archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
Ruziënde strijkers: A Late Quartet | Hans Knegtmans | |||
Het New Yorkse muziekensemble The Fugue Quartet bestaat 25 jaar. Binnenkort zullen ze een feestelijk jubileumconcert geven. Maar bij de eerste repetitie na de vakantie gaat het mis. De nestor van het gezelschap, cellist Peter (Christopher Walken), gaat in Beethovens strijkkwartet 14, opus 131, tot twee keer toe opzichtig in de fout. Besloten wordt een nieuwe afspraak te maken, wanneer hij hopelijk zijn muzikale touch weer terugheeft.
Een bezoek aan de arts leert hem dat hij lijdt aan beginnende Parkinson. Behandelbaar met medicijnen, maar op langere termijn is de lichamelijke aftakeling niet te stoppen. Zijn collega’s verkeren na het horen van dit nieuws in opperste ontreddering. Een van de vragen waar ze niet omheen kunnen, is of ze nu al een nieuwe cellist moeten zoeken, of doorgaan in de hoop dat Peter op zijn routine nog een tijdje mee zal kunnen.
Al gauw echter dienen zich nieuwe problemen aan, al dan niet van muzikale aard, maar zonder uitzondering op het relationele vlak. Terwijl Peter tegen heug en meug therapeutische oefeningen doet en daarenboven belangeloos probeert een andere celliste uit haar groepje los te weken, verliezen de overige leden zich in het ventileren van onlustgevoelens die ze kennelijk tientallen jaren hebben onderdrukt. Zo acht tweede violist Robert (Philip Seymour Hoffman) de tijd rijp om zo nu en dan eens van rol te wisselen met eerste violist Daniel (Mark Ivanir). Die ziet daar niets in. Juliette (Catherine Keener), altviolist en echtgenote van Robert, blijkt Daniels scepsis te delen. Dit luidt een impasse in hun huwelijk in, nog verergerd door een drankovergoten one night stand waaraan Robert zich bezondigt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Alexandra, de hypermuzikale maar onuitstaanbare tienerdochter van het echtpaar, die haar vioolleraar Daniel (jawel, de eerste violist, oude viezerik) het hoofd op hol brengt. Enzovoort und so weiter.
De soapy thematiek van A Late Quartet brengt de topacteurs in een lastig parket. Het ene moment discussiëren ze intelligent over muzikale zaken, even later slingeren ze elkaar de standaardverwijten naar het hoofd met de bestrijding waarvan relatietherapeuten de kost verdienen. Het lukt regisseur/scenarist Yaron Zilberman niet, hun gekibbel naar een hoger plan te tillen. Daardoor valt er met name voor Philip Seymour Hoffman, hoewel nog steeds een genot om naar te kijken, minder eer te behalen dan gebruikelijk. Temidden van zijn jongere collega’s is Christopher Walken een baken van rust en waardigheid. Stal hij vroeger vaak de show als onberekenbare weirdo, recentelijk lijkt hij – waar we in Seven Psychopaths al een staaltje van konden zien – te hebben ontdekt hoe charismatisch hij is als wat oudere, levenswijze man. Alleen al hoe hij een kritisch muziekklasje in zijn stak steekt met een anekdote over collega-cellist Pablo Casals is een bezoek aan de bioscoop waard. Bijna in zijn piere eentje behoedt hij de film voor afglijden naar de dubieuze categorie Interessante Mislukkingen.
De kijker die nog niet om was, krijgt van de grote Ludwig van Beethoven in de slotscène het laatste zetje. Strijkkwartet 14 in cis mineur, Opus 131. Schandalig dat ik dat nog niet op de cd-plank had staan. *************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2013 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |