archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
In Nebraska wacht de hoofdprijs | Hans Knegtmans | |||
Op de laatste editie van IFFR was vrij snel duidelijk dat Nebraska, de Amerikaanse road movie van regisseur Alexander Payne, beslag zou leggen op de jaarlijkse publieksprijs (officieel de UPD Audience Award 2014 geheten). Nu is dat succes meer een sociaal-psychologische curiositeit dan een proeve van filmisch meesterschap. De afgelopen tien jaar gebeurde het slechts één keer dat een film de prijs bemachtigde die werkelijk superieur was aan de concurrentie. Dat was het Stasidrama Das Leben der Anderen, in 2007. Het enige wat de overige winnaars gemeen hebben, is een relatief hoog feelgoodgehalte. Wie de beschaafde klucht Matterhorn (winnaar in 2013) heeft gezien, weet wat ik bedoel.
Het verhaal van Nebraska heeft op het eerste gezicht weinig om het lijf. De bejaarde alcoholicus Woody Grant heeft een ‘persoonlijke brief’ ontvangen, waarin hij gefeliciteerd wordt met het bedrag van 1 miljoen dollar dat hij gewonnen zou hebben. (Ik heb al jaren niet meer zo’n brief ontvangen en weet niet of dat door mijn NEE NEE sticker komt, of dat ze in Nederland niet meer verstuurd worden.) Hoewel zijn zoon David – zelf een niet buitengewoon succesvolle verkoper van geluidsapparatuur – hem bij herhaling uitlegt dat de brief onzin bevat die slechts bedoeld is om mensen geld uit de zak te kloppen, is Woody ervan overtuigd dat hij zonder slag of stoot zijn prijs kan afhalen. David besluit dat hij zijn vaders waandenkbeeld maar op één manier kan ontkrachten, namelijk door met hem daadwerkelijk het lottokantoor te bezoeken. Zo beginnen ze aan een autorit van zo’n 1300 kilometer. Van Billings, Montana naar Lincoln, Nebraska. David is kort geleden verlaten door zijn vriendin en kan het uitstapje zelf goed gebruiken om weer op adem te komen. De film is opgenomen op breedbeeld en in majestueus zwart-wit, waardoor de desolate pracht van dit deel van de Midwest goed tot zijn recht komt. De ingezakte economie houdt de werkloze bewoners ofwel thuis, of jaagt ze de kroeg in. Sommige gehuchten ogen als spookdorpen waarvan de inwoners een veiliger heenkomen hebben gezocht.
De twee hoofdpersonen vormen een curieus duo. De kijker weet nooit zeker of de monosyllabische vader (gespeeld door Bruce Dern, die na een glansperiode in de jaren zeventig geleidelijk uit het zicht verdween) werkelijk seniel is of ‘alleen maar’ zijn levenslust heeft verloren. Afgezien van de miljoen dollar die hem aan de horizon toelachen, beleeft hij geen zichtbaar plezier aan hun uitstapje. Wanneer David (een innemende Will Forte als de vleesgeworden redelijkheid) hem meetroont naar Mt Rushmore, om zich te kunnen vergapen aan de uitgehouwen presidentskoppen, is hij daar niet in het minst van onder de indruk. Verderop in de film stelt David zijn vader voor het leegstaande huis van diens jeugd te bezoeken. De oude man is verbijsterd. ‘Waarom?’ vraagt hij. Geef daar maar eens antwoord op. Een bezoek aan Woody’s broer plus familie, woonachtig in het plaatsje Hawthorne, zorgt voor nieuwe vervreemding bij zowel David als de toeschouwer. De broer is zo mogelijk nog zwijgzamer dan Woody en zijn twee dikke zoons intimideren David met beladen stiltes, afgewisseld door agressieve grappen waartegen een beschaafd mens geen verweer heeft, ondanks de dommigheid die er vanaf walmt. Ondertussen heeft de plaatselijke bevolking lucht gekregen van Woody’s aanstaande rijkdom, zodat deze in het plaatselijke karaoke-café alom bewondering en applaus oogst. Ach ja. Amerika, bakermat van de showbizz. Maar – en dat hadden we kunnen voorspellen – de algehele feestvreugde heeft ook zijn schaduwzijde. Iedereen claimt, in financieel minder voorspoedige tijden Woody geld te hebben geleend en nu die miljonair is, of althans bijna, is het niet meer dan billijk dat hij iets van die schuld terugbetaalt. Toch? Het zou vader en zoon flink heet onder de voeten kunnen worden, ware het niet dat Woody’s snauwerige vrouw Kate en haar oudere zoon Ross zich inmiddels bij het gezelschap hebben gevoegd. Zij maakt korte metten met het legertje van barmhartige Samaritanen: ’You can all go fuck yourselves.’ Heel incorrect in deze streek, maar het zorgt voor ongekende duidelijkheid. Zou Woody, via een geniale narratieve omweg, alsnog zijn miljoen ontvangen? En zo niet, hoe loopt het dan af? We moeten maar hopen dat Payne en scenarist Bob Nelson iets creatiefs hebben bedacht. Nebraska is een soms wat kabbelende, milde studie van een oude baas die hoopt op de valreep zijn gezin nog iets waardevols na te laten. --------------------------------------------- De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php |
||||
© 2014 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |