archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Voor verlof moet je iets doen | Michiel Hoorweg | |||
Het kopieerapparaat schiet flitsen door de kleine ruimte. Uit de hoek komt het geluid van een pruttelend faxapparaat. De warme lucht lijkt elk moment uit elkaar te kunnen knappen. Jacqueline stapt met tegenzin het benauwde kamertje binnen. Het nieuwe meisje van de vierde verdieping legt net een tijdschrift onder het kopieerdeksel.
“Hoi, ik ben zo klaar hoor.”
“Oké, geen haast.”
Jacqueline leunt tegen de rand van de werktafel. Met haar kont duwt ze de frankeermachine iets naar achteren. Ze houdt haar verlofkaart en de ziekenfondsformulieren in haar handen op haar schoot.
Als het meisje verdwenen is, komt ze langzaam los van de tafel en stapt naar de machine. De verlofkaart legt ze bij het A4-streepje en ze drukt op de groene knop. Als er een wit blaadje uit de machine schiet, vloekt ze zachtjes tegen het apparaat. Ze draait de kaart om en probeert het nog een keer. De lichtbalk schiet onder het papier door, maar dan houdt het apparaat abrupt op. ‘Paper jam’ knippert met rode neon in de display.
“Pfff, het zal niet.”
Ze trekt de deur van de uitvoerbak open en haalt het verfrommelde vel tussen de papiergeleiders vandaan. Als ze de deur dichtdoet, blijft het ‘paper jam’-signaal knipperen. Kwaad doet ze de deur weer open en slaat ‘m dit keer wat harder dicht. Het maakt niet uit, het signaal blijft knipperen. Vermoeid probeert Jacqueline na te denken wat de volgende stap kan zijn. Ze opent de invoerlade en ziet nog net een hoekje van het laatste vel dat tussen de uitvoerwieltjes is blijven steken. Papier ook nog op. Voorzichtig pakt ze het hoekje vast en langzaam trekt ze het vel uit zijn beknelde positie. Dan gaat ze op zoek naar nieuw papier.
Onder de werktafel staan enkele dozen. Uit de hoek pakt ze een schaar en op haar hurken begint ze rustig één van de dozen open te snijden.
“Hé Jacq, papier op?”
Jacqueline kijkt over haar schouder en ziet Sandra lachend achter haar staan.
“Hoi, ja. Het apparaat zal eens een keer meewerken.”
“En natuurlijk een vreselijke spoedklus.”
“Nou nee, ik was alleen even mijn verlof en mijn ziekenfondsvergoeding aan het regelen. Maar dan wil ik wel een kopietje hebben. Je wordt genaaid waar je bij staat.”
“Als het aan Dirksen ligt, krijgen we nooit vakantie.”
“Nou, ik heb het toch meegemaakt, met die eikel, Van der Molen, toen ik nog op de typekamer werkte.”
“Met dat vieze snorretje?”
“Ja, die. Had ik met ‘m geregeld dat ik met kerst twee weken vrij zou krijgen, waren er problemen met een grote mailing. Moest ik toch werken. En rara, verlofkaart zoek. Hij kon zich niks meer van onze afspraak herinneren. Dat gebeurt me niet nog een keer.”
Ondertussen heeft Jacqueline de doos open gekregen en de wikkel van een pak papier afgehaald. Ze houdt de stapel in haar handen en stuitert ‘m enkele keren op het deksel van de kopieermachine om alle vellen goed in de stapel te krijgen. Sandra is op de rand van de werktafel gaan zitten en beaamt met haar armen over elkaar het verhaal van Jacqueline.
“Als het niet zwart op wit staat, kan je er hier niet op rekenen. Nooit niet gekund ook.”
“M’n verlof en m’n vergoedingen zijn altijd het eerste dat ik regel” zegt Jacqueline, terwijl ze de stapel in de papierla probeert de proppen.
“Gelijk heb je. Hé, heb je trouwens al gehoord dat ze je nieuwe afdelingshoofd hebben aangenomen. Ene Hendriks, werkt nu ergens in de buurt van Arnhem. Het moet wel een leuke vent zijn.”
“Nee, had ik nog niet gehoord. Maar ik krijg geloof ik alles als laatste te horen.”
“Jonge vent ook nog. Jaar of dertig. Louise vond hem wel wat van die voetballer weg hebben. God, hoe heet ie ook alweer. Die wat met die spice girl heeft.”
“David Beckham?”
“Ja. Nou, het zou wel vernieuwend zijn, een jonge, dynamische manager.”
“Hmm.”
Jacqueline heeft het papier in de lade gekregen en inmiddels een kopie van haar verlofkaart gemaakt. Ze kijkt de kopie na om te zien of alles goed is overgekomen.
“Hé, hoeveel verlofuren heb jij eigenlijk?”
“Poeh, weet ik zo direct niet. Hoezo?”
“Nou, ik vraag me af of dit wel klopt. Ik dacht dat ik vorig jaar veel meer had.”
“Vorig jaar kreeg je toch helemaal niks?” Sandra wacht met een besmuikte lach op de reactie van Jacqueline.
“Die eikel. Maar goed dat ie weg is.”
“Wat had ie ook alweer tegen je gezegd? Dat je eerst moest werken om verlof op te kunnen nemen?”
Jacqueline voelt het bloed kloppen in haar halsslagader. Ze wordt weer kwaad als ze er aan terugdenkt. Samen met de hitte van het kopieerhok, moet haar hoofd er nu als een grote, rode vuurbal uitzien. Ze draait zich om en kijkt Sandra met herleefde verontwaardiging aan.
“Ik had toen net die problemen gehad, weet je nog. Ik was koud een week terug van mijn ziekteverlof.”
“Heb je daar eigenlijk nog wel eens last van?”
“Soms. Ik weet nu beter hoe ik ermee om moet gaan. Maar na die kutopmerking was ik zo in staat om weer naar huis te gaan.”
“Wat had je dan ook alweer precies?”
“Waarschijnlijk burn-out. De dokter kon het niet helemaal met zekerheid zeggen. Als ik het weer voel aankomen, moet ik meteen rust nemen.”
Jacqueline legt de papieren voor de ziekenfondsvergoeding in de zelflader van de kopieermachine. Nadat ze op de groene knop heeft gedrukt, zuigt het apparaat de formulieren een voor een naar binnen. Jacqueline luistert naar het brommende geluid van de lichtbalk die onder de papieren doorschuift en de klappen van de originelen die automatisch weer naar buiten worden gegooid.
“Heb jij voor gisteren eigenlijk nog de lunch gedeclareerd?”
“Die was er toch bij inbegrepen.”
“Bij cursussen kan je altijd een lunch declareren. Wordt ook gevraagd op het formulier.”
“Nee, dat heb ik niet gedaan.”
“Hmm.”
Ze pakt de kopieën uit de uitvoerbak en slaat er een nietje door. Ondertussen legt Sandra een stapeltje papieren in de zelflader. Jacqueline stapt naar de uitgang, blij dat ze het warme hok weer kan verlaten.
“Hé, ik zie je wel weer.”
“Oké, hoi.”
|
||||
© 2005 Michiel Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |