 |

Iedere keer als we op weg zijn naar de Middellandse Zee gaan we even
van de Autoroute du Soleil af om het stadje Romans-sur-Isère
te bezoeken. We zijn dan precies 1000 kilometer van Amsterdam. Kom
je via de A7 uit het Noorden, dan neem je afslag 13, ongeveer 15 kilometer
ten noorden van Valence. Je ziet meteen het bord: Romans-sur-Isère,
Capitale de la chaussure de luxe. Dit plaatsje is het Mekka
voor de schoenenliefhebber. Vanouds zijn hier de Franse leerlooierijen
gevestigd; alle bekende Franse schoenenmerken hebben hier hun fabriek,
hoofdkwartier en winkel: Stephane Kélian, Charles Jourdan,
Maud Frison, Robert Clergerie, Serge Manoukian et cetera. Ook is er
een schoenenmuseum en zijn er grote dumpfabriekshallen vol schoenen.
Je parkeert je auto op het centrale pleintje, de place Charles de
Gaulle (als je zo gewiekst bent als mijn man vind je zó een
plaatsje), en hier is meteen de winkel van Stephane Kélian,
het magasin de l’usine. Wat je hier vindt zijn designer-
schoenen en alles is echt stukken goedkoper dan in Parijs, laat staan
in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat, Vanaf dit pleintje loop je een
smal straatje omlaag in, richting rivier, de côte des Cordeliers,
en al gauw ben je bij het gebouw van de Médiathèque
Simone de Beauvoir, waarin de Charles Jourdan-winkel is. In het straatje
onderweg zie je de ene luxe schoenenwinkel na de andere van bekende
en onbekende namen. Je kunt wel een hele middag bezig zijn met schoenen
passen! Neem zelf een paar panty-sokjes mee. Ga je vervolgens de brug
richting Valence over (je hebt dan inmiddels de auto weer gepakt),
dan kom je in Bourg de Péage, het plaatsje aan de andere kant
van de rivier (vergelijk Maastricht-Wyck). Daar vind je een hele shopping
mall vol met wat je witte-schoenenhallen zou kunnen noemen. Allemaal
grote winkels met rekken vol schoenen, maar wel van dezelfde dure
merken. Hier staan de collecties van vorig jaar en de overgebleven
monsterpaartjes, alles voor een prikje. Mijn man en ik kopen altijd
ieder minstens twee paar.
Nu geldt er helaas één gouden regel: pas of koop geen
schoenen bij grote hitte, want dan zijn je voeten opgezwollen en kun
je moeilijk de juiste maat vaststellen. Dat is echt een probleem,
je denkt: "Och, ik heb maat 37, dus deze schoenen zitten weliswaar
nu een beetje strak, maar 37 is 37, dus laat ik ze toch maar nemen."
Meestal klopt dat en zo kocht ik al menig paar felbegeerde Kélians
en Charles Jourdans met hoge hakken. Eén keer ging het mis:
de prachtige crème met donkerblauwe shantung zijden chanel-neusjes
van Robert Clergerie leken weliswaar aan de krappe kant, maar die
zouden in Amsterdam bij normale Nederlandse temperatuur zeker goed
passen, dacht ik optimistisch. Dat bleek tot mijn grote verdriet een
illusie: ze waren en bleven te klein. Ik heb ze eerst zelf nat gemaakt
en op spanners gezet, dat hielp niet. Vervolgens heeft de schoenmaker
geprobeerd ze (met een machine?) op te rekken. Zelfs dat was niet
genoeg.
En nu zit ik er dus mee. Het zijn zomerschoentjes, dus ieder voorjaar
haal ik ze weer te voorschijn in de hoop dat ze door een wonder nu
wel passen. Dan strompel ik er op een paar feestjes mee rond om uiteindelijk
opnieuw te besluiten dat ze echt te klein zijn. Ze kostten me indertijd
wel 600 francs (dat zou nu ongeveer 100 Euro zijn). Ook mijn man,
die maat 45 heeft en vastgeroest lijkt in zijn Reeboks, koopt zijn
mooie dure merkschoenen hier in Romans: zwierige zwarte instappers
van Charles Jourdan voor bij zijn nette pak (hij noemt ze zijn dancing
shoes), of keurige brogues van Serge Manoukian. Het is niet alleen
voor vrouwen een koopjesparadijs.
Kortgeleden was ik even in New York. Bij Bloomingdales hadden ze Designer
Shoe Spring Sale en daar stonden weer allemaal van die beauties (onder
anderen van Salvatore Ferragamo, Walter Steiger en ook Robert Clergerie)
naar mij te lonken, afgeprijsd tot onder de 200 dollar! Ik vermande
me en besloot er deze keer niet aan te beginnen. "Die koop ik
van de zomer wel in Romans", zei ik tegen mezelf.

|
 |