archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Koken | ||||
Toch maar weer een romig kippetje | Maeve van der Steen | |||
Hoera, kip mag weer. Althans … de situatie voor het arme slachtkipje is iets minder slecht dan een jaar of wat geleden. In afwachting van de dag waarop ieder beest een enigszins redelijk en niet al te kort leven krijgt voor ie eraan moet geloven, zal ik blijven minderen met vlees eten. Vroeger vond ik zowat elke dag vlees normaal, nu houd ik het op een paar keer per week. Ook omdat het beter voor de gezondheid is om zoveel mogelijk planten te eten. Ok, tot zover de goede intenties en dan gaan we nu een fijne klassieke combinatie maken: kip en dragon. Dragon is een beetje een buitenbeentje van de groene kruiden, het heeft een aparte, enigszins ‘droppige’ smaak die vooral bekend is van de Béarnaisesaus die zo goed met rood vlees combineert. Koop beslist verse dragon, gedroogde is wat muf. De Fransen hebben tientallen recepten voor kip met dragon-roomsaus en we nemen een lekker makkelijke versie. Je kan het je nog makkelijker maken door de groentebouillon te vereenvoudigen tot water met een paar wortels en een half groente- of kippenbouillonblokje. Ik kocht de biologische kippendijfilets van Albert Heijn, hoewel die maar één ‘Beter Leven’ sterretje hebben, dat stelt dus helaas niet veel voor. Als je ergens kip met drie sterren ‘Beter Leven’ vindt, meteen kopen, beter leven voor het beest betekent meestal ook meer smaak voor ons. Jammer dat er geen vel meer zit op die filets, maar vooruit, de volgende keer nemen we kippenbouten met bot en vel. Voor twee a drie personen: vier biologische kippendijen wat bloem met peper en zout 1,25 deciliter crème fraîche (klein potje) theelepel mosterd klont boter, scheutje olie paar takjes peterselie, takje tijm, blaadje laurier, enkele peperkorrels een uitje, bruine velletje eraf half blokje groenten- of kippenbouillon half glas witte wijn een paar wortelen, in de lengte in tweeën gesneden twee eetlepels gehakte dragonblaadjes 150 gram kastanjechampignons, liefst biologisch Doe een halve liter water in een pan met de peterselie, tijm, laurier, wortel, ui, peper, de witte wijn en het halve bouillonblokje. Laat een half uurtje zachtjes koken. Snijd van de champignons de onderkant van de steeltjes af (ik haal de steeltjes er altijd helemaal af) en snijd ze in vieren. Wentel de stukken kip door de bloem met de (bescheiden hoeveelheid) zout en peper. Smelt de boter met de olie in een grote koekenpan of braadpan en bak de kip aan beide kanten mooi goudbruin. Vuur zo laag mogelijk draaien, en zoveel bouillon erbij gieten dat de kip half onder staat – de rest van het vocht met de wortels rustig laten koken. Intussen in een kleine koekenpan klontje boter laten smelten en de champignons erin vleien. En dan: niks eraan doen. Dus niet roeren, niet omscheppen, rustig bruin laten worden. Pas als de onderkant bruin is, na zo’n tien minuten, mag je ze gaan omdraaien. Dit niet roeren heb ik net geleerd van een Franse dame genaamd Muriel met een kookschool in Amerika (op internet, hoor, ik ben niet bij haar geweest) en het resultaat is heerlijk: mooie drooggebakken champignons. | Maak in een kommetje een mengsel van de crème fraîche, de dragon en de mosterd. Als de kip gaar is, na zo’n krappe twintig minuten – intussen heb je er misschien nog wat vocht bijgegooid – de wortelen toevoegen, en dan de champignons. Tot slot voorzichtig het roommengsel erdoor roeren, even laten bubbelen en gelijk op tafel zetten. Geniet van het aroma dat je tegemoetkomt! De Fransen serveren hier rijst bij maar ik prefereer een krieltje. Vergeet vooral het stokbrood niet om in de saus te dopen. Een paar blaadjes groene sla met bescheiden dressing mag ook op tafel. Bij deze kip passen vele wijnen maar probeer eens een glaasje rode Chinon. ------- De tekening is van Coc van Duijn Meer informatie op: http://cocvanduijn.nl/ |
||||
© 2018 Maeve van der Steen | ||||
powered by CJ2 |