archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Weer helemaal Rotterdam Hans Knegtmans

0908VG Le Havre
Op elk filmfestival loopt de bezoeker gegarandeerd tegen een paar zeperds aan. Zeker op IFFR, dat een open oog heeft voor veelbelovende filmmakers uit alle windstreken. Ik word met het klimmen der jaren steeds behendiger in het ontwijken van de ergste ellende, maar soms glipt een onvermoed wanproduct door de mazen van het net.

Regisseur Laurent Achard had in 1999 een Tiger Award gescoord met Plus d’hier, moins que demain. Zijn nieuwste productie heet Dernière séance. Een zekere Sylvain beheert een noodlijdende bioscoop in een Frans provinciestadje. Er heeft zich al een koper gemeld om het pand te verbouwen tot iets van deze tijd. Al gauw beseft de kijker dat Sylvain gevaarlijk gek is. Dit hadden we al kunnen vermoeden door zijn uitdrukkingloze gezicht, dat het kenmerk is van film-aliens of de peulvruchtmensen uit Invasion of the Body Snatchers. (‘Wie lust er nog peultjes?’ riep een baldadige bioscoopbezoeker, de eerste keer dat ik de film zag.)

Naast film kijken heeft Sylvain nog een andere hobby. Hij rijgt jonge vrouwen aan het mes, snijdt hun oor af met oorbel en al en prikt zijn trofee in een filmposter van een actrice van vroeger. De unheimische fotogalerij bevindt zich in een geheime ruimte, anders krijgt hij er last mee. De achtergrond van dit gedrag ligt blijkens flashbacks in een ver verleden. Moeder was een gemankeerde actrice en er was ook nog iets met een oorbel. Absurder nog dan de intrige is het ontbreken van enige vorm van politieonderzoek. Afgaande op de portrettengalerij moet Sylvain de laatste maanden plusminus vijftien jonge vrouwen hebben omgebracht in een stadje ter grootte van Raalte of Zierikzee, maar politie ho maar.

Een slechte film is niet erg. Bedenkelijker is de vertoning van wat in Youp van ’t Heks jargon een foute film genoemd zou worden. The Ultimate Pranxx Case beschrijft in detail een ambitieuze practical joke van drie Amerikaanse twintigers. Een van hen maakt een eetafspraak met een meisje dat hij vaag kent. Het hele huis staat vol met camera’s, zodat de feestelijkheden rechtstreeks op hun website kunnen worden vertoond. De ‘grap’ is dat het meisje zonder het zelf te beseffen een reeks vernederingen ondergaat, zoals het eten van een salade met hondenvoer of het drinken van wijn met een vleugje lichaamssap. Lachen! De amateurfilmers hebben echter het scenario onvoldoende doordacht, waardoor de gebeurtenissen een dramatische wending nemen. In de laatste beelden wordt de film opgedragen aan de vrouwelijke hoofdpersoon, die aan de gevolgen van het uitje overleden zou zijn.

De film wordt gepresenteerd als documentaire, maar daar trapt waarschijnlijk niemand in. Ironisch genoeg is het schouwspel als ‘waarschuwende’ nepdocumentaire nog veel ranziger. Sinds de jaren zestig weet iedereen die weleens in een psychologieboek heeft gebladerd dat mensen geneigd zijn agressief of normloos gedrag van anderen over te nemen, zeker als het model er succes mee heeft. En de date rape waar de film langzaam maar zeker naartoe werkt, is vandaag de dag een geliefd tijdverdrijf. De festivalcatalogus doet dapper mee met het bedrog van de makers en besluit de bespreking met het jolige ‘ Don’t try this at home, kids’.

Een andere festivalfim die een loopje neemt met psychologisch onderzoek – en daarbij lustig aan geschiedvervalsing doet – is 38 témoins, van de gereputeerde filmmaker Lucas Belvaux. Het verhaal grijpt terug op een historische moord in de wijk Queens (New York), in 1964. Daar werd in het holst van de nacht Kitty Genovese door messteken om het leven gebracht. De moord is om twee redenen bekend geworden. Ten eerste was de aanvaller een half uur bezig voor hij het gewenste resultaat bereikte. Aangrijpender nog was het bericht dat liefst 38 buurtbewoners ooggetuige waren geweest van de misdaad, zonder één poot uit te steken. Algauw bleek deze laatste voorstelling van zaken onjuist. Verschillende omwonenden hadden uit het raam geschreeuwd, wat de aanvaller tijdelijk op de vlucht joeg. Anderen hadden wel degelijk geprobeerd de politie te bellen, maar hun alarm werd met een korreltje zout genomen. Voorts was het fysiek onmogelijk om de gebeurtenissen van a tot z met het oog te volgen. Desondanks leidde de enormiteit van de moord, zoals beschreven in de kranten, ertoe dat het incident jaar in jaar uit in alle inleidingen in de (sociale) psychologie breed werd uitgemeten, in zijn oorspronkelijke – dus vertekende – versie.

In 38 témoins is Queens vervangen door Le Havre. Van meer belang is de draai die de regisseur aan het verhaal geeft. Alle 38 getuigen vertellen de politie dat ze die nacht niets ongewoons hebben opgemerkt. Op één na die, geplaagd door zijn geweten, uiteindelijk de waarheid vertelt. Dat wordt hem door de overige 37 niet in dank afgenomen. Die schamen zich met z’n allen kapot voor hun inertie en kunnen door het ‘verraad’ van de ene man zijn bloed wel drinken.
In de wetenschappelijke literatuur0908VG Descendants over het Genovese-incident speelt schaamte geen rol. De meeste omwonenden die geen actie ondernamen, wisten niet wat er precies loos was. En in later experimenteel onderzoek bleek dat mensen bij ambigue gebeurtenissen niet staan te dringen om een – misschien geheel misplaatste – interventie te plegen.
Overigens is 38 témoins een spannende, vakkundig gemaakte film, waaraan u zich geen buil zult vallen als hij over enkele maanden de bioscoop bereikt. Maar de claim van de catalogus dat we te maken hebben met een ‘grondig psychologisch onderzoek’ slaat volledig de plank mis.

Deze dissonanten wogen gelukkig niet op tegen de films die juist op aangename wijze verrasten. Bij de Griekse cinema stel ik me niet in de eerste plaats een onweerstaanbare komedie voor. Zeker niet na het zien van het pijnlijk ongrappige Dogtooth. (De maker daarvan, Yorgos Lanthimos, was op het festival aanwezig met zijn nieuwe kunstwerk Alps. Ik kijk de kat nog even uit de boom, maar ik weet nu al dat er veel gloedvolle recensies van topcritici nodig zullen zijn om mij te zijner tijd over de streep te trekken.)

Maar Unfair World van Filippos Tsitos logenstraft mijn vooroordeel tegen Griekse komedies in hun algemeenheid. Fijne personages in de vorm van de uitgebluste, bijna gepensioneerde, politieman Sotiris en de opportunistische schoonmaakster Dora. Ondanks zijn ogenschijnlijke chagrijnigheid is Sotaris deep down een aimabel mens. Tijdens ieder verhoor helpt hij de verdachte zijn eigen zaak te bepleiten. Meteen na afloop gooit hij het dossier op een grote hoop en doet er verder niets mee. Op een kwade dag echter laat hij zich door een minder rechtlijnige collega bepraten om mee te gaan naar een man die van corruptie wordt verdacht. Geheel onbedoeld schiet hij tijdens het verhoor de verdachte dood. Leiden in last.

Het scenario (van Tsitos zelf) is ongelooflijk inventief en de twee hoofdpersonen – vooral Antonis Kafetzopoulos als de politieman – zijn een genot om naar te kijken. Collega Lanthimos heeft die film ongetwijfeld ook gezien, maar ik betwijfel of hij door heeft dat Tsitos’ humor van een ander kaliber is dan zijn eigen surrealistische grappen en grollen. Terecht wordt Tsitos door velen vergeleken met zijn Finse collega Aki Kaurismäki, over wie straks meer.

Bij de indrukwekkende Tijgerkandidaat – maar vreemd genoeg geen winnaar – Sudoueste valt weinig te lachen. (Op één hilarisch moment na: een jongetje valt van de tweede verdieping van een paalwoning in het water, vlak naast een bootje met een suffende hond die zich wezenloos schrikt en, voor zover het bootje dat toelaat, een veilig heenkomen zoekt.)
Wie de film ooit nog hoopt te zien, moet nu even doorscrollen naar de volgende alinea. Hier komt namelijk een onvervalste spoiler.
De onvoorbereide kijker heeft aanvankelijk de grootste moeite het verhaal te volgen, ook al neemt de Braziliaanse regisseur Eduardo Nunes daarvoor alle tijd. De film heeft één bizar uitgangspunt dat nergens geëxpliciteerd wordt. Het verhaal speelt zich voor alle personages af op één en dezelfde dag, behalve voor de vrouwelijke hoofdpersoon. Zij legt in die ene dag de weg af van baby, via tienjarige, via jongvolwassene, tot middelbare vrouw. De regisseur kondigt geen van deze gedaantewijzigingen aan en ook de andere personages doen alsof hun neus bloedt. Dit dwingt de kijker tot heel wat hersengymnastiek. Zo zegt een man die zich over het meisje ontfermt tegen zijn vrouw ‘onze dochter is vanochtend gestorven,’ kennelijk niet beseffend dat het meisje dat naast hem staat zijn kleindochter is. Filmisch is Sudoueste van een zeldzame schoonheid, en het zwart-wit camerawerk roept associaties op met het Hongaarse genie Béla Tarr.

Wie niet wil wachten tot deze films in de bioscoop worden vertoond – en in sommige gevallen kun je lang wachten – kan nu al in de bioscoop zijn eigen mini IFFR organiseren. Op dit moment zijn Shame, Les Géants, The Descendants en Le Havre al te zien, en vanaf 16 februari krijgen zij gezelschap van Lena, Wavumba, Un amour de jeunesse en Nick. In de categorie ‘het betere Hollywoodwerk’ is het Oscargenomineerde The Descendents – met de altijd voortreffelijke George Clooney en zijn mooie filmdochter Shaylene Woodley – zeer de moeite waard. En de liefhebber van superieure arthouse cinema mag Le Havre van regisseur Aki Kaurismäki niet missen. Op zijn oude dag toont de maker van inktzwarte komedies zich van zijn zonnige zijde. Het verhaal van een nukkige schoenpoetser die zich met steun van zijn buren ontfermt over een jonge Afrikaanse vluchteling zou in handen van een mindere filmer een kleffe feelgood film kunnen opleveren. Maar Kaurismäki doet alles goed.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2012 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Weer helemaal Rotterdam Hans Knegtmans
0908VG Le Havre
Op elk filmfestival loopt de bezoeker gegarandeerd tegen een paar zeperds aan. Zeker op IFFR, dat een open oog heeft voor veelbelovende filmmakers uit alle windstreken. Ik word met het klimmen der jaren steeds behendiger in het ontwijken van de ergste ellende, maar soms glipt een onvermoed wanproduct door de mazen van het net.

Regisseur Laurent Achard had in 1999 een Tiger Award gescoord met Plus d’hier, moins que demain. Zijn nieuwste productie heet Dernière séance. Een zekere Sylvain beheert een noodlijdende bioscoop in een Frans provinciestadje. Er heeft zich al een koper gemeld om het pand te verbouwen tot iets van deze tijd. Al gauw beseft de kijker dat Sylvain gevaarlijk gek is. Dit hadden we al kunnen vermoeden door zijn uitdrukkingloze gezicht, dat het kenmerk is van film-aliens of de peulvruchtmensen uit Invasion of the Body Snatchers. (‘Wie lust er nog peultjes?’ riep een baldadige bioscoopbezoeker, de eerste keer dat ik de film zag.)

Naast film kijken heeft Sylvain nog een andere hobby. Hij rijgt jonge vrouwen aan het mes, snijdt hun oor af met oorbel en al en prikt zijn trofee in een filmposter van een actrice van vroeger. De unheimische fotogalerij bevindt zich in een geheime ruimte, anders krijgt hij er last mee. De achtergrond van dit gedrag ligt blijkens flashbacks in een ver verleden. Moeder was een gemankeerde actrice en er was ook nog iets met een oorbel. Absurder nog dan de intrige is het ontbreken van enige vorm van politieonderzoek. Afgaande op de portrettengalerij moet Sylvain de laatste maanden plusminus vijftien jonge vrouwen hebben omgebracht in een stadje ter grootte van Raalte of Zierikzee, maar politie ho maar.

Een slechte film is niet erg. Bedenkelijker is de vertoning van wat in Youp van ’t Heks jargon een foute film genoemd zou worden. The Ultimate Pranxx Case beschrijft in detail een ambitieuze practical joke van drie Amerikaanse twintigers. Een van hen maakt een eetafspraak met een meisje dat hij vaag kent. Het hele huis staat vol met camera’s, zodat de feestelijkheden rechtstreeks op hun website kunnen worden vertoond. De ‘grap’ is dat het meisje zonder het zelf te beseffen een reeks vernederingen ondergaat, zoals het eten van een salade met hondenvoer of het drinken van wijn met een vleugje lichaamssap. Lachen! De amateurfilmers hebben echter het scenario onvoldoende doordacht, waardoor de gebeurtenissen een dramatische wending nemen. In de laatste beelden wordt de film opgedragen aan de vrouwelijke hoofdpersoon, die aan de gevolgen van het uitje overleden zou zijn.

De film wordt gepresenteerd als documentaire, maar daar trapt waarschijnlijk niemand in. Ironisch genoeg is het schouwspel als ‘waarschuwende’ nepdocumentaire nog veel ranziger. Sinds de jaren zestig weet iedereen die weleens in een psychologieboek heeft gebladerd dat mensen geneigd zijn agressief of normloos gedrag van anderen over te nemen, zeker als het model er succes mee heeft. En de date rape waar de film langzaam maar zeker naartoe werkt, is vandaag de dag een geliefd tijdverdrijf. De festivalcatalogus doet dapper mee met het bedrog van de makers en besluit de bespreking met het jolige ‘ Don’t try this at home, kids’.

Een andere festivalfim die een loopje neemt met psychologisch onderzoek – en daarbij lustig aan geschiedvervalsing doet – is 38 témoins, van de gereputeerde filmmaker Lucas Belvaux. Het verhaal grijpt terug op een historische moord in de wijk Queens (New York), in 1964. Daar werd in het holst van de nacht Kitty Genovese door messteken om het leven gebracht. De moord is om twee redenen bekend geworden. Ten eerste was de aanvaller een half uur bezig voor hij het gewenste resultaat bereikte. Aangrijpender nog was het bericht dat liefst 38 buurtbewoners ooggetuige waren geweest van de misdaad, zonder één poot uit te steken. Algauw bleek deze laatste voorstelling van zaken onjuist. Verschillende omwonenden hadden uit het raam geschreeuwd, wat de aanvaller tijdelijk op de vlucht joeg. Anderen hadden wel degelijk geprobeerd de politie te bellen, maar hun alarm werd met een korreltje zout genomen. Voorts was het fysiek onmogelijk om de gebeurtenissen van a tot z met het oog te volgen. Desondanks leidde de enormiteit van de moord, zoals beschreven in de kranten, ertoe dat het incident jaar in jaar uit in alle inleidingen in de (sociale) psychologie breed werd uitgemeten, in zijn oorspronkelijke – dus vertekende – versie.

In 38 témoins is Queens vervangen door Le Havre. Van meer belang is de draai die de regisseur aan het verhaal geeft. Alle 38 getuigen vertellen de politie dat ze die nacht niets ongewoons hebben opgemerkt. Op één na die, geplaagd door zijn geweten, uiteindelijk de waarheid vertelt. Dat wordt hem door de overige 37 niet in dank afgenomen. Die schamen zich met z’n allen kapot voor hun inertie en kunnen door het ‘verraad’ van de ene man zijn bloed wel drinken.
In de wetenschappelijke literatuur0908VG Descendants over het Genovese-incident speelt schaamte geen rol. De meeste omwonenden die geen actie ondernamen, wisten niet wat er precies loos was. En in later experimenteel onderzoek bleek dat mensen bij ambigue gebeurtenissen niet staan te dringen om een – misschien geheel misplaatste – interventie te plegen.
Overigens is 38 témoins een spannende, vakkundig gemaakte film, waaraan u zich geen buil zult vallen als hij over enkele maanden de bioscoop bereikt. Maar de claim van de catalogus dat we te maken hebben met een ‘grondig psychologisch onderzoek’ slaat volledig de plank mis.

Deze dissonanten wogen gelukkig niet op tegen de films die juist op aangename wijze verrasten. Bij de Griekse cinema stel ik me niet in de eerste plaats een onweerstaanbare komedie voor. Zeker niet na het zien van het pijnlijk ongrappige Dogtooth. (De maker daarvan, Yorgos Lanthimos, was op het festival aanwezig met zijn nieuwe kunstwerk Alps. Ik kijk de kat nog even uit de boom, maar ik weet nu al dat er veel gloedvolle recensies van topcritici nodig zullen zijn om mij te zijner tijd over de streep te trekken.)

Maar Unfair World van Filippos Tsitos logenstraft mijn vooroordeel tegen Griekse komedies in hun algemeenheid. Fijne personages in de vorm van de uitgebluste, bijna gepensioneerde, politieman Sotiris en de opportunistische schoonmaakster Dora. Ondanks zijn ogenschijnlijke chagrijnigheid is Sotaris deep down een aimabel mens. Tijdens ieder verhoor helpt hij de verdachte zijn eigen zaak te bepleiten. Meteen na afloop gooit hij het dossier op een grote hoop en doet er verder niets mee. Op een kwade dag echter laat hij zich door een minder rechtlijnige collega bepraten om mee te gaan naar een man die van corruptie wordt verdacht. Geheel onbedoeld schiet hij tijdens het verhoor de verdachte dood. Leiden in last.

Het scenario (van Tsitos zelf) is ongelooflijk inventief en de twee hoofdpersonen – vooral Antonis Kafetzopoulos als de politieman – zijn een genot om naar te kijken. Collega Lanthimos heeft die film ongetwijfeld ook gezien, maar ik betwijfel of hij door heeft dat Tsitos’ humor van een ander kaliber is dan zijn eigen surrealistische grappen en grollen. Terecht wordt Tsitos door velen vergeleken met zijn Finse collega Aki Kaurismäki, over wie straks meer.

Bij de indrukwekkende Tijgerkandidaat – maar vreemd genoeg geen winnaar – Sudoueste valt weinig te lachen. (Op één hilarisch moment na: een jongetje valt van de tweede verdieping van een paalwoning in het water, vlak naast een bootje met een suffende hond die zich wezenloos schrikt en, voor zover het bootje dat toelaat, een veilig heenkomen zoekt.)
Wie de film ooit nog hoopt te zien, moet nu even doorscrollen naar de volgende alinea. Hier komt namelijk een onvervalste spoiler.
De onvoorbereide kijker heeft aanvankelijk de grootste moeite het verhaal te volgen, ook al neemt de Braziliaanse regisseur Eduardo Nunes daarvoor alle tijd. De film heeft één bizar uitgangspunt dat nergens geëxpliciteerd wordt. Het verhaal speelt zich voor alle personages af op één en dezelfde dag, behalve voor de vrouwelijke hoofdpersoon. Zij legt in die ene dag de weg af van baby, via tienjarige, via jongvolwassene, tot middelbare vrouw. De regisseur kondigt geen van deze gedaantewijzigingen aan en ook de andere personages doen alsof hun neus bloedt. Dit dwingt de kijker tot heel wat hersengymnastiek. Zo zegt een man die zich over het meisje ontfermt tegen zijn vrouw ‘onze dochter is vanochtend gestorven,’ kennelijk niet beseffend dat het meisje dat naast hem staat zijn kleindochter is. Filmisch is Sudoueste van een zeldzame schoonheid, en het zwart-wit camerawerk roept associaties op met het Hongaarse genie Béla Tarr.

Wie niet wil wachten tot deze films in de bioscoop worden vertoond – en in sommige gevallen kun je lang wachten – kan nu al in de bioscoop zijn eigen mini IFFR organiseren. Op dit moment zijn Shame, Les Géants, The Descendants en Le Havre al te zien, en vanaf 16 februari krijgen zij gezelschap van Lena, Wavumba, Un amour de jeunesse en Nick. In de categorie ‘het betere Hollywoodwerk’ is het Oscargenomineerde The Descendents – met de altijd voortreffelijke George Clooney en zijn mooie filmdochter Shaylene Woodley – zeer de moeite waard. En de liefhebber van superieure arthouse cinema mag Le Havre van regisseur Aki Kaurismäki niet missen. Op zijn oude dag toont de maker van inktzwarte komedies zich van zijn zonnige zijde. Het verhaal van een nukkige schoenpoetser die zich met steun van zijn buren ontfermt over een jonge Afrikaanse vluchteling zou in handen van een mindere filmer een kleffe feelgood film kunnen opleveren. Maar Kaurismäki doet alles goed.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2012 Hans Knegtmans
powered by CJ2