![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Het landschap en de mensen | Dik Kruithof | |||
![]() Na een aantal boeken daarover pakte hij in 2006 het thema van zijn proefschrift weer op met een wat ruimere insteek. ‘Een nieuwe Wereld’ heeft als ondertitel: Het ontstaan van het moderne Nederland. Daarin wordt beschreven hoe Nederland na 1848 veranderde door de aanleg van nieuwe communicatie- en mobiliteitsnetwerken: elektriciteit, spoorwegen, autowegen, telegraaf en telefoon, vaarwegen. Het werd van het grootste belang dat de tijd overal hetzelfde was. Maar ook en vooral: het had enorme invloed op de mensen, die door alle nieuwe ontwikkelingen elkaar leerden om ‘normaal’ te denken, dus volgens de normen die hoorden bij de moderne natuurwetenschappen en bijbehorende bedrijfsopvattingen. Dat was een hele stap en het heeft nog lang geduurd voordat het voltooid was. Toen ik Voorlichtingskunde studeerde in Wageningen werd er nog altijd rekening gehouden met twee mensensoorten: zij die vasthouden aan het oude en mensen die vernieuwingen verwelkomen. In 2010 schreef hij ‘Koninkrijk vol Sloppen’, met de ondertitel: ‘Achterbuurten en vuil in de negentiende Eeuw’. Een beschrijving van de gevolgen die de modernisering van de maatschappij had voor de mensen die van het platteland naar de grote stad trokken en daar misschien wel werk, maar geen behoorlijke huisvesting vonden. Dat wat nu nog overal in ‘ontwikkelingslanden’ gebeurt vond toen ook in ons land plaats. In 1900 woonden twee van de vijf miljoen Nederlanders onder erbarmelijke omstandigheden en was de gezondheidsleer, ![]() In 2015 verscheen ‘De nieuwe Mens’, een cultuurgeschiedenis over het ontstaan van de massacultuur door film, reclame en beeldcultuur. En nu is er ‘Het landschap en de mensen, Nederland 1850-1940’ met het verhaal van wat wij gedaan hebben met het nog woeste Nederland van 1848. Dat jaartal is een breuklijn in de geschiedenis vanwege de invoering van een totaal nieuwe grondwet: ‘Tijdens het bestuur van Koning Willem I mochten nieuwe initiatieven worden uitgevoerd, op voorwaarde dat de rijksoverheid daar toestemming voor gaf. Na 1848 werd dat omgedraaid: elk initiatief was toegestaan, behalve als het in strijd met de wet was’ (pag. 54). Op die bladzijde hebben we dan al prachtige beschrijvingen gehad van hoe Nederland er in 1848 bij lag, in het hoofdstuk Wilde Natuur met de deeltitels Woeste grond, Onmetelijke heidevelden, Zandvlakten zonder einde en Onland. Waarbij onland eigenlijk alles is wat niet onder de eerste drie valt: het is geen land en het is geen water, je kunt er niet op lopen en je kunt het niet bevaren, je kunt er alleen in wegzakken. Kortom, het is wat wij kennen als hoogveen en laagveen. Later blijkt dat hoogveen gezien wordt als een geldbron: Amsterdamse ondernemers kopen het reusachtige hoogveengebied in Zuid-Drenthe en er ontstaan door de aanleg van afwateringskanalen ook vaarwegen. Die maken het mogelijk om de gedroogde turf naar de steden te vervoeren, waarna het stedelijk afval weer terug komt om de magere bodem te bemesten. In het woord vooraf is de verklaring te vinden voor de afsluiting van zijn boek bij de Tweede Wereldoorlog: ‘Wat de veranderingen betekenden voor het platteland in de jaren na de oorlog – en toen gingen ze onverminderd door – is indringend beschreven door Geert Mak in ‘De geschiedenis van Jorwerd’. ------- De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2021 Dik Kruithof | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |