archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Misdaad en straf Hans Knegtmans

Sinds de vertoning op IFFR 2002 van de film Absolute Hundred weten we dat de Servische regisseur Srdan Golubovic een meer dan behoorlijke misdaadfilm kan maken. The Trap (Klopka) uit 2007 heeft aanzienlijk meer pretenties. Mladen (prachtig doorleefde rol van Nebojša Glogovac) werkt in Belgrado bij een bouwbedrijfje dat bij gebrek aan een koper nog niet geprivatiseerd is. Zijn vrouw Marija (Nataša Ninkovic) levert als onderwijzeres haar bijdrage aan het gezinsinkomen. Hun tienjarig zoontje Nemanja zeurt om een mobieltje, zodat hij meetelt bij zijn klasgenoten. Kennelijk heeft hij zich nooit afgevraagd waarom pappa in een Renault 4 rijdt en niet in een patserige SUV of een andere auto met status.

Het gezin lijdt geen armoede, maar evenmin is er een appeltje voor de dorst. Dat laatste wordt plotseling een probleem als een cardioloog vaststelt dat Nemanja lijdt aan een levensbedreigende hartafwijking die een operatie noodzakelijk maakt. Liever vandaag dan morgen. In een ziekenhuis in Berlijn draaien ze hun hand er niet voor om, weet hij. De Servische verzekeringen dekken deze ingreep echter niet, dus moeten Mladen en Marija zelf de 26000 dollar ergens vandaan halen.
Een verzoek om een lening bij een bank wordt glimlachend afgewezen. Met hun inkomen? En een huurhuis? Toe nou. Ook een paar welgestelde vrienden geven begrijpelijk niet thuis als Mladen ze om een lening vraagt. Ze zijn niet rijk geworden door met geld te smijten. In haar wanhoop plaatst Maria een smeekbede in de krant. Wie is bereid hun het geld te lenen en haar zoontje van de dood te redden? En waarachtig, een zakenman reageert. Sterker nog, hij hoeft het bedrag niet eens terug te krijgen. De enige tegenprestatie die hij verlangt is dat Mladen een lastige concurrent vermoordt. Daar moet hij zich vooral geen zorgen om maken. De man is namelijk door en door slecht, dus niet alleen redt Mladen zijn zoontje van een ontijdige dood maar hij helpt ook nog eens mee aan een beter Servïe. Een win-win scenario, zou je kunnen zeggen.

Mladen maakt de denkfout zijn vrouw geen deelgenoot te maken van het gruwelijke morele dilemma waarvoor hij staat. Als hij eenmaal zijn besluit heeft genomen en zijn kant van de transactie heeft uitgevoerd, verandert zijn leven in een emotionele achtbaansrit, waarbij hij steeds meer van zijn vrouw vervreemdt.
Het filmscenario is gebaseerd op een roman. Gezien de vele plotwendingen moet het boek een onvervalste thriller zijn en niet enkel een psychologisch drama. Door die dubbele invalshoek leeft de kijker niet alleen mee met Mladens geestelijke helletocht, maar vraagt zich ook bij elke nieuwe verwikkeling af hoe de hoofdpersoon zich daar nu weer uit kan redden. Al ver voor de afloop begrijpt elk weldenkend mens dat hij geen happy end hoeft te verwachten.

En passant laat de regisseur zien hoe een land als Servië, dat meer dan alleen geroken heeft aan het westerse kapitalisme, in rap tempo vermaterialiseert, waarbij de toegenomen tegenstellingen tussen arm en rijk pijn aan de ogen doen. ‘Ik hoor dat u ook in een Renault 4 rijdt,’ zegt de arts in overheidsdienst tegen Mladen. ‘Wat voor kleur heeft uw auto? Die van mij is wit.’ Een sympathiek kletspraatje van losers onder elkaar.
The Trap is even dramatisch als understated. Je moet er niet aan denken dat een filmer uit de Hollywoodtraditie zijn artistieke opvattingen op dit thema had losgelaten.

Trouwe Leunstoellezers kennen mijn bedenkingen jegens filmmaker Quentin Tarantino. Vooral de opvatting dat – zoals in Pulp Fiction – moorden op een postmoderne manier ‘best leuk’ kan zijn als de moordenaar maar een goede one-liner paraat heeft, staat me tegen. Ik heb me dan ook ernstig moeten afvragen hoe het mogelijk was dat ik na de misdaadfilm In Bruges0517VG In Bruges geheel voldaan, om niet te zeggen gelukkig, de zaal verliet. Met de bewering dat Martin McDonagh, een Engelse toneelschrijver, scenarist, filmmaker en voormalig Oscarwinnaar met de korte film Six Shooter (2006) meer talent in zijn pink heeft dan Tarantino in heel zijn leptosome lijf, verklaar ik niets.
Nee, het wezenlijke verschil tussen de filmmakers is dat McDonagh zijn personages onvoorwaardelijk serieus neemt. Zowel wanneer ze iemand omleggen als wanneer ze – erna, of ervoor, maar nooit tijdens – een absurdistisch gesprek voeren. Maar laat me bij het begin beginnen. De Ierse huurmoordenaars Ray (Colin Farrell) en Ken (Brendan Gleeson) worden door hun baas Harry (Ralph Fiennes) naar Brugge gestuurd. Ze weten niet zeker waarom juist daarheen. Hun laatste klus in Dublin liep totaal in het honderd maar, zegt Ken, als het alleen maar was om onder te duiken, hadden ze net zo goed naar Croydon kunnen gaan. Of Coventry, beaamt Ray. Misschien is Brugge wel de plaats waar hun volgende opdracht moet worden uitgevoerd. Het wachten is op een telefoontje van Harry.

Intussen verkent het tweetal de middeleeuwse binnenstad. Ken genietend, met een reisgids in de hand, Ray als een pruilend jongetje dat door zijn vader tot een dodelijk saaie excursie wordt gedwongen. Hij weigert de trappen van de beroemde Halletoren te beklimmen. Voor het uitzicht? Waarom zou je al die moeite doen om op afstand te kijken naar de plek waar je nu al staat? In het Groeningemuseum wordt hij alleen geraakt door het schilderij Laatste Oordeel van Jeroen Bosch. Er ontspint zich zelfs een discussie tussen de twee over hemel en hel. Ken legt zijn collega de essentie van het vagevuur uit. Dat begrijpt Ray wel. Een positie ergens halverwege de bovenste en de onderste plaats. ‘Zoals Tottenham Hotspur.’
Op zoek naar avontuur belandt Ray – tijdens een door Ken gefiatteerde avondwandeling – op een filmset, waar hij kennis maakt met de charmante Chloë en een van de acteurs, de dwerg Jimmy. Voor Chloë valt hij als een blok, Jimmy intrigeert hem buitenmate omdat hij een bericht heeft gelezen over het extreem hoge suïcide percentage bij kleine mensen. De rest van de film bejegent hij de ondermaatse acteur dan ook buitengewoon hartelijk: voorkomen is beter dan genezen.

Tussen de bedrijven door wordt duidelijk dat achter de vaderlijke façade van Ken en de ordinaire branie van Ray een complex en duister gevoelsleven schuilgaat. Wanneer Harry eindelijk de volgende opdracht bekendmaakt, haalt die bij beiden psychisch zo veel overhoop dat ze een alternatief plan ontwikkelen. Daardoor ziet hun baas zich genoodzaakt, zelf naar Brugge te komen om daar orde op zaken te stellen.
Tijdens een langdurige shootout waarbij de slotscène van de klassieke western Gunfight at the OK Corral verbleekt, is de kijker bereid Ken en Ray hun vroegere zonden te vergeven. Zozeer geven ze op het eind van de film blijk van ethisch besef, dat ze op de ranglijst tussen hemel en hel zeker een hogere plaats verdienen dan Tottenham Hotspur. Dat kan niet gezegd worden van Harry. Die heeft, net als de maffia, alleen een erecode. Een code die hem ironisch genoeg nog zal opbreken
De glansrollen van Colin Farrell en Brendan Gleeson maken, in combinatie met het duivels knappe scenario, In Bruges niet alleen tot een van de topfilms van dit jaar, maar ook tot een klassieker in het misdaadgenre.
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.


© 2008 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Misdaad en straf Hans Knegtmans
Sinds de vertoning op IFFR 2002 van de film Absolute Hundred weten we dat de Servische regisseur Srdan Golubovic een meer dan behoorlijke misdaadfilm kan maken. The Trap (Klopka) uit 2007 heeft aanzienlijk meer pretenties. Mladen (prachtig doorleefde rol van Nebojša Glogovac) werkt in Belgrado bij een bouwbedrijfje dat bij gebrek aan een koper nog niet geprivatiseerd is. Zijn vrouw Marija (Nataša Ninkovic) levert als onderwijzeres haar bijdrage aan het gezinsinkomen. Hun tienjarig zoontje Nemanja zeurt om een mobieltje, zodat hij meetelt bij zijn klasgenoten. Kennelijk heeft hij zich nooit afgevraagd waarom pappa in een Renault 4 rijdt en niet in een patserige SUV of een andere auto met status.

Het gezin lijdt geen armoede, maar evenmin is er een appeltje voor de dorst. Dat laatste wordt plotseling een probleem als een cardioloog vaststelt dat Nemanja lijdt aan een levensbedreigende hartafwijking die een operatie noodzakelijk maakt. Liever vandaag dan morgen. In een ziekenhuis in Berlijn draaien ze hun hand er niet voor om, weet hij. De Servische verzekeringen dekken deze ingreep echter niet, dus moeten Mladen en Marija zelf de 26000 dollar ergens vandaan halen.
Een verzoek om een lening bij een bank wordt glimlachend afgewezen. Met hun inkomen? En een huurhuis? Toe nou. Ook een paar welgestelde vrienden geven begrijpelijk niet thuis als Mladen ze om een lening vraagt. Ze zijn niet rijk geworden door met geld te smijten. In haar wanhoop plaatst Maria een smeekbede in de krant. Wie is bereid hun het geld te lenen en haar zoontje van de dood te redden? En waarachtig, een zakenman reageert. Sterker nog, hij hoeft het bedrag niet eens terug te krijgen. De enige tegenprestatie die hij verlangt is dat Mladen een lastige concurrent vermoordt. Daar moet hij zich vooral geen zorgen om maken. De man is namelijk door en door slecht, dus niet alleen redt Mladen zijn zoontje van een ontijdige dood maar hij helpt ook nog eens mee aan een beter Servïe. Een win-win scenario, zou je kunnen zeggen.

Mladen maakt de denkfout zijn vrouw geen deelgenoot te maken van het gruwelijke morele dilemma waarvoor hij staat. Als hij eenmaal zijn besluit heeft genomen en zijn kant van de transactie heeft uitgevoerd, verandert zijn leven in een emotionele achtbaansrit, waarbij hij steeds meer van zijn vrouw vervreemdt.
Het filmscenario is gebaseerd op een roman. Gezien de vele plotwendingen moet het boek een onvervalste thriller zijn en niet enkel een psychologisch drama. Door die dubbele invalshoek leeft de kijker niet alleen mee met Mladens geestelijke helletocht, maar vraagt zich ook bij elke nieuwe verwikkeling af hoe de hoofdpersoon zich daar nu weer uit kan redden. Al ver voor de afloop begrijpt elk weldenkend mens dat hij geen happy end hoeft te verwachten.

En passant laat de regisseur zien hoe een land als Servië, dat meer dan alleen geroken heeft aan het westerse kapitalisme, in rap tempo vermaterialiseert, waarbij de toegenomen tegenstellingen tussen arm en rijk pijn aan de ogen doen. ‘Ik hoor dat u ook in een Renault 4 rijdt,’ zegt de arts in overheidsdienst tegen Mladen. ‘Wat voor kleur heeft uw auto? Die van mij is wit.’ Een sympathiek kletspraatje van losers onder elkaar.
The Trap is even dramatisch als understated. Je moet er niet aan denken dat een filmer uit de Hollywoodtraditie zijn artistieke opvattingen op dit thema had losgelaten.

Trouwe Leunstoellezers kennen mijn bedenkingen jegens filmmaker Quentin Tarantino. Vooral de opvatting dat – zoals in Pulp Fiction – moorden op een postmoderne manier ‘best leuk’ kan zijn als de moordenaar maar een goede one-liner paraat heeft, staat me tegen. Ik heb me dan ook ernstig moeten afvragen hoe het mogelijk was dat ik na de misdaadfilm In Bruges0517VG In Bruges geheel voldaan, om niet te zeggen gelukkig, de zaal verliet. Met de bewering dat Martin McDonagh, een Engelse toneelschrijver, scenarist, filmmaker en voormalig Oscarwinnaar met de korte film Six Shooter (2006) meer talent in zijn pink heeft dan Tarantino in heel zijn leptosome lijf, verklaar ik niets.
Nee, het wezenlijke verschil tussen de filmmakers is dat McDonagh zijn personages onvoorwaardelijk serieus neemt. Zowel wanneer ze iemand omleggen als wanneer ze – erna, of ervoor, maar nooit tijdens – een absurdistisch gesprek voeren. Maar laat me bij het begin beginnen. De Ierse huurmoordenaars Ray (Colin Farrell) en Ken (Brendan Gleeson) worden door hun baas Harry (Ralph Fiennes) naar Brugge gestuurd. Ze weten niet zeker waarom juist daarheen. Hun laatste klus in Dublin liep totaal in het honderd maar, zegt Ken, als het alleen maar was om onder te duiken, hadden ze net zo goed naar Croydon kunnen gaan. Of Coventry, beaamt Ray. Misschien is Brugge wel de plaats waar hun volgende opdracht moet worden uitgevoerd. Het wachten is op een telefoontje van Harry.

Intussen verkent het tweetal de middeleeuwse binnenstad. Ken genietend, met een reisgids in de hand, Ray als een pruilend jongetje dat door zijn vader tot een dodelijk saaie excursie wordt gedwongen. Hij weigert de trappen van de beroemde Halletoren te beklimmen. Voor het uitzicht? Waarom zou je al die moeite doen om op afstand te kijken naar de plek waar je nu al staat? In het Groeningemuseum wordt hij alleen geraakt door het schilderij Laatste Oordeel van Jeroen Bosch. Er ontspint zich zelfs een discussie tussen de twee over hemel en hel. Ken legt zijn collega de essentie van het vagevuur uit. Dat begrijpt Ray wel. Een positie ergens halverwege de bovenste en de onderste plaats. ‘Zoals Tottenham Hotspur.’
Op zoek naar avontuur belandt Ray – tijdens een door Ken gefiatteerde avondwandeling – op een filmset, waar hij kennis maakt met de charmante Chloë en een van de acteurs, de dwerg Jimmy. Voor Chloë valt hij als een blok, Jimmy intrigeert hem buitenmate omdat hij een bericht heeft gelezen over het extreem hoge suïcide percentage bij kleine mensen. De rest van de film bejegent hij de ondermaatse acteur dan ook buitengewoon hartelijk: voorkomen is beter dan genezen.

Tussen de bedrijven door wordt duidelijk dat achter de vaderlijke façade van Ken en de ordinaire branie van Ray een complex en duister gevoelsleven schuilgaat. Wanneer Harry eindelijk de volgende opdracht bekendmaakt, haalt die bij beiden psychisch zo veel overhoop dat ze een alternatief plan ontwikkelen. Daardoor ziet hun baas zich genoodzaakt, zelf naar Brugge te komen om daar orde op zaken te stellen.
Tijdens een langdurige shootout waarbij de slotscène van de klassieke western Gunfight at the OK Corral verbleekt, is de kijker bereid Ken en Ray hun vroegere zonden te vergeven. Zozeer geven ze op het eind van de film blijk van ethisch besef, dat ze op de ranglijst tussen hemel en hel zeker een hogere plaats verdienen dan Tottenham Hotspur. Dat kan niet gezegd worden van Harry. Die heeft, net als de maffia, alleen een erecode. Een code die hem ironisch genoeg nog zal opbreken
De glansrollen van Colin Farrell en Brendan Gleeson maken, in combinatie met het duivels knappe scenario, In Bruges niet alleen tot een van de topfilms van dit jaar, maar ook tot een klassieker in het misdaadgenre.
 
************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, J.J.Waasdorp-Mulders,
Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo van Praag, J.Bakker, J.W.Meijer,
Evelien Polter, Mabel Amber, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.
© 2008 Hans Knegtmans
powered by CJ2