archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Bewogen beweging | Katharina Kouwenhoven | |||
Een van de fascinerendste vormen van beeldende kunst is ongetwijfeld de kinetische kunst. Kinetische kunstenaars maken objecten die bewegen of waaraan dingen bewegen. Die beweging kan voortgebracht worden door natuurkrachten - wind, water, zonnewarmte - mechanische krachten - electromotoren, stoommachines - of handkracht. In het laatste geval moet de toeschouwer zo'n object in beweging brengen, door ergens aan te draaien of iets rond te trappen.
Nederland kent een aantal befaamde kinetische kunstenaars, zoals Gerrit van Bakel, die recentelijk postuum de prijs voor kunst en techniek gekregen heeft en Theo Jansen, die bekend is vanwege zijn 'strandbeesten', quasi dieren, zo groot als neushoorns, kunstig in elkaar gezet van stukjes electriciteitsbuis of aanverwant materiaal, die op het strand, door de wind in beweging gezet, lijken te lopen.
De meester van de kinetische kunst is voor mij echter de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925 - 1991), waarmee ik voor het eerst kennismaakte op de veelbesproken tentoonstelling Bewogen Beweging in 1961 in het Stedelijk Museum. Dat werk maakte een verpletterende indruk op me. Om verschillende redenen. Ik was verbijsterd over het feit dat iemand zoiets kon maken, maar ook over het feit dat zoiets in een museum kon worden aangetroffen. In en klap werd ik een fervent museumbezoeker en een aanhanger van de moderne kunst, maar heel speciaal van Tinguely.
Tinguely maakt constructies (van klein tot gigantisch groot) die eruit zien als machines met bewegende onderdelen. Ze worden in beweging gezet door een of meer electromotortjes. Iets produceren kunnen deze 'machines' niet; ze staan vrolijk te pruttelen, piepen, bonken, ratelen of mokerslagen uit te delen. Er zit in zekere zin dus ook muziek in. Wel heeft hij waterspuitende 'machines' gemaakt, zoals voor de Stravinskyfontein naast het Centre Pompidou in Parijs, 'tekenmachines' en 'gooi en smijt' constructies, die serviesgoed in duigen gooien, met als klap op de vuurpijl een 'machine' die zichzelf vernietigde op de binnenplaats van het Museum of Modern Art in New York.
Al die constructies zijn gemaakt van oude rommel, schroot, allerhande wielen, buizen, draad en alles wat maar bruikbaar was, sommige heel fragiel, andere robuust en stevig.
Normaal gesproken moet je naar Basel om zijn werk te kunnen bewonderen, maar op dit moment is er ook een overzichtstentoonstelling van zijn werk in de Kunsthal in Rotterdam onder de titel 'Alles beweegt'.
Waarom mag je het werk van Tinguely niet aan je voorbij laten gaan?
Daar zijn verschillende redenen voor. Eerst en vooral: zijn werk is uniek. Niet alleen is het de vrucht van iemand met een ongebreidelde fantasie, maar ook met een grote knutsellust en -vermogen. Het plezier waarmee die constructies bedacht en in elkaar gezet zijn straalt er vanaf. En dat plezier werkt aanstekelijk. Als toeschouwer word je ontzettend vrolijk van het aanschouwen van deze verbazingwekkende constructies, terwijl je je tegelijkertijd verbaast over de ingenieuze wijze waarop ze in elkaar zitten. In de woorden van H.J.A. Hofland, die de tekst heeft geschreven voor een soort catalogus voor kinderen: 'Je kijkt eerst verbaasd. Dan merk je dat je lacht. Niet omdat je iets belachelijks ziet, maar iets moois zoals je nog nooit hebt gezien.
In de Kunsthal staan twee zeer grote exemplaren, meer dan tien meter breed en een paar meter hoog, één daarvan lijkt een beetje op een kermisattractie. Je drukt op een knop om ze in werking te stellen, maar het is onmogelijk om helemaal te doorgronden hoe ze werken. Je ziet raderen en stangen en kettingen, maar hoe die bewegingen precies overgedragen worden is moeilijk te achterhalen, ook al omdat ze zo groot zijn en je het geheel niet in één oogopslag kunt overzien. Als je eenmaal voor zo'n grote constructie staat is het moeilijk om je ervan los te rukken, maar er is nog veel meer te zien. Bijzonder fraai vond ik de constructies, die gemaakt waren van beschadigde landbouwwerktuigen, gevonden op een afgebrande boerderij. Verroest en geblakerd waren ze, maar toch ook nog allemaal een beetje rood, door de tijd getemperd rood. Door hun zeer herkenbare onderdelen leken zij nog steeds wel een of andere functie te kunnen vervullen. Welke functie was niet direct duidelijk, maar dat geldt wat mij betreft ook voor echte landbouwwerktuigen. Waar dient zo'n meterslange schroef voor op de boerderij? Tinguely wist er wel raad mee.
Vanaf 1963 maakte hij wat steviger objecten, die zwart gemaakt werden. Deze zijn niet zo groot - 2 of 3 vierkante meter - maar zeer indrukwekkend, omdat door de uniforme kleur de samenstellende delen helemaal in het geheel zijn opgegaan en iets geworden zijn, waarvan het lijkt dat het er altijd geweest is. Een volledig vanzelfsprekend object. Ik denk dat zoiets maken eigenlijk het ultieme doel is van elke kunstenaar.
Tinguely was bij leven en welzijn een grote fan van auto's en autoraces. Daarom heeft hij ook een aantal auto's geconstrueerd, onder andere van het schroot van gecrashte raceauto’s (!)
Er zijn ook meer tweedimensionale objecten, die aan de muur hangen. Reliëfs, zoals de Meta-Malevich, een houten paneel met losse, bewegende Malevich-vormen, waardoor je elk moment een andere Malevich hebt samengesteld.
Een dan is er ook nog een gigantische wand vol ontwerptekeningen en ander werk op papier en een video met een documentaire over leven en werken van Tinguely. Je verveelt je dus geen moment, vooral ook niet omdat je naar bepaalde objecten steeds weer terugkeert in een poging hun geheimen te doorgronden.
De tentoonstelling is buitengewoon geschikt om met kinderen te bezoeken, want die weten niet wat ze zien. Speciaal voor de kleintjes (en voor sommige volwassenen) is er een ruimte waarin opgeblazen ballonnen opstijgen en weer neerdalen. Een soort ballenbak met hele grote en lichte ballen. Wat grotere kinderen vermaken zich uitstekend met de 'machines', die ook voor hen een onbegrijpelijk schouwspel opleveren, dat blijft fascineren. Om kinderen kennis te laten maken met 'kunst' is dit wel een heel geschikte gelegenheid. En nog de hele maand december te bezichtigen.
P.S. Wie mijn stukje over Blooker's Cacaofabriek gelezen heeft en over een beter geheugen of meer kennis beschikt dan ik, zal gemerkt hebben dat er een aantal zaken niet kloppen. Blooker's Cacaofabriek stond inderdaad aan de omval, zoals de illustratie laat zien. Aan de Mr Treublaan stond een andere cacaofabriek, namelijk Korff. En Klene's drop(en andere zoetwaren)fabriek stond aan de Looiers- en niet aan de Lauriergracht, dus één hoekje verder. Met dank aan Theo Capel, die dit allemaal niet was ontgaan.
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:
|
||||
© 2007 Katharina Kouwenhoven | ||||
powered by CJ2 |