 |

Van Ruth Rendell had
ik al een tijd niets meer gelezen, maar vol vertrouwen pakte ik haar
nieuwe boek The Rottweiler (Random House, Van Ditmar Boekenimport, € 19,95)
dat bij ons Dubbelleven heet (A.W. Bruna, € 18,95). De
Engelse titel verwijst naar de bijnaam die een onbekende moordenaar
van jonge meisjes opgeplakt krijgt vanwege het feit dat hij hen in
de keel zou bijten, voor of nadat hij hen wurgt. De titel bij ons
geeft meer een inkijk in de aard van de moordenaar. Overdag is hij
een nette heer en 's avonds een moordend beest.
Rendell staat bekend om haar voorkeur voor verknipte types, als je haar oerrustige
inspecteur Wexford en zijn saaie hulpje Burden buiten beschouwing laat. Dat zijn
dan ook rechtshandhavers en die mogen niet gestoord zijn, maar van de overige
karakters in haar boeken - waarvan overigens de reeks Wexford en Burden maar
een deel vormt - mag juist van alles niet deugen.
Maar wat viel Dubbelleven tegen, zozeer zelfs dat ik het geheel tegen
de gewoonte in niet heb uitgelezen, maar natuurlijk wel even heb gekeken hoe
het afloopt. Het eind is even raar als het begin en door de epiloog even zoetsappig,
een woord dat absoluut niet bij Rendell zou mogen passen.
Het lijkt erop dat Rendell een komische misdaadroman heeft willen schrijven,
iets dat je van haar niet zou verwachten. Tegen humor is op zich niets, maar
het rare stelletje mensen dat zich in Dubbelleven aan je voorstelt, vond
ik alleen maar raar en niet leuk. De personages zijn ook niet raar in de zin
van gecompliceerd, maar bedacht raar. Centraal staat de kamerverhuurster Inez
die ook een bric à brac winkeltje runt en een Pakistaans winkelmeisje
heeft dat vooral oudere mannen het hoofd op hol brengt. Als je dat zo leest,
klinkt het helemaal niet raar, maar als je over hen leest, vraag je je af hoe
je in hemelsnaam in deze mensen waarachtige personages moet kunnen zien. Het
verhaal tut maar aan over vreemde huurder zus en vreemde huurder zo en over porseleinen
beeldjes en andere prullaria uit het winkeltje en over de straat en de buurt.
Neem eerst een willekeurig ander boek van Rendell ter hand, is mijn advies en
lees pas daarna voor de eigen meningsvorming Dubbelleven.
Ruth Rendell debuteerde in 1964 met From Doon With Death,
waarin Wexford en Burden hun entree maken. Twee jaar ervoor verscheen
in 1962 Cover Her Face, het debuut van P.D. James. Beide
dames werden meteen vanaf hun eersteling geroemd om hun vileine
fantasie, waarbij James altijd meer eer kreeg dan Rendell. Misschien
kwam dat wel, doordat James tien jaar ouder is dan Rendell die
in 1930 geboren is. Zo'n 40 jaar na hun debuut zijn beide dames
nog springlevend en nog steeds actief als schrijfster. Vergeleken
met James heeft Rendell een uitgebreider oeuvre op haar naam staan
en bestrijkt ze met haar boeken een breder terrein. Toch is ze
in de ogen van de pers altijd de kroonprinses van het genre gebleven
en bleef James de koningin die maar niet wou aftreden. Onlangs
is van haar Het moordkabinet verschenen (De Boekerij, € 18,50),
de vertaling van The Murder Room. Het is een met een rustige
slag en met imposant vertoon van beheersing van het puzelgenre
geschreven boek dat nogmaals aantoont waarom James de lieveling
van de critici is.
Rendell verontrust de lezer met haar neurotici en psychopaten en verveelt hen
soms, zoals helaas mij met Dubbelleven. James verhult veel meer dat
haar personages in wezen even verknipt zijn en presenteert hen meer als mensen
die in moeilijke omstandigheden tot een gewelddadige uitweg komen. Ze is ook
meer een verteller dan een bedenker zoals Rendell en daardoor lezen haar boeken
in het algemeen lekker weg, hoewel je ook kan stellen dat James het overbodige
detail niet schuwt en zelfs graag opzoekt.
Het moordkabinet staat voor een kamer in een Londens museum
waarin geruchtmakende moordzaken uit de jaren twintig en dertig
zijn uitgebeeld. Het museum wordt beheerd door de erfgenamen
van de oprichter. Het zijn geen mentaal gezonde types en dat
geldt even zo zeer voor het personeel. Als er ruzie in de familie
uitbreekt over mogelijke sluiting van het museum, slaat een moordenaar
toe op een wijze die aan de zaken in het moordkabinet doet denken.
Dat betekent voor Adam Dalgliesh, de hoofse inspecteur van James,
veel natrekken van alibi's.
Zo betreedt de lezer snel het bekende Agatha Christie-terrein, maar James voegt
daaraan veel bespiegelingen en menselijk groot en klein leed aan toe. Op die
manier kun je niet zeggen dat ze echt puzzeldetectives schrijft. Ze brengt
dit type boek op een hoger plan.
Af en toe kun je je even weinig inleven in haar personages als die van Rendell.
Dat geldt bijvoorbeeld de minder begaafde, homoseksuele tuinjongen, maar die
is toch weer natuurlijker dan de zwakbegaafde, aantrekkelijke jongeman uit Dubbelleven.
Beide jongens worden min of meer door een oudere vrouw geprotegeerd. Daar moet
je ondanks de hoge leeftijd van beide schrijfsters maar niets achter zoeken.
Ze moeten gewoon beoordeeld blijven op hun totale werk. Ik schat dan dat de
troonopvolging door Rendell definitief niet doorgaat en de kroon overgaat op
een vertegenwoordigster van de jongere generatie.

|
 |