archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Blom en van der Aa Katharina Kouwenhoven

0501VG Omweg
Als kind ging ik een of tweemaal per jaar met de trein naar Vlaardingen voor familiebezoek. Die trein vertrok vanaf het Centraal Station, waar we met de tram (lijn 13) naar toe reden. We stapten in op de Hoofdweg, reden door de Jan Evertsenstraat, over De Krommert, door de De Clerqstraat en over de Rozengracht tot we praktisch tegen de achterkant van Het Paleis botsten en draaiden dan piepend, eigenlijk gillend, met een bocht de Nieuwe Zijds Voorburgwal op, langs het Hekelveld en dan voor het Station langs, waar lijn 13 zijn eindpunt had.

De winkels in de Jan Evertsenstraat, vanaf het Mercatorplein tot ongeveer de Admiralengracht, zou ik nog zo een voor een op kunnen noemen, te beginnen met het kaaswinkeltje van Strijk aan de rechterkant. Die winkel was zo smal dat zowel de klanten als de kaassnijdende eigenaar er zich alleen dwars in konden bewegen. Er kon maar één klant tegelijk geholpen worden; de anderen moesten buiten wachten. Dat was niet zo erg, want de Jan Evertsenstraat is gedeeltelijk overkapt. Vanuit de gevelwand is er ter hoogte van de eerste verdieping een soort plat dak aangebracht, dat loopt tot halverwege de straat. De winkelende wandelaar loopt er droog.

Van het stuk tussen de Admiralengracht en de Witte de Witstraat herinner ik me vooral de schoenmaker. Daar lieten we onze schoenen repareren, maar voor mij als kind was het een hele tippel om daar te komen. Over de Wiegbrug, waar de De Clerqstraat begon, was het voor mij terra incognita en hoe verder we van huis raakten, hoe onbekender de straten. Op de Dam kwamen we nog wel eens (De Bijenkorf), maar de Nieuwe Zijds Voorburgwal was iets dat je alleen met de tram passeerde, hoewel ik later wel eens met mijn vader in café Kurpershoek geweest ben, op de hoek van de Prins Hendrikkade. Een café met zaagsel op de vloer!
Uiteindelijk kwamen we aan bij het Centraal Station.

Van buiten is dat station imposant met zijn neo-barokke gevel vol tierelantijnen en enorme klok en windwijzer. Van binnen was het een sombere grauwe massa, waar iedereen stond te huiveren op de tochtige perrons. Dat dat stationsgebouw verdacht veel leek op het Rijksmuseum, viel mij pas op toen ik voor het eerst dat museum bezocht. Zodra wij het perron betraden moest ik onmiddellijk een blik werpen op
die merkwaardige tekst die zich in grote rode letters bevond op de Westkant van de ronde overkapping van het Centraal Station: Blom en van der Aa. Als je het Station uitreed richting Haarlem, reed je er eerst tegenaan en iets later er onderdoor. Keek je dan om, dan was de tekst veranderd in aA red nav ne molB.

Welke geheimzinnige boodschap er schuil ging achter deze tekst ontging mij totaal. Mijn ouders durfde ik het niet te vragen, uit angst om voor onnozel door te gaan. Nu moet ik er bij zeggen dat ik, kennelijk in een poging er toch nog wat van te maken, eigenlijk las: Blom van de A. Had ik die tekst juist gelezen, dan had dat mij waarschijnlijk niet veel verder gebracht.
Maar nu zat ik met die Blom van de A, terwijl Blom toch evident van de B was. Misschien betekende 'blom' eigenlijk wel 'bloem', maar ook 'bloem' is van de B, tenzij je voor die A een bloemennaam invult: 'bloem van de aster', of 'bloem van de anjer'. Meer bloemennamen met een A wist ik trouwens niet. Bleef natuurlijk de vraag waarom je Blom van de A zou schrijven als je 'bloem van de aster' bedoelde. En waarom dat in 's hemelsnaam in kapitale letters op de overkapping van het station was geschilderd. Te meer daar er verder geen enkele tekst te bekennen was.

Misschien hadden we met een raadsel te maken, dat wil zeggen niet iets dat alleen voor mij raadselachtig was, maar dat als raadselachtig bedoeld was om de wachtende en kleumende reizigers bezig te houden - in mijn herinnering was het altijd stervenskoud op dat station.
'Is het een raadsel?' vroeg ik een keer aan mijn vader. 'Is wat een raadsel?' Een raadsel was het dus niet, behalve voor mij dan. Er viel niets op te lossen, laat staan dat je een klein prijsje zou kunnen winnen als je de juiste oplossing inleverde bij de stationschef.

Nu hadden wij verschillende kennissen, die bij 'het spoor' werkten. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg onze buurman, die in een glazen hokje bij de uitgang van het station urenlang kaartjes zat in te nemen, toen ik op een dag met hem naar zijn volkstuin fietste wat Blom van de A betekende. Hij schudde niet begrijpend het hoofd. Bedoel je soms Goudsblom? Nu begreep ik er op mijn beurt weer helemaal niets van en gaf het op. Er waren wel meer dingen die ik aanvankelijk niet begreep en die later opeens gingen dagen, dus misschien moest ik maar gewoon geduldig afwachten.

Een paar jaar later, toen we met de tram van het station naar huis reden, viel me opeens een tekst op, die bovenop een gebouw aan het Stationsplein gemonteerd was: Blom en van der Aa! Daar hing bijna dezelfde tekst, maar nu in krullige letters. Hadden die letters daar altijd al gehangen en waren ze me nooit eerder opgevallen of waren ze daar recentelijk neergezet? En waarom? De eerstvolgende keer op het station bestudeerde ik de rode letters zorgvuldig en zag nu dat daar ook Blom en van der Aa stond en niet Blom van de A. Zoiets overkomt je als kind wel vaker en dat is op zichzelf schokkend, maar verontrustender was toch dat er niet alleen op de stationsoverkapping een geheimzinnige tekst stond, maar dat diezelfde geheimzinnige tekst zich ook nog bovenop een gebouw bevond. Het moest dus wel om iets belangrijks gaan!
Ik kon inmiddels heel goed lezen en verslond het ene boek na het andere, maar deze tekst gaf zijn geheim niet prijs. Soms waren teksten onbegrijpelijk, omdat het eigenlijk geen Nederlands was. Zo las ik het woord Philishave als 'pielieschaven', hetgeen me uiteraard ook voor een raadsel stelde, hoewel ik best wist wat 'schaven' was.

Op een goed moment begreep ik dat de tekst Blom en van der Aa betrekking had op een naam, eigenlijk op twee namen, die van de familie Blom en die van de familie van der Aa. Net zoals Philips een naam bleek te zijn. Waarom die families hun naam overal neer kalkten bleef echter nog even duister, maar ook daar kwam ik achter. Die mensen wilden ons iets aanbieden, zoals radio's en gloeilampen en scheerapparaten. Dat gold tenminste voor die van Philips. Maar wat hadden die Blom's en van der Aa's aan te bieden? Wat voor firma vertegenwoordigden zij?
Heel veel later werd mij duidelijk dat als mensen iets aan de man willen brengen zonder dat dat 'iets' nader gespecificeerd wordt, zij zeer waarschijnlijk doen in …….. verzekeringen.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .
 
**********************************


© 2007 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Blom en van der Aa Katharina Kouwenhoven
0501VG Omweg
Als kind ging ik een of tweemaal per jaar met de trein naar Vlaardingen voor familiebezoek. Die trein vertrok vanaf het Centraal Station, waar we met de tram (lijn 13) naar toe reden. We stapten in op de Hoofdweg, reden door de Jan Evertsenstraat, over De Krommert, door de De Clerqstraat en over de Rozengracht tot we praktisch tegen de achterkant van Het Paleis botsten en draaiden dan piepend, eigenlijk gillend, met een bocht de Nieuwe Zijds Voorburgwal op, langs het Hekelveld en dan voor het Station langs, waar lijn 13 zijn eindpunt had.

De winkels in de Jan Evertsenstraat, vanaf het Mercatorplein tot ongeveer de Admiralengracht, zou ik nog zo een voor een op kunnen noemen, te beginnen met het kaaswinkeltje van Strijk aan de rechterkant. Die winkel was zo smal dat zowel de klanten als de kaassnijdende eigenaar er zich alleen dwars in konden bewegen. Er kon maar één klant tegelijk geholpen worden; de anderen moesten buiten wachten. Dat was niet zo erg, want de Jan Evertsenstraat is gedeeltelijk overkapt. Vanuit de gevelwand is er ter hoogte van de eerste verdieping een soort plat dak aangebracht, dat loopt tot halverwege de straat. De winkelende wandelaar loopt er droog.

Van het stuk tussen de Admiralengracht en de Witte de Witstraat herinner ik me vooral de schoenmaker. Daar lieten we onze schoenen repareren, maar voor mij als kind was het een hele tippel om daar te komen. Over de Wiegbrug, waar de De Clerqstraat begon, was het voor mij terra incognita en hoe verder we van huis raakten, hoe onbekender de straten. Op de Dam kwamen we nog wel eens (De Bijenkorf), maar de Nieuwe Zijds Voorburgwal was iets dat je alleen met de tram passeerde, hoewel ik later wel eens met mijn vader in café Kurpershoek geweest ben, op de hoek van de Prins Hendrikkade. Een café met zaagsel op de vloer!
Uiteindelijk kwamen we aan bij het Centraal Station.

Van buiten is dat station imposant met zijn neo-barokke gevel vol tierelantijnen en enorme klok en windwijzer. Van binnen was het een sombere grauwe massa, waar iedereen stond te huiveren op de tochtige perrons. Dat dat stationsgebouw verdacht veel leek op het Rijksmuseum, viel mij pas op toen ik voor het eerst dat museum bezocht. Zodra wij het perron betraden moest ik onmiddellijk een blik werpen op
die merkwaardige tekst die zich in grote rode letters bevond op de Westkant van de ronde overkapping van het Centraal Station: Blom en van der Aa. Als je het Station uitreed richting Haarlem, reed je er eerst tegenaan en iets later er onderdoor. Keek je dan om, dan was de tekst veranderd in aA red nav ne molB.

Welke geheimzinnige boodschap er schuil ging achter deze tekst ontging mij totaal. Mijn ouders durfde ik het niet te vragen, uit angst om voor onnozel door te gaan. Nu moet ik er bij zeggen dat ik, kennelijk in een poging er toch nog wat van te maken, eigenlijk las: Blom van de A. Had ik die tekst juist gelezen, dan had dat mij waarschijnlijk niet veel verder gebracht.
Maar nu zat ik met die Blom van de A, terwijl Blom toch evident van de B was. Misschien betekende 'blom' eigenlijk wel 'bloem', maar ook 'bloem' is van de B, tenzij je voor die A een bloemennaam invult: 'bloem van de aster', of 'bloem van de anjer'. Meer bloemennamen met een A wist ik trouwens niet. Bleef natuurlijk de vraag waarom je Blom van de A zou schrijven als je 'bloem van de aster' bedoelde. En waarom dat in 's hemelsnaam in kapitale letters op de overkapping van het station was geschilderd. Te meer daar er verder geen enkele tekst te bekennen was.

Misschien hadden we met een raadsel te maken, dat wil zeggen niet iets dat alleen voor mij raadselachtig was, maar dat als raadselachtig bedoeld was om de wachtende en kleumende reizigers bezig te houden - in mijn herinnering was het altijd stervenskoud op dat station.
'Is het een raadsel?' vroeg ik een keer aan mijn vader. 'Is wat een raadsel?' Een raadsel was het dus niet, behalve voor mij dan. Er viel niets op te lossen, laat staan dat je een klein prijsje zou kunnen winnen als je de juiste oplossing inleverde bij de stationschef.

Nu hadden wij verschillende kennissen, die bij 'het spoor' werkten. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg onze buurman, die in een glazen hokje bij de uitgang van het station urenlang kaartjes zat in te nemen, toen ik op een dag met hem naar zijn volkstuin fietste wat Blom van de A betekende. Hij schudde niet begrijpend het hoofd. Bedoel je soms Goudsblom? Nu begreep ik er op mijn beurt weer helemaal niets van en gaf het op. Er waren wel meer dingen die ik aanvankelijk niet begreep en die later opeens gingen dagen, dus misschien moest ik maar gewoon geduldig afwachten.

Een paar jaar later, toen we met de tram van het station naar huis reden, viel me opeens een tekst op, die bovenop een gebouw aan het Stationsplein gemonteerd was: Blom en van der Aa! Daar hing bijna dezelfde tekst, maar nu in krullige letters. Hadden die letters daar altijd al gehangen en waren ze me nooit eerder opgevallen of waren ze daar recentelijk neergezet? En waarom? De eerstvolgende keer op het station bestudeerde ik de rode letters zorgvuldig en zag nu dat daar ook Blom en van der Aa stond en niet Blom van de A. Zoiets overkomt je als kind wel vaker en dat is op zichzelf schokkend, maar verontrustender was toch dat er niet alleen op de stationsoverkapping een geheimzinnige tekst stond, maar dat diezelfde geheimzinnige tekst zich ook nog bovenop een gebouw bevond. Het moest dus wel om iets belangrijks gaan!
Ik kon inmiddels heel goed lezen en verslond het ene boek na het andere, maar deze tekst gaf zijn geheim niet prijs. Soms waren teksten onbegrijpelijk, omdat het eigenlijk geen Nederlands was. Zo las ik het woord Philishave als 'pielieschaven', hetgeen me uiteraard ook voor een raadsel stelde, hoewel ik best wist wat 'schaven' was.

Op een goed moment begreep ik dat de tekst Blom en van der Aa betrekking had op een naam, eigenlijk op twee namen, die van de familie Blom en die van de familie van der Aa. Net zoals Philips een naam bleek te zijn. Waarom die families hun naam overal neer kalkten bleef echter nog even duister, maar ook daar kwam ik achter. Die mensen wilden ons iets aanbieden, zoals radio's en gloeilampen en scheerapparaten. Dat gold tenminste voor die van Philips. Maar wat hadden die Blom's en van der Aa's aan te bieden? Wat voor firma vertegenwoordigden zij?
Heel veel later werd mij duidelijk dat als mensen iets aan de man willen brengen zonder dat dat 'iets' nader gespecificeerd wordt, zij zeer waarschijnlijk doen in …….. verzekeringen.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .
 
**********************************
© 2007 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2