![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
Schaatsen met Al Gore | Jaap van Lakerveld | |||
De aarde raakt van lieverlee verhit
De ijskap smelt, de gletchers evenzeer
Een goede winter krijgen we niet meer
Geen Alp blijft meer de hele zomer wit
April doet wat hij wil, wat wil je meer
Het lijkt wel zomer als je buiten zit
Korte broeken, rokken met een split
Geen mens weet meer van wanten met dit weer
Wie kent er nog de kruik, de wintertenen
de kolenkit, of bloemen op de ruiten,
Gebarsten lippen, kousen om je kuiten
Tintelende vingers, kachelbenen?
Bevroren plassen stel je die eens voor
En dat je daar kon schaatsen met Al Gore. |
||||
© 2007 Jaap van Lakerveld | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |