archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
Verwarde wetenschapper neemt taxi | Hans Knegtmans | |||
Als dit een jongeren-filmsite was zou dit stuk beginnen met de waarschuwing spoiler alert! Dit betekent dat de schrijver de clou, of een belangrijke plotwending, prijsgeeft. Liefhebbers die met een minimum aan voorkennis zelf willen zien hoe de film zich ontwikkelt kunnen een rood waas voor ogen krijgen als de bespreking in hun krant verklapt dat de hoofdpersonen op het eind elkaar krijgen, of juist niet. Dat maakt het recenseren van sommige films knap lastig. Van het mooi onderkoelde Never Let Me Go bijvoorbeeld moet de recensent beide vertellijnen (waarvan één de essentie van de film uitmaakt, net als van het boek waarop deze gebaseerd is) voor zich houden. Hooguit mag hij prijsgeven dat het unheimische verhaal gaat over drie kostschoolleerlingen, en dat de leerdoelen van de school weinig lijken op wat men normaal onder VWO verstaat. Einde recensie.
Let op, dadelijk komt de spoiler! La vida de los peces van de Chileen Matias Bize was een van de toppers van het afgelopen Latin American Film Festival (LAFF) in Utrecht. De enthousiaste kijkers bezorgden hem een derde plaats in de publieksenquête. Meteen na het festival kwam de film uit in een klein aantal arthouses, net als de publiekswinnaar También la lluve. Leuk! Nu kon ik deze films samen bespreken zonder ook maar één stap op het festival gezet te hebben. Wel moest ik voor También la lluvia naar Amsterdam, maar daar draai ik normaal mijn hand niet voor om.
La vida de los peces vertelt een simpel verhaal. Reisgidsenschrijver Andrés, die al tien jaar in Berlijn woont, keert voor een korte vakantie terug naar zijn geboorteland Chili. De film volgt hem daar op de vooravond van zijn terugreis, wanneer hij op een feestje nog enkele bekenden spreekt. Drie oude vrienden proberen hem te verleiden nog een dag langer te blijven. Dan kunnen ze morgen een partijtje voetballen en vanavond naar nog een ander feest, achter de wijven aan. Hij wordt aangeklampt door twee jongetjes, die hij nog kent van toen ze twee turven hoog waren. Die zijn geïnteresseerd in zijn seksleven. Heeft hij wel eens zonder kapotje geneukt? O ja? Ook wel eens anaal? En heeft hij daar dan geen aids bij opgelopen?
Het ontgaat de kijker niet dat Andrés tussen de gesprekken door alleen oog heeft voor een mooie vrouw die met een serene blik tussen de feestgangers door laveert. Ziet hij haar als een potentiële verovering of hebben ze ooit iets gehad? Het laatste, blijkt tijdens een lange dialoog, die geleidelijk steeds meer in een klaaglijke monoloog van de vrouw overgaat. Het is al jaren uit. Zij is nu getrouwd en heeft een tweeling. Man en kinderen zijn op vakantie. En, nu ze toch dat onthullende gesprek voeren dat al jaren eerder had moeten plaatsvinden, zelfs tijdens Andrés’ Berlijnse periode hebben ze allebei kansen voor open doel laten liggen om elkaar weer te ontmoeten.
Andrés waagt een laatste poging. Als hij haar nu plechtig belooft dat hij vanaf nu zijn stinkende best zal doen en haar nooit zal laten vallen, echt niet, zouden ze dan heel misschien…..? En wat dacht je dat die stomme trut zegt? Precies! Nou vraag ik je. Denk je dat je naar een bona fide arthousefilm gaat, en plotseling zit je tot je nek in een boeketreeksroman!
Stelt u zich gerust, de hereniging gaat niet door. Op weg naar de uitgang raakt Beatriz in gesprek met een paar vriendinnen. We kunnen de conversatie niet volgen, maar zien haar wel in de weer met haar telefoon, waarop ze snoezige foto’s van de tweeling heeft verzameld. Andrés mag dan een romantische egoïst zijn, zelfs hij weet wanneer hij verloren heeft. We moeten vrezen dat de regisseur de klassieker Casablanca (1942) heeft gemist. Daarin had hij kunnen zien hoe je zo’n melodrama wél moet afsluiten. Op het gejengel van de getrouwde Ilsa (Ingrid Bergman) om alsjeblieft bij kroegbaas Rick (Humphrey Bogart) te mogen blijven, antwoordt deze resoluut: ‘We both know you belong with Victor. You’re part of his work, the thing that keeps him going. If that plane leaves the ground and you’re not with him, you’ll regret it. Maybe not today. Maybe not tomorrow, but soon and for the rest of your life.’ Zo doen ze dat in grote mensenfilms, meneer Bize!
Daags na deze gedenkwaardige voorstelling kon ik de fut niet opbrengen om ook naar de andere voorgenomen festivalfilm te gaan, helemaal in het verre Amsterdam. Er schoten mij te veel andere recente arthouseproducties te binnen die eveneens mijn humeur hadden verpest en mijn vertrouwen in de alternatieve cinema ondermijnd: Silent sonata, Tuesday, after Christmas, Incendies, Somewhere en het onuitstaanbare Attenberg. Waar ik dringend behoefte aan had was een spannende, pretentieloze Hollywoodfilm.
Zo kon het gebeuren dat ik op zaterdagavond in het Leidse Lidotheater belandde, bij de actiefilm Unknown van de Spaanse regisseur Jaume Collet-Serra. Met de altijd competent ogende Liam Neeson in de rol van wetenschapper Dr. Martin Harris, die onderweg naar een ecologisch congres in Berlijn zijn koffertje kwijtraakt. Terwijl zijn vrouw incheckt in het congreshotel, neemt hij een taxi terug naar het vliegveld. De overenthousiaste chauffeuse Gina (Diane Kruger, die ik nooit herken, wat voor rol ze ook speelt), verliest op een brug de macht over het stuur. Auto in de plomp. Gina kan nog net de bewusteloze Liam van de verdrinkingsdood redden voordat ambulance en politie, waar zij het kennelijk niet op heeft, ter plaatse zijn.
Na een coma van vier dagen arriveert Martin alsnog bij het hotel. Wie schetst echter zijn verbazing als zijn vrouw hem niet herkent en zelfs met een andere Dr. Harris aan tafel zit, die onaangenaam verrast is door de warrige vreemdeling. Bekend nachtmerrieachtig thema: iemand anders heeft je plaats ingenomen en jij wordt door niemand meer herkend. In elke recensie die ik las werd gerept van een Hitchcockiaanse suspensefilm, of woorden van die strekking.
Ik betwijfel of de grootmeester van het genre blij was geweest met die vergelijking. Zijn tongue-in-cheek toon (‘het is maar een film’) ontbreekt ten enen male. Daarentegen is, conform de tijdgeest, aan onoverzichtelijke gevechtscènes op leven en dood geen gebrek. En evenmin aan al even chaotische autoachtervolgingen (per taxi) die doen terugverlangen naar de races die Steve McQueen (Bullitt) en Gene Hackman (The French Connection) uitvochten met de bad guys.
De ontknoping komt als een donderslag bij heldere hemel. Mijn eerste reactie was ‘goh, dat is knap bedacht’. Ik ben toch geen groentje in het genre, maar nu had de scenarist mij lelijk te grazen genomen. Pas toen ik het begin van de film nog eens mijn geestesoog liet passeren, begreep ik dat de zo logisch klinkende uitleg op geen enkele manier paste bij die beelden. Blijkens andere recensies ben ik niet de enige die de gapende gaten in de plot zag. Maar wat doet het ertoe. Het beweegt, het maakt herrie, en het houdt je van de straat. Bovenal herinnert de arthousekijker zich eens te meer dat een pretentieloze actiefilm vaak onderhoudender is dan een veelgeprezen juweeltje uit de tweede of derde wereld. ****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php |
||||
© 2011 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |