archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
De nieuwe Haneke: grootmeesterlijk als altijd Hans Knegtmans

0113 Hoe vertel ik ...
Al zeg ik het zelf, ik ben een Haneke-fan van het eerste uur. Vanaf zijn debuut (en waarschijnlijk nog steeds zijn beste film) Der Siebente Kontinent heb ik al zijn bioscoopfilms gezien. Maar toen ik me op het Filmfestival Rotterdam plotseling oog in oog met de maestro bevond, zonder een andere journalist of festivalfunctionaris in de buurt, kon ik geen gebruik maken van deze unieke gelegenheid voor een scoop. Dat kwam doordat ik zijn laatste film, Caché, door omstandigheden nog niet gezien had. De film was niet opgenomen in de persvoorstellingen tijdens het festival. En omdat Haneke intussen een beroemde naam is, waren de publieksvoorstellingen binnen de kortste keren uitverkocht. Allemaal niet zo erg, dacht ik toen nog. Voor mijn stukje in De Leunstoel had ik andere plannen, en bovendien ging de film al tijdens het festival in première in de reguliere theaters. Mijn tijd kwam nog wel.

Dus toen ik, na bij de festivalkassa een paar films aan mijn programma toegevoegd te hebben, me omdraaide en zag dat de volgende klant niemand minder was dan mijn favoriete regisseur, durfde ik – als een onzekere schooljongen – hem niet aan te spreken. ‘U bent toch meneer Haneke? Wat leuk u hier te treffen! Nee, Caché heb ik nog niet gezien. En ik weet ook niet wat anderen er van vinden, want recensies lees ik pas als ik zelf een mening over de film heb.’ Geen sterke binnenkomer. In plaats daarvan wachtte ik tot hij zijn kaartjes had gescoord, schoot vliegensvlug naar voren en vroeg de caissière welke films Michael Haneke ging zien. Ze begreep mijn vraag niet. ‘Michael Haneke, uw vorige klant, die grijze meneer met die bril op. Naar welke films wilde hij?’ O, dat was ze alweer vergeten. Ze kreeg ook zoveel klanten op een dag.

Diezelfde avond kwam ik in het Luxor theater voor aanvang van de film in gesprek met een mevrouw die werkzaam was bij het project Meet the Maestro. Daar had ik wel eens over gelezen, maar het fijne wist ik er niet van. Zij legde mij uit dat dit splinternieuwe project aan filmeducatie doet voor zowel volwassenen als scholieren in de provincie Zuid-Holland (zie ook www.meetthemaestro.nl). Deze eerste aflevering was gewijd aan regisseur Michael Haneke. ‘Een goed idee,’ zei ik enthousiast, ‘beginnen met de beste regisseur van Europa!’ Dit compliment ging haar te ver. Haneke was dan misschien wel de meest spraakmakende regisseur van dit moment, maar zij kende toch wel een paar filmmakers die minstens even goed waren, en waarschijnlijk beter. Die Zweed bijvoorbeeld, ze kon nu even niet op de naam komen. Nadat ik alle Zweedse regisseurs die me te binnen wilden schieten, tevergeefs op haar had uitgeprobeerd, begreep ik dat ze de Deen Lars Von Trier bedoelde. Mijn uitspraken over Von Trier (‘een pretentieuze, overschatte filmer’) deden het gesprek geen goed. En toen zij Haneke’s verfilming van Das Schloss niet bleek te kennen (Das Schloss? Van Franz Kafka? Wist ik dat wel zeker?) was het definitief gedaan met onze goede verstandhouding.

Zo kwam mijn festival toch nog in het teken van Haneke te staan, en natuurlijk heb ik sindsdien Caché in de bioscoop bekeken. Meer nog dan zijn andere films leunt Caché tegen het thrillergenre aan. Dat blijkt al uit de grandioze openingsscène. In het straattafereel waar de camera op gericht is, terwijl de credits geleidelijk het scherm vullen, gebeurt vrijwel niets. Pas als het beeld de bekende strepen vertoont die bij een fast forward videoband horen, begrijpen we dat de hoofdpersonen Georges (Daniel Auteuil, die per film beter lijkt te worden) en Anne (Juliette Binoche, wat plomper en minder sexy ogend dan te doen gebruikelijk) naar een opname van hun eigen huis zitten te kijken. Een onbekende heeft kennelijk uren staan filmen en maakt dit ondubbelzinnig kenbaar. Maar wie, en wat heeft hij of zij er mee voor? Moeten ze de politie waarschuwen? Ze worden immers niet gechanteerd of anderszins bedreigd.

Dat mag dan zo zijn, de inbreuk op hun privacy heeft vanaf de eerste minuut gevolgen voor de omgang van de echtelieden. Hun gesprekken krijgen een ruzieachtig karakter. (Misschien was dat al langer het geval, maar Haneke wekt de suggestie dat de dreiging van buitenaf hier debet aan is.) De eerste videoband wordt gevolgd door andere, steeds omwikkeld door een kinderlijke tekening van een poppetje met een vuurrode vlek op zijn gezicht. Bloed, waarschijnlijk. Anne krijgt een driftbui wanneer Georges haar na de derde video vertelt dat hij denkt te weten wie de dader is, maar dat hij daar pas over wil uitweiden als zijn vermoeden juist blijkt. Omgekeerd heeft ook zij haar geheimen. Met name haar relatie met haar chef annex huisvriend zou wel eens minder onschuldig kunnen zijn dan zij aan hun zoontje Pierrot – die lont ruikt – wil toegeven.

In verschillende flashbacks zien we hoe de jeugdvriendschap tussen Georges en de Algerijnse Majid akelig aan zijn einde is gekomen. Het is denkbaar dat daarbij raciale factoren in het spel zijn geweest. In een gesprek met zijn oude moeder (mooie bijrol van Annie Girardot) refereert Georges aan een brute politieactie tegen Algerijnse immigranten in het Parijs van 1961. (Het toeval wil dat een van de beste films van IFFR precies over dat thema ging: Nuit noire, 17 octobre 1961.) Hoe die teloorgang van de vriendschap samenhangt met de bedreigende videobanden blijft tot het eind van de film een zaak waarover de kijker volop kan speculeren, maar geen zekerheid verkrijgt.

Zoals altijd bij Haneke speelt het drama zich af in de betere kringen. Georges presenteert een boekenprogramma op de televisie. Dat hij zijn vak serieus neemt, wordt ondubbelzinnig geïllustreerd door de duizenden boeken die de wanden sieren van de dure koopwoning. Dreiging, wantrouwen en morele ambiguïteit zijn de thema’s waarmee Haneke zijn publiek keer op keer overlaadt. De ervaring van ultieme zinloosheid die de boventoon voerde in Der Siebente Kontinent en 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls, is deze keer minder prominent aanwezig.

Gelukkig maar. Ook zonder dat is Caché een meer dan beklemmende filmervaring. Met het oog op de ‘ontknoping’ – of liever gezegd: een aanloopje naar een of meer denkbare ontknopingen – is de slotscène van cruciaal belang. Nu is de wederom onbeweeglijke camera minutenlang gericht op de school van Pierrot. De toeschouwer moet vooral niet glazig op de aftiteling wachten, maar actief het beeld aftasten. Dan ziet hij in een hoekje een gesprek tussen enkele personages. Ondanks het gebrek aan geluid kunnen die beelden hem misschien verder helpen.

© 2006 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
De nieuwe Haneke: grootmeesterlijk als altijd Hans Knegtmans
0113 Hoe vertel ik ...
Al zeg ik het zelf, ik ben een Haneke-fan van het eerste uur. Vanaf zijn debuut (en waarschijnlijk nog steeds zijn beste film) Der Siebente Kontinent heb ik al zijn bioscoopfilms gezien. Maar toen ik me op het Filmfestival Rotterdam plotseling oog in oog met de maestro bevond, zonder een andere journalist of festivalfunctionaris in de buurt, kon ik geen gebruik maken van deze unieke gelegenheid voor een scoop. Dat kwam doordat ik zijn laatste film, Caché, door omstandigheden nog niet gezien had. De film was niet opgenomen in de persvoorstellingen tijdens het festival. En omdat Haneke intussen een beroemde naam is, waren de publieksvoorstellingen binnen de kortste keren uitverkocht. Allemaal niet zo erg, dacht ik toen nog. Voor mijn stukje in De Leunstoel had ik andere plannen, en bovendien ging de film al tijdens het festival in première in de reguliere theaters. Mijn tijd kwam nog wel.

Dus toen ik, na bij de festivalkassa een paar films aan mijn programma toegevoegd te hebben, me omdraaide en zag dat de volgende klant niemand minder was dan mijn favoriete regisseur, durfde ik – als een onzekere schooljongen – hem niet aan te spreken. ‘U bent toch meneer Haneke? Wat leuk u hier te treffen! Nee, Caché heb ik nog niet gezien. En ik weet ook niet wat anderen er van vinden, want recensies lees ik pas als ik zelf een mening over de film heb.’ Geen sterke binnenkomer. In plaats daarvan wachtte ik tot hij zijn kaartjes had gescoord, schoot vliegensvlug naar voren en vroeg de caissière welke films Michael Haneke ging zien. Ze begreep mijn vraag niet. ‘Michael Haneke, uw vorige klant, die grijze meneer met die bril op. Naar welke films wilde hij?’ O, dat was ze alweer vergeten. Ze kreeg ook zoveel klanten op een dag.

Diezelfde avond kwam ik in het Luxor theater voor aanvang van de film in gesprek met een mevrouw die werkzaam was bij het project Meet the Maestro. Daar had ik wel eens over gelezen, maar het fijne wist ik er niet van. Zij legde mij uit dat dit splinternieuwe project aan filmeducatie doet voor zowel volwassenen als scholieren in de provincie Zuid-Holland (zie ook www.meetthemaestro.nl). Deze eerste aflevering was gewijd aan regisseur Michael Haneke. ‘Een goed idee,’ zei ik enthousiast, ‘beginnen met de beste regisseur van Europa!’ Dit compliment ging haar te ver. Haneke was dan misschien wel de meest spraakmakende regisseur van dit moment, maar zij kende toch wel een paar filmmakers die minstens even goed waren, en waarschijnlijk beter. Die Zweed bijvoorbeeld, ze kon nu even niet op de naam komen. Nadat ik alle Zweedse regisseurs die me te binnen wilden schieten, tevergeefs op haar had uitgeprobeerd, begreep ik dat ze de Deen Lars Von Trier bedoelde. Mijn uitspraken over Von Trier (‘een pretentieuze, overschatte filmer’) deden het gesprek geen goed. En toen zij Haneke’s verfilming van Das Schloss niet bleek te kennen (Das Schloss? Van Franz Kafka? Wist ik dat wel zeker?) was het definitief gedaan met onze goede verstandhouding.

Zo kwam mijn festival toch nog in het teken van Haneke te staan, en natuurlijk heb ik sindsdien Caché in de bioscoop bekeken. Meer nog dan zijn andere films leunt Caché tegen het thrillergenre aan. Dat blijkt al uit de grandioze openingsscène. In het straattafereel waar de camera op gericht is, terwijl de credits geleidelijk het scherm vullen, gebeurt vrijwel niets. Pas als het beeld de bekende strepen vertoont die bij een fast forward videoband horen, begrijpen we dat de hoofdpersonen Georges (Daniel Auteuil, die per film beter lijkt te worden) en Anne (Juliette Binoche, wat plomper en minder sexy ogend dan te doen gebruikelijk) naar een opname van hun eigen huis zitten te kijken. Een onbekende heeft kennelijk uren staan filmen en maakt dit ondubbelzinnig kenbaar. Maar wie, en wat heeft hij of zij er mee voor? Moeten ze de politie waarschuwen? Ze worden immers niet gechanteerd of anderszins bedreigd.

Dat mag dan zo zijn, de inbreuk op hun privacy heeft vanaf de eerste minuut gevolgen voor de omgang van de echtelieden. Hun gesprekken krijgen een ruzieachtig karakter. (Misschien was dat al langer het geval, maar Haneke wekt de suggestie dat de dreiging van buitenaf hier debet aan is.) De eerste videoband wordt gevolgd door andere, steeds omwikkeld door een kinderlijke tekening van een poppetje met een vuurrode vlek op zijn gezicht. Bloed, waarschijnlijk. Anne krijgt een driftbui wanneer Georges haar na de derde video vertelt dat hij denkt te weten wie de dader is, maar dat hij daar pas over wil uitweiden als zijn vermoeden juist blijkt. Omgekeerd heeft ook zij haar geheimen. Met name haar relatie met haar chef annex huisvriend zou wel eens minder onschuldig kunnen zijn dan zij aan hun zoontje Pierrot – die lont ruikt – wil toegeven.

In verschillende flashbacks zien we hoe de jeugdvriendschap tussen Georges en de Algerijnse Majid akelig aan zijn einde is gekomen. Het is denkbaar dat daarbij raciale factoren in het spel zijn geweest. In een gesprek met zijn oude moeder (mooie bijrol van Annie Girardot) refereert Georges aan een brute politieactie tegen Algerijnse immigranten in het Parijs van 1961. (Het toeval wil dat een van de beste films van IFFR precies over dat thema ging: Nuit noire, 17 octobre 1961.) Hoe die teloorgang van de vriendschap samenhangt met de bedreigende videobanden blijft tot het eind van de film een zaak waarover de kijker volop kan speculeren, maar geen zekerheid verkrijgt.

Zoals altijd bij Haneke speelt het drama zich af in de betere kringen. Georges presenteert een boekenprogramma op de televisie. Dat hij zijn vak serieus neemt, wordt ondubbelzinnig geïllustreerd door de duizenden boeken die de wanden sieren van de dure koopwoning. Dreiging, wantrouwen en morele ambiguïteit zijn de thema’s waarmee Haneke zijn publiek keer op keer overlaadt. De ervaring van ultieme zinloosheid die de boventoon voerde in Der Siebente Kontinent en 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls, is deze keer minder prominent aanwezig.

Gelukkig maar. Ook zonder dat is Caché een meer dan beklemmende filmervaring. Met het oog op de ‘ontknoping’ – of liever gezegd: een aanloopje naar een of meer denkbare ontknopingen – is de slotscène van cruciaal belang. Nu is de wederom onbeweeglijke camera minutenlang gericht op de school van Pierrot. De toeschouwer moet vooral niet glazig op de aftiteling wachten, maar actief het beeld aftasten. Dan ziet hij in een hoekje een gesprek tussen enkele personages. Ondanks het gebrek aan geluid kunnen die beelden hem misschien verder helpen.
© 2006 Hans Knegtmans
powered by CJ2