archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Koken | ||||
Voor de nazomer | Maeve van der Steen | |||
Je kan me nog meer vertellen, maar het wordt echt nooit wat met het eten in Nederland. Zolang het motto is: hoe meer smaken door elkaar hoe beter, zullen geen tien Michelinsterren het gemiddelde omhoog weten te trekken. Zolang je in een willekeurig eetcafé in een willekeurige stad nog alert moet zijn om geen veel te zoete saus over je stukje vlees gegoten te krijgen, vraag ik me af waar onze Johannes van Dam eigenlijk zijn best voor doet. De meeste mensen willen het kennelijk zo, onbegrijpelijk maar waar. De pasta te lang gekookt, de saus te dik, de vis te gaar, de groente te rauw, de sla te nat, de patat te bleek, het is allemaal doodnormaal in een restaurant.
En niemand die er iets van zegt. ‘Heeft het gesmaakt?’ ‘Ja, heerlijk hoor’ mompelen we dan, wat anders? Ik ben pas zo moedig er iets van te zeggen, als het echt verbrand is of zo. Heel laf en ook stom, want ik heb me eens door een op zich fantastisch, maar veel te rauw stuk lamsvlees heengewerkt, terwijl, als ik daar meteen iets van gezegd had, het gewoon nog in de pan had gekund. Ze zijn wel aardig, de obers en de koks! Het lijkt alleen of ze niks weten. ‘Die rode huiswijn van U, waar komt die vandaan?’ ‘Oh weet ik niet, even vragen ...’ (na terugkomst uit keuken) ...’uit Frankrijk!’ Deze dialoog vond plaats in het eenvoudiger restaurant van Hotel Barbizon in Amsterdam, hun grotere restaurant Vermeer was toen net met een tweede Michelinster bekroond. Dus zodra je slechts € 6,50 voor een voorgerecht betaalt in plaats van minstens € 15, is het blijkbaar doodnormaal dat de bediening niet weet wat voor wijn er geschonken wordt.
Genoeg gemopperd, naar de winkel en lekker thuis aan de slag. Koken begint op de markt, zeggen de Italianen, dus ook al had je al iets bedacht voor vanavond, kijk eerst eens wat er vandaag uitnodigend uitziet. Niet die door elkaar gehutselde ‘groente voor de pasta’ bij AH (een soort kruising tussen bamigroente en soepgroente) – hoe verzinnen ze het toch.
Hé, bosbessen, die zie je niet vaak. En daar zat ik thuis met een grote bak bosbessen en dacht aan bosbessenijs en bosbessen met vla en allerlei andere toetjes tot mijn oog viel op een merkwaardig recept:
Braciole ai mirtille
(karbonaadjes met bosbessen)
4 ribkarbonaden;
250 gram bosbessen;
20 gram boter, enkele eetlepels olijfolie;
wat bloem, peper en zout;
60 gram honing of suiker;
een glas rode wijn.
Zet de oven op ongeveer 200º (stand 6).
Verhit de olie met de boter in een koekenpan, haal de karbonades luchtig door de bloem en bak ze aan weerskanten bruin. Strooi er wat zout en peper overheen.
De bosbessen met een staafmixer pureren en er de suiker of honing doorroeren.
Giet de wijn in de pan en laat een beetje uitdampen.
Smeer het mengsel bovenop de karbonaadjes, doe een deksel op de pan en zet het geheel in de oven. Kwartiertje later eruit halen en 8 minuutjes laten staan.
Het ziet er heel apart uit en smaakt heerlijk. (De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het officiële recept met honing is maar die was bij mij toevallig op, dus heb ik suiker gebruikt.)
Gebakken aardappelen met spekjes erbij en wat spitskool of venkel, afhankelijk van je stemming en de kwaliteit van de groente, en je hebt een al bijna herfstige maaltijd.
Op naar het wildseizoen, met een glaasje volle rode wijn, uit St. Chinian bijvoorbeeld. Dat ligt in Frankrijk. |
||||
© 2006 Maeve van der Steen | ||||
powered by CJ2 |