archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Oostenrijker deelt mokerslagen uit Hans Knegtmans

0107 Oostenrijker deelt ...Zijn eerste drie films bezorgden de Oostenrijker Michael Haneke, hier en in het buitenland, de cult status van de meest zwartgallige cineast van zijn tijd. Zelf noemde hij de films “een trilogie van emotionele vervlakking”. In Der Siebente Kontinent (uit 1989) pleegt een gezin collectief zelfmoord. Benny’s Video (1992) laat zien hoe een puber een vrouwelijke medescholier doodt onder het oog van zijn eigen videocamera. Deel drie, 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls uit 1994, registreert hoe een student in een bank een paar aanwezigen en vervolgens zichzelf doodschiet. Over de oorzaak van al die dramatiek tasten de toeschouwers in het duister. De personages komen allemaal uit een keurig milieu en zijn niet zichtbaar getraumatiseerd door economische of sociale omstandigheden. Ze doen maar raak, lijkt het wel.

Haneke sprak in interviews van Entwirklichung (de werkelijkheid wordt niet meer als waarachtig beleefd), die op zijn beurt leidt tot Emotionale Vergletscherung (geestelijke ‘verijzing’ of afstomping). Dat mag dan zo wezen, het blijft onduidelijk waarom men de wereld van vandaag niet meer als natuurlijk of invoelbaar zou beleven. Die theoretische vaagheid verhinderde niet dat de films – Der Siebente Kontinent voorop – aankwamen als mokerslagen. Sommige critici beklaagden zich om Haneke’s nihilisme, anderen prezen de regisseur om de afwezigheid van gepreek in zijn films.

In 2001 verlegde Haneke zijn werkterrein naar Frankrijk. Al suggereert de Franse titel anders, Code inconnu gaat niet gebukt onder de uitzichtloosheid van zijn eerste films. Tussen alle ellende door tonen de hoofdpersonen zich van hun menselijke en morele kant: de film bevat een beroemde scène waarin een zwarte man het opneemt voor een bedelaar, en vervolgens – wat verwacht je anders – samen met zijn protégé door de politie wordt opgepakt. Ook de metrorit van Juliette Binoche is inmiddels een klassieker. Zij is overgeleverd aan de schofferingen van een allochtone Parijzenaar, en haar enige troost is dat een oude – eveneens buitenlandse – medepassagier bijna uit zijn vel springt van verontwaardiging.

Haneke’s nieuwe film, Le temps du loup, ligt eerder in het verlengde van Code inconnu dan van zijn eerste films. Een modaal Frans echtpaar – man, zijn vrouw Anna, dochter Eva en zoontje Ben – komt met een zwaarbepakte auto aan bij hun vakantiehuisje. Uit het kenteken van de ruime gezinswagen kunnen we opmaken dat ze in Parijs wonen. De vakantiepret is van korte duur. Wanneer ze het huisje binnengaan, blijkt het gekraakt te zijn door een louche echtpaar. De indringer bedreigt de gezinsleden met een geweer en schiet in de daarop volgende woordenwisseling de man dood. De volgende scène vormt een akelig contrast met het voorgenomen uitje. Vader is inmiddels begraven. Zijn vrouw Anna – een als altijd superieure rol van Isabelle Huppert – heeft bijna alle vakantiespulletjes in het vakantiehuis moeten achterlaten en zeult nu met haar kinderen over straat, een fiets met achterop een boodschappentas voortduwend. In het dorp waar ze vroeger kind aan huis waren, blijven nu de deuren gesloten. Een enkele schichtige bewoner reageert op de bel, maar zegt vervolgens dat hij hen ook niet kan helpen.

De voettocht eindigt in een afgetakeld gebouw dat vroeger mogelijk als fabriek heeft dienstgedaan. Daar zijn meer vluchtelingen als Anna. Waardoor ze precies van huis en haard verdreven zijn, laat Haneke in het midden. Duidelijk is wel, dat Frankrijk – en wie weet andere landen ook – door een ramp is getroffen, die in ieder geval op het platteland het leven totaal ontwricht heeft. Het wachten is op een trein, die hen naar veiliger oorden kan vervoeren. In het kampement is geen elektriciteit en er heerst voedsel- en watertekort. Af en toe komt een ploegje met minimale voedselrantsoenen langs. Een geïmproviseerde ordedienst moet er voor zorgen dat de gemeenschap niet verloedert.

In de loop van het verhaal groeit het aantal vluchtelingen snel, en daarmee de kans op conflicten tussen de verschillende groepen en culturen. Soms loopt een ruzie uit de hand, bijvoorbeeld wanneer een Fransman een Poolse kampbewoner – die hij voor Polaque uitmaakt – ten onrechte van doodslag en diefstal beschuldigt. Maar meestal blijven de wrijvingen binnen de perken. Het is ironisch dat juist in deze ontwortelde cultuur de meeste bewoners een zekere waardigheid en moreel besef bewaren, verworvenheden die in de consumptiemaatschappij van Haneke’s eerdere films zo pijnlijk kopje onder gaan.

Wanneer Hollywood-cineasten een apocalyptische toekomst verzinnen, komen ze meestal uit op een platvloersere versie van het heden. Overal branden vuren en mensen leven ondergronds. Ze gaan gekleed in lompen, scheren zich niet meer, laten scheten, vloeken en slaan elkaar verrot. Haneke’s nieuwe samenleving is minder spectaculair en voegt zich naar geen enkel van de bestaande cliché’s. De dagelijkse gang van zaken in de nederzetting is moeilijk te volgen, ook al omdat de regisseur bijna alle scènes onderbelicht. Wie het overgestileerde camerawerk uit zijn eerdere films kent, weet dat dit geen schoonheidsfoutje is maar een doordachte stijlfiguur. Het vage gedoe en gerommel van de bewoners past goed bij een wereld die opnieuw moet worden uitgevonden. Een man schiet vanwege het voedseltekort twee paarden af. Iemand vraagt assistentie bij de begrafenis van zijn gesuïcideerde dochter. Anderen proberen een mankement aan een fiets te verhelpen, alsof dat ergens toe zou dienen.

Vooral Anna’s kinderen weerspiegelen Haneke’s mensvisie-nieuwe-stijl. Eva is met afstand de aardigste persoon in het kamp. Ze schrijft brieven aan haar pas overleden vader. Op een krakende walkman van een medebewoner geniet ze van een ouderwets muziekstukje. En anders dan de kijker voelt ze zelfs sympathie voor een leeftijdgenootje dat met zijn streken de veiligheid van de kampbewoners op het spel zet. Haar broertje Ben ontpopt zich als de held van het verhaal. Zijn heroïsche optreden tegen het einde van de film geeft hoop dat de wereld ook deze ramp wel te boven zal komen. De laatste scène bestaat uit één lange, ononderbroken opname uit een treinwagon. Een trein die rijdt, dat is een goed teken. Het Franse landschap trekt loom aan ons voorbij. Huizen en mensen zie je niet, maar de natuur oogt fris en ongerept. Je zou er wel een paar dagen heen willen. Een lange wandeling maken, of een fietstochtje.

© 2004 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Oostenrijker deelt mokerslagen uit Hans Knegtmans
0107 Oostenrijker deelt ...Zijn eerste drie films bezorgden de Oostenrijker Michael Haneke, hier en in het buitenland, de cult status van de meest zwartgallige cineast van zijn tijd. Zelf noemde hij de films “een trilogie van emotionele vervlakking”. In Der Siebente Kontinent (uit 1989) pleegt een gezin collectief zelfmoord. Benny’s Video (1992) laat zien hoe een puber een vrouwelijke medescholier doodt onder het oog van zijn eigen videocamera. Deel drie, 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls uit 1994, registreert hoe een student in een bank een paar aanwezigen en vervolgens zichzelf doodschiet. Over de oorzaak van al die dramatiek tasten de toeschouwers in het duister. De personages komen allemaal uit een keurig milieu en zijn niet zichtbaar getraumatiseerd door economische of sociale omstandigheden. Ze doen maar raak, lijkt het wel.

Haneke sprak in interviews van Entwirklichung (de werkelijkheid wordt niet meer als waarachtig beleefd), die op zijn beurt leidt tot Emotionale Vergletscherung (geestelijke ‘verijzing’ of afstomping). Dat mag dan zo wezen, het blijft onduidelijk waarom men de wereld van vandaag niet meer als natuurlijk of invoelbaar zou beleven. Die theoretische vaagheid verhinderde niet dat de films – Der Siebente Kontinent voorop – aankwamen als mokerslagen. Sommige critici beklaagden zich om Haneke’s nihilisme, anderen prezen de regisseur om de afwezigheid van gepreek in zijn films.

In 2001 verlegde Haneke zijn werkterrein naar Frankrijk. Al suggereert de Franse titel anders, Code inconnu gaat niet gebukt onder de uitzichtloosheid van zijn eerste films. Tussen alle ellende door tonen de hoofdpersonen zich van hun menselijke en morele kant: de film bevat een beroemde scène waarin een zwarte man het opneemt voor een bedelaar, en vervolgens – wat verwacht je anders – samen met zijn protégé door de politie wordt opgepakt. Ook de metrorit van Juliette Binoche is inmiddels een klassieker. Zij is overgeleverd aan de schofferingen van een allochtone Parijzenaar, en haar enige troost is dat een oude – eveneens buitenlandse – medepassagier bijna uit zijn vel springt van verontwaardiging.

Haneke’s nieuwe film, Le temps du loup, ligt eerder in het verlengde van Code inconnu dan van zijn eerste films. Een modaal Frans echtpaar – man, zijn vrouw Anna, dochter Eva en zoontje Ben – komt met een zwaarbepakte auto aan bij hun vakantiehuisje. Uit het kenteken van de ruime gezinswagen kunnen we opmaken dat ze in Parijs wonen. De vakantiepret is van korte duur. Wanneer ze het huisje binnengaan, blijkt het gekraakt te zijn door een louche echtpaar. De indringer bedreigt de gezinsleden met een geweer en schiet in de daarop volgende woordenwisseling de man dood. De volgende scène vormt een akelig contrast met het voorgenomen uitje. Vader is inmiddels begraven. Zijn vrouw Anna – een als altijd superieure rol van Isabelle Huppert – heeft bijna alle vakantiespulletjes in het vakantiehuis moeten achterlaten en zeult nu met haar kinderen over straat, een fiets met achterop een boodschappentas voortduwend. In het dorp waar ze vroeger kind aan huis waren, blijven nu de deuren gesloten. Een enkele schichtige bewoner reageert op de bel, maar zegt vervolgens dat hij hen ook niet kan helpen.

De voettocht eindigt in een afgetakeld gebouw dat vroeger mogelijk als fabriek heeft dienstgedaan. Daar zijn meer vluchtelingen als Anna. Waardoor ze precies van huis en haard verdreven zijn, laat Haneke in het midden. Duidelijk is wel, dat Frankrijk – en wie weet andere landen ook – door een ramp is getroffen, die in ieder geval op het platteland het leven totaal ontwricht heeft. Het wachten is op een trein, die hen naar veiliger oorden kan vervoeren. In het kampement is geen elektriciteit en er heerst voedsel- en watertekort. Af en toe komt een ploegje met minimale voedselrantsoenen langs. Een geïmproviseerde ordedienst moet er voor zorgen dat de gemeenschap niet verloedert.

In de loop van het verhaal groeit het aantal vluchtelingen snel, en daarmee de kans op conflicten tussen de verschillende groepen en culturen. Soms loopt een ruzie uit de hand, bijvoorbeeld wanneer een Fransman een Poolse kampbewoner – die hij voor Polaque uitmaakt – ten onrechte van doodslag en diefstal beschuldigt. Maar meestal blijven de wrijvingen binnen de perken. Het is ironisch dat juist in deze ontwortelde cultuur de meeste bewoners een zekere waardigheid en moreel besef bewaren, verworvenheden die in de consumptiemaatschappij van Haneke’s eerdere films zo pijnlijk kopje onder gaan.

Wanneer Hollywood-cineasten een apocalyptische toekomst verzinnen, komen ze meestal uit op een platvloersere versie van het heden. Overal branden vuren en mensen leven ondergronds. Ze gaan gekleed in lompen, scheren zich niet meer, laten scheten, vloeken en slaan elkaar verrot. Haneke’s nieuwe samenleving is minder spectaculair en voegt zich naar geen enkel van de bestaande cliché’s. De dagelijkse gang van zaken in de nederzetting is moeilijk te volgen, ook al omdat de regisseur bijna alle scènes onderbelicht. Wie het overgestileerde camerawerk uit zijn eerdere films kent, weet dat dit geen schoonheidsfoutje is maar een doordachte stijlfiguur. Het vage gedoe en gerommel van de bewoners past goed bij een wereld die opnieuw moet worden uitgevonden. Een man schiet vanwege het voedseltekort twee paarden af. Iemand vraagt assistentie bij de begrafenis van zijn gesuïcideerde dochter. Anderen proberen een mankement aan een fiets te verhelpen, alsof dat ergens toe zou dienen.

Vooral Anna’s kinderen weerspiegelen Haneke’s mensvisie-nieuwe-stijl. Eva is met afstand de aardigste persoon in het kamp. Ze schrijft brieven aan haar pas overleden vader. Op een krakende walkman van een medebewoner geniet ze van een ouderwets muziekstukje. En anders dan de kijker voelt ze zelfs sympathie voor een leeftijdgenootje dat met zijn streken de veiligheid van de kampbewoners op het spel zet. Haar broertje Ben ontpopt zich als de held van het verhaal. Zijn heroïsche optreden tegen het einde van de film geeft hoop dat de wereld ook deze ramp wel te boven zal komen. De laatste scène bestaat uit één lange, ononderbroken opname uit een treinwagon. Een trein die rijdt, dat is een goed teken. Het Franse landschap trekt loom aan ons voorbij. Huizen en mensen zie je niet, maar de natuur oogt fris en ongerept. Je zou er wel een paar dagen heen willen. Een lange wandeling maken, of een fietstochtje.
© 2004 Hans Knegtmans
powered by CJ2