 |

In
de tuin valt niet veel te doen in de winter. Het in huis halen van
de kerstboom komt nog het dichtst bij tuinieren in de buurt. Gewoon
een omgezaagde boom bedoel ik dan. De sociale dwang om zo'n ordinaire
spar met kluit in je tuin te laten overwinteren, met meestal als
gelukkige uitkomst dat hij niet aanslaat, is al weer jarenlang verdwenen.
Wat moet je ook met zo'n ordinaire, detonerende spar in je tuin?
Het wachten is nu op het uitsterven van de milieufanatici die de
kerstboomverbrandingen hebben weten te verbieden. Maar het kopen
van een dode boom is toegestaan.
Uit onnodige zuinigheid vermeed ik de handelaar die in deze tijd
op de hoek van de straat opduikt en fietste ik naar een verder gelegen
tuincentrum. Na een langdurige selectie en hulp van de scholier
die als baantje had om de bomen door een soort worstmachine te duwen,
waarna ze er in een netverpakking uitkwamen, bleek ik er thuis toch
in geslaagd een boom met een iets scheve stam te kopen. Dat krijg
je als je uit de kleine kinderen bent. Kinderen hebben namelijk
een scherp oog voor het detail en bovendien zijn ze uitermate geschikt
voor een andere taak. Dat laatste besefte ik pas weer, toen ik met
in mijn ene hand een kerstboom stond en met mijn andere hand mijn
fiets rechthield. Niets is leuker om als vader naast twee kinderen
te lopen die de kerstboom als een op de jacht verschalkt everzwijn
in triomf naar huis dragen. En niets mislukt meer dan te proberen
een boom die groter is dan je zelf half over je stuur te leggen
en dan fietsend naar huis te gaan.
Ik had het moeten weten, want het was me eerder overkomen. Boom
op zadel en stuur klemmen met de ene hand, stuur stevig vasthouden
met de andere hand en naar huis lopen. Het was alsof ik mezelf op
de tv zag in een uitzending van Discovery Channel over
de Vietnamoorlog. Tientallen VietCongleden maakten indertijd dagelijks
gebruik van de zogenaamde Ho Tsi-Minhroute om met overbeladen
fietsen voedsel en munitie van Noord-Vietnam naar het zuiden te
transporteren. Intussen bestookten de Amerikanen met hulp van hun
luchtmacht de jungle waar ze zich doorheen ploegden, met een ontbladeringsmiddel.
Mijn kerstboom had dat niet meer nodig. Die zou thuis vanaf de eerste
dag zonder problemen zijn naalden laten vallen.
Onder de opgetuigde boom zat ik te bladeren in de gids van Hidcote
Manor Garden, een schitterende, moeilijk te vinden tuin in
West-Engeland die aan het begin van de 20e eeuw door een met visie
gezegende, tot Brit genaturaliseerde Amerikaan uit het niets werd
gerealiseerd. Ik had hem tevoorschijn gehaald, omdat ik me herinnerde
dat in een van de 'kamers' van die tuin een heg op pootjes staat
(The Stilt Garden). De krant waarin onlangs stond beschreven
hoe je zo'n heg opkweekt, kon ik niet meer vinden. Die was vermoedelijk
in de kerstsfeer in de open haard verdwenen. Palissades à
l'Italienne noemt men deze manier om een soort eregalerij te
maken ook wel. In Hidcote gebruikte men er haagbeuk voor, die ik
in mijn eigen tuin voor een gewone heg aanplantte. Je moet wel een
zeer forse tuin hebben om palissades te kunnen opkweken. Maar een
mens mag altijd dromen.
Onder de boom lag als cadeautje Het jaar van de tuinier,
een heruitgave van een boek van de Tsjechische schrijver Karel Capek
dat oorspronkelijk in 1929 verscheen en nu weer is uitgebracht door
een jonge uitgeverij (Gianotten, € 18,50). De naam van de auteur
had maar even iets anders hoeven zijn en ik had het boek zelf hebben
kunnen schrijven. Capek vertelt aanstekelijk hoe de tuin je kan
opslokken. De twaalf maanden van het jaar komen aan bod, met enkele
tussendoortjes. Tuinieren bestaat van esthetisch genot en lyrische
verrukking, maar helaas komt de tuinier daar maar zelden aan toe
vanwege alle karweitjes die er in de tuin moeten gebeuren. Tuinieren
lijkt vreselijk op het werk van de huisvrouw dat ook nooit af is.
Vooral de samenstelling van de grond houdt Capek erg bezig. Bemesten,
spitten, compost en teelaarde door de aarde werken zijn terugkerende
zaken en bidden om regen. De tuinier waant zich een schepper, maar
de natuur leert hem nederigheid en dienstbaarheid en dat alles verteld
op een aangenaam ironische, maar ook enthousiaste wijze. Een beetje
in de tuin klungelen en dan weer eens een hoofdstukje lezen is de
beste manier om van het boek te genieten. Voorlopig blijft het echter
meer naar de tuin turen dan echt iets doen. Maar dat turen werd
ook beloond.
Op nieuwjaarsmorgen bleek de tuin
onder een laagje sneeuw te zijn verborgen. Mooier kun je je een
tuin eigenlijk niet voorstellen. Liefhebbbers van een witte tuin
krijgen meteen alle gelijk van de wereld van me. Eindelijk is nu
ook het grasveld egaal en zie ik hoe fraai de eerste sporen van
een merel er een hoek van hebben afgepast. Nu nog uit de verte beierende
kerkklokken en vrede daalt over een mens neer. Laat de lente maar
rustig wachten.

|
 |