt, maar zijn liefde voor het melodrama, vaak gecombineerd met een thrillerachtige intrige, is nooit overgegaan. Que la bête meure (1969), Le boucher (1970), Juste avant la nuit (1971) en vooral Les noces rouges (1973) zijn hoogtepunten in zijn werk en toonbeelden van criminele melodrama’s. Neem Les noces rouges. Pierre (Michel Piccoli) en Lucienne (Stéphane Audran, al jaren Chabrols echtgenote) zijn verliefd op elkaar. Helaas zijn ze beiden ook ongelukkig getrouwd. Pierre zorgt voor zijn aan het ziekbed gekluisterde vrouw, Lucienne moet zich het sadistische gedrag van echtgenoot – tevens burgemeester van het dorp – laten welgevallen. Samen besluiten ze hun levenspartners uit de weg te ruimen. Mooi thema, en geen sterveling die een happy end zal verwachten.

De laatste jaren gaat het minder met de grote cineast. Hij blijft onverminderd productief, maar veel van zijn films laten, net als L’ivresse du pouvoir, bij de kijker een licht déjà vu gevoel achter. De distributeurs verdringen elkaar dan ook niet om de vertoonrechten van dit latere werk te bemachtigen. Zijn laatste productie die zich kan meten met eerdere hoogtepunten is La cérémonie uit 1995. Deze verfilming van Ruth Rendells beroemde roman A Judgement in Stone laat zien hoe een bourgeoisgezin waar nu werkelijk niets op aan te merken is, behalve dat ze niet op een paar centen hoeven te kijken, het doelwit wordt van hun labiele dienstmeisje (Sandrine Bonnaire) en een gestoorde postbeambte (Isabelle Huppert in een doodenge rol). Zelfs wie het eerdere werk niet kent, kan zien dat hier een groot filmmaker bezig is.

Gelukkig zijn we voor onze portie Chabrol niet alleen op L’ivresse aangewezen. Zo is er een vijfdelige DVD-cassette uitgebracht met relatief recent materiaal. Het zijn niet allemaal pareltjes, maar de aanwezigheid van La cérémonie en het meespelen van Huppert in alle vijf films maakt deze collectie interessant genoeg.

© 2006 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Bijna een halve eeuw Claude Chabrol Hans Knegtmans
0203 Franse film
In de persmap van een bioscoopfilm staat vaak een interview met de regisseur. Soms ook met de cameraman, de scenarist en een of meer acteurs. Uiteraard zijn die ‘interviews’ niet van de meest kritische soort. Eerder bieden ze de ondervraagde de kans uit te pakken over zijn artistieke inzichten en prestaties.

Regisseur Claude Chabrol legt in zo’n quasi-interview uit hoe hij in zijn film L’ivresse du pouvoir (De dronkenschap – of bedwelming – van de macht) hoe hij de ‘bijna schizofrene’ tegenstelling tussen het privé-leven van de onderzoeksrechter Jeanne en haar verhoren van verdachten in beeld heeft gebracht: ‘Om die reden bevinden de personages zich in de privé-sfeer naast elkaar, terwijl ik de confrontatieshots, die tegenstellingen uitdrukken, heb gereserveerd voor de kantoorscènes.’

De ondervrager is zelf ook niet van de straat, blijkens zijn volgende vraag. ‘De constructie doet denken aan die van een theater: tijdens de getuigenverhoren vindt de actie plaats en in de geheime onderhandelingen tussen politiek en zakenlieden wordt daarop gereageerd.’ Dat heeft hij goed gezien vindt de regisseur: ‘Het idee om commentaar te laten leveren op wat er gebeurt houdt me al lang bezig.’ Daarna legt hij uit hoe hij dit in een eerdere film in het vat goot en constateert ‘een voortdurende discrepantie tussen waar enerzijds de politici en anderzijds Jeanne mee bezig zijn. Ik hou van dat soort situaties!’

Deze citaten hebben de dagbladen niet gehaald. Dat is begrijpelijk. De krantenlezer wil weten waar een film over gaat en wat de recensent er van vond. Hij heeft geen boodschap aan confrontatieshots en de gelijkenis met een aan het theater ontleende vertelstructuur. Chabrol en zijn interviewer overschatten de opmerkingsgave en de professionele belangstelling van de betalende bezoekers.

Daardoor zien ze niet dat L’ivresse du pouvoir voor de niet-professionele kijker nogal langdradig is en opmerkelijk kleurloos. Dat ligt niet aan hoofdrolspeler Isabelle Huppert die uitblinkt in elke film, ongeacht thematiek en kwaliteit. Vanaf 2001 waren dat onder meer La pianiste, 8 femmes, Le temps du loup (zie jaargang 1, nr 7) , I ♥ Huckabees (zie jaargang 3, nr 10) en recentelijk het relatiedrama Gabrielle.

Huppert speelt onderzoeksrechter Jeanne Charmant-Killman, die een complexe fraudezaak op het spoor is. Chabrol heeft zich laten inspireren door het schandaal rond het olieconcern Elf, waar begin jaren negentig van de vorige eeuw voor een slordige 300 miljoen euro verduisterd werd. Omdat de regisseur niet op de details van de fraude ingaat, blijft de intrige – wie is wie en wat heeft hij precies op zijn kerfstok? – nogal schemerig. Geregeld zien we de slechteriken bijeen, lurkend aan hun sigaren. De machtsverhoudingen zijn ruwweg af te leiden uit de lengte en doorsnee van de rookwaar. (De analogie met ‘wie heeft de langste’, hoe platvloers ook, is te opvallend om over het hoofd te zien.)

Jeanne valt zelf ook ten prooi aan de corrumperende werking van de macht. Haar ondervragingen worden steeds onaangenamer, op het sadistische af. Tegelijk moet ze toezien dat haar superieuren geen haar beter zijn dan het gespuis over wie ze recht moeten spreken. Na haar huwelijk – waarvan we precies hebben kunnen zien hoe ze dat naar de verdommenis helpt – lijkt ook haar professionele carrière op een dood spoor beland.

Het verhaal van L’ivresse du pouvoir ziet er op papier beter uit dan de film die het uiteindelijk oplevert. Voor veel oudere bioscoopbezoekers – de gemiddelde leeftijd in Filmhuis Den Haag bedroeg minstens het drievoudige van wat je drie straten verder in Pathé Buitenhof kunt aantreffen – zal dit een lelijke tegenvaller zijn geweest. Zij herinneren zich de piepjonge Chabrol die eind jaren vijftig met zijn vakbroeders François Truffaut, Jean-Luc Godard en Eric Rohmer de filmische stroming La nouvelle vague oprichtte. In het vakblad Les Cahiers du Cinéma zetten ze zich af tegen de klassieke Franse film, die ze spottend Le cinéma de papa noemden.

De bekendste productie uit die tijd was Godards legendarische Á bout de souffle – Jean Seberg verkoopt, in haar witte T-shirt, op straat de New York Herald Tribune – maar ook Chabrol blies duchtig zijn partijtje mee. Le beau Serge, Les cousins en vooral het melodramatische Á double tour waren jarenlang een must voor elke hippe middelbare scholier die vond dat ‘het’ anders moest.

Eind jaren zestig was Chabrol zijn wilde haren wel kwijt, maar zijn liefde voor het melodrama, vaak gecombineerd met een thrillerachtige intrige, is nooit overgegaan. Que la bête meure (1969), Le boucher (1970), Juste avant la nuit (1971) en vooral Les noces rouges (1973) zijn hoogtepunten in zijn werk en toonbeelden van criminele melodrama’s. Neem Les noces rouges. Pierre (Michel Piccoli) en Lucienne (Stéphane Audran, al jaren Chabrols echtgenote) zijn verliefd op elkaar. Helaas zijn ze beiden ook ongelukkig getrouwd. Pierre zorgt voor zijn aan het ziekbed gekluisterde vrouw, Lucienne moet zich het sadistische gedrag van echtgenoot – tevens burgemeester van het dorp – laten welgevallen. Samen besluiten ze hun levenspartners uit de weg te ruimen. Mooi thema, en geen sterveling die een happy end zal verwachten.

De laatste jaren gaat het minder met de grote cineast. Hij blijft onverminderd productief, maar veel van zijn films laten, net als L’ivresse du pouvoir, bij de kijker een licht déjà vu gevoel achter. De distributeurs verdringen elkaar dan ook niet om de vertoonrechten van dit latere werk te bemachtigen. Zijn laatste productie die zich kan meten met eerdere hoogtepunten is La cérémonie uit 1995. Deze verfilming van Ruth Rendells beroemde roman A Judgement in Stone laat zien hoe een bourgeoisgezin waar nu werkelijk niets op aan te merken is, behalve dat ze niet op een paar centen hoeven te kijken, het doelwit wordt van hun labiele dienstmeisje (Sandrine Bonnaire) en een gestoorde postbeambte (Isabelle Huppert in een doodenge rol). Zelfs wie het eerdere werk niet kent, kan zien dat hier een groot filmmaker bezig is.

Gelukkig zijn we voor onze portie Chabrol niet alleen op L’ivresse aangewezen. Zo is er een vijfdelige DVD-cassette uitgebracht met relatief recent materiaal. Het zijn niet allemaal pareltjes, maar de aanwezigheid van La cérémonie en het meespelen van Huppert in alle vijf films maakt deze collectie interessant genoeg.
© 2006 Hans Knegtmans
powered by CJ2