archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Van Glasgow naar Belfast (deel 1) Henk Klaren

2116BZ glasgow
Heel vroeger had je een Ministerie, dat heette VROM. Daar werkte ik bij. In de jaren tachtig van de vorige eeuw had je ruimtelijke ordening. En die lui van de Rijks Planologische Dienst hadden bedacht dat aan de behoefte aan woningen kon worden voldaan door te bouwen in groeisteden en groeikernen. Die groeisteden waren wel logisch, want daar was de behoefte, zij het niet altijd de koopkrachtige vraag. Maar er was meer nodig en dus moest er ook buiten de grote steden worden gebouwd. Dat kun je zo’n beetje ongeleid overal doen, maar dat geeft gedoe. 

Voorzieningen hebben veel meer economisch draagvlak als je geconcentreerd bouwt. De steden waren te vol, maar ongebreidelde deconcentratie kon dus ook niet. Toen werd de gebundelde deconcentratie uitgevonden: het groeikernenbeleid was geboren. Op het eerste gezicht lijkt het dan wel handig om dat te doen in het Groene Hart. De verbinding met de Randstad is veel logischer, de afstanden zijn veel overzichtelijker. Maar: het Groene Hart was heilig verklaard. Dat had te maken met Peter Hall, die in zijn boek over zeven wereldsteden, The World Cities, de loftrompet stak over de Randstad (die hij als één stad beschouwde, evenals het Ruhrgebied) vanwege dat Groene Hart. De Midden Randstad studie van het Britse bureau Buchanan and Partners deed daar nog wel een schepje bovenop als ik me dat goed herinner. Zou wel moeten, want ik zat namens (toen nog) Verkeer en Waterstaat in de stuurgroep. Dus de planologen moesten van het Groene Hart afblijven. Oplossing: uitstraling. 

Groeikernen buiten de Randstadring. Spijkenisse, Hellevoetsluis, Purmerend, Almere, Lelystad, Nieuwegein, IJsselstein, Zouterzee. Oh nee, die laatste niet. Hoewel er een studiegroepje was om te kijken of we een eiland in zee konden maken voor een groeikern ten behoeve van Den Haag. Nu ik er aan terugdenk: ik zat zelf in dat clubje. Ook nog voor Verkeer en Waterstaat. Maar dat te consequente doordenken leidde uiteindelijk tot niets. Beetje te prijzig allemaal. En toen kwam Zoetermeer. Instraling ja, maar Zoetermeer werd destijds wel – met Almere – de enige echt succesvolle groeikern.

Die groeikernen (en de groeisteden natuurlijk) kregen taakstellingen en om die waar te maken moeten ze voldoende contingenten gesubsidieerde woningen toegewezen krijgen. In die tijd waren vrijwel alle nieuwbouwwoningen gesubsidieerd. Zélfs de vrije sector. Mijn afdeling (bij VROM inmiddels) moest veel, maar ook zorgen voor die contingenten. Vandaar dat ik een keer werd uitgezonden naar een congres van de INTA, de International New Towns Association. Dat congres was in Glasgow.

Wordt vervolgd.

----------

Het Groene Hart is verbeeld door Coc van Duijn.
Meer informatie: http://www.cocvanduijn.nl/



© 2024 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Van Glasgow naar Belfast (deel 1) Henk Klaren
2116BZ glasgow
Heel vroeger had je een Ministerie, dat heette VROM. Daar werkte ik bij. In de jaren tachtig van de vorige eeuw had je ruimtelijke ordening. En die lui van de Rijks Planologische Dienst hadden bedacht dat aan de behoefte aan woningen kon worden voldaan door te bouwen in groeisteden en groeikernen. Die groeisteden waren wel logisch, want daar was de behoefte, zij het niet altijd de koopkrachtige vraag. Maar er was meer nodig en dus moest er ook buiten de grote steden worden gebouwd. Dat kun je zo’n beetje ongeleid overal doen, maar dat geeft gedoe. 

Voorzieningen hebben veel meer economisch draagvlak als je geconcentreerd bouwt. De steden waren te vol, maar ongebreidelde deconcentratie kon dus ook niet. Toen werd de gebundelde deconcentratie uitgevonden: het groeikernenbeleid was geboren. Op het eerste gezicht lijkt het dan wel handig om dat te doen in het Groene Hart. De verbinding met de Randstad is veel logischer, de afstanden zijn veel overzichtelijker. Maar: het Groene Hart was heilig verklaard. Dat had te maken met Peter Hall, die in zijn boek over zeven wereldsteden, The World Cities, de loftrompet stak over de Randstad (die hij als één stad beschouwde, evenals het Ruhrgebied) vanwege dat Groene Hart. De Midden Randstad studie van het Britse bureau Buchanan and Partners deed daar nog wel een schepje bovenop als ik me dat goed herinner. Zou wel moeten, want ik zat namens (toen nog) Verkeer en Waterstaat in de stuurgroep. Dus de planologen moesten van het Groene Hart afblijven. Oplossing: uitstraling. 

Groeikernen buiten de Randstadring. Spijkenisse, Hellevoetsluis, Purmerend, Almere, Lelystad, Nieuwegein, IJsselstein, Zouterzee. Oh nee, die laatste niet. Hoewel er een studiegroepje was om te kijken of we een eiland in zee konden maken voor een groeikern ten behoeve van Den Haag. Nu ik er aan terugdenk: ik zat zelf in dat clubje. Ook nog voor Verkeer en Waterstaat. Maar dat te consequente doordenken leidde uiteindelijk tot niets. Beetje te prijzig allemaal. En toen kwam Zoetermeer. Instraling ja, maar Zoetermeer werd destijds wel – met Almere – de enige echt succesvolle groeikern.

Die groeikernen (en de groeisteden natuurlijk) kregen taakstellingen en om die waar te maken moeten ze voldoende contingenten gesubsidieerde woningen toegewezen krijgen. In die tijd waren vrijwel alle nieuwbouwwoningen gesubsidieerd. Zélfs de vrije sector. Mijn afdeling (bij VROM inmiddels) moest veel, maar ook zorgen voor die contingenten. Vandaar dat ik een keer werd uitgezonden naar een congres van de INTA, de International New Towns Association. Dat congres was in Glasgow.

Wordt vervolgd.

----------

Het Groene Hart is verbeeld door Coc van Duijn.
Meer informatie: http://www.cocvanduijn.nl/

© 2024 Henk Klaren
powered by CJ2