archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > In de polder | ||||
Poldermodel met een kruisje | Ruurd Kunnen | |||
In de eerste perscommentaren op het regeerakkoord tussen CDA, PvdA en CU klonk verbazing door over de terugkeer van het poldermodel. De strekking van de commentaren was weinig opbeurend. Alle negatieve connotaties van het begrip poldermodel werden moeiteloos opgesomd: stroperig corporatisme, zuilenmaatschappij, spruitjeslucht, jarenvijftigpolitiek. Het motto van het nieuwe kabinet 'Samen werken, samen leven', was daar mede debet aan. De Nederlandse intelligentia nam stelling.
Je moet er, zo ging het onwillekeurig toch door me heen, wel zin in hebben natuurlijk; al dat samen. Je zult het individualisme maar net hoog in het vaandel hebben staan, dan ben je mooi de klos de komende vier jaar. Aan de andere kant: het lijkt er ook op dat we saaie jaren tegemoet gaan met deze drie jongens van stavast; het poldermodel is helemaal terug van weggeweest, we gaan vergaderen en overleggen en luisteren naar de mensen in het veld. Samen, samen, samen, de handen uit de mouwen. Het is nu al een vermoeiend mantra, dat motto (Martin Bril, De Volkskrant 8-2-07).
Verdwenen is de geïndividualiseerde burger van Paars en de verantwoordelijke burger van 'Balkenende'. Verdwenen is ook de staat als nuchtere uitdrukking van de wensen van vrije burgers. BB&R duwen vrije burgers terug in de rol van onderdanen. Burgers zijn niet meer primair zelfstandige individuen, maar leden van een traditionele gemeenschap, met bijna sacrale verplichtingen aan elkaar en aan de overheid (De Volkskrant, Forum 10-2-07).
Staan ons werkelijk weer zulke donkere tijden te wachten?
Het centrale element in het regeerakkoord is dat de coalitiepartijen de samenhang in de maatschappij, de sociale cohesie, willen verbeteren. Deze doelstelling is een hoognodige reactie op de vorige kabinetsperiode, waarin de tegenstellingen in de samenleving zijn opgelopen en Nederland zich dreigde te ontwikkelen tot een hard, onverdraagzaam en verdeeld land. Er zijn verschillende manieren om deze doelstelling te realiseren. Een methode die in Europa en elders goed heeft gewerkt is het creëren van een vijand en het versterken van nationalistische gevoelens. Het einde van de Koude Oorlog heeft mede bijgedragen aan een verslapping van de interne samenhang van de Westerse samenlevingen. De War on Terror is niet uitgegroeid tot een waardige remplaçant, hoezeer president Bush zijn best ook heeft gedaan en Nederlandse opinieleiders ons hebben geprobeerd te overtuigen van het gevaar van de radicale islam. Nederland is nauwelijks bedreigd door terreurdaden vanuit het buitenland. Wij worden bang gemaakt door geweldsdreiging van politiek, religieus-ideologisch en seksueel oververhitte jongeren uit eigen land, de hedendaagse islamitische variant van gewelddadige uitwassen van het studentenprotest in de jaren zeventig en tachtig zoals de Rote Armee Fraktion en de Brigate Rosse.
Een andere oorzaak van de vermindering van de sociale cohesie is de verzwakking van eertijds bindende instituties en het daardoor opgekomen individualisme. De samenhang in de maatschappij zou dus kunnen worden verbeterd door de institutionele bindingen tussen de mensen te herstellen. Het schrijvende deel der natie, de freischwebende Intelligenz, is beducht voor de terugkeer van de knellende banden van de kerk, de politieke partijen en de vakbeweging. Vandaar het gemopper over een spruitjeslucht. 'Herzuiling' van Nederland is echter ondenkbaar. Door hier toch zoveel nadruk op te leggen wordt de aandacht afgeleid van de werkelijk belangrijke vragen. Het is namelijk onmiskenbaar dat door de ontzuiling en de individualisering spanningen zijn gegroeid tussen verschillende vrijheden en verboden, zoals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en het verbod op discriminatie en belediging. Het gevolg is geweest dat nieuwe conflictstof zich in de samenleving heeft opgehoopt. Dit kan niet worden opgelost door de vrijheden van het individu te beperken of de macht van oude instituties te vergroten. Dat zou een stap terug in de tijd zijn, een reactionaire politiek. Er moet echter wel iets voor in de plaats komen. Balkenende zoekt dat in het communautarisme van Amitai Etzioni. In het coalitieakkoord blijkt dat uit een citaat als
Wij willen werken aan een samenleving waarin mensen zich duurzaam met elkaar verbonden weten. Het is onze ambitie mensen het daarvoor benodigde vertrouwen in elkaar en in de toekomst te geven. Door in mensen te investeren en door mensen als bondgenoot tegemoet te treden; vanuit het besef dat we samen sterker staan. Zo willen wij werken aan een beter Nederland.
Dit is een stevige tekst. Er staat dat men wil werken aan de maatschappij en dat men daarom iets met de mensen wil doen. Er wordt geïnvesteerd in mensen en mensen wordt vertrouwen gegeven met het doel de maatschappij te verbeteren. Het individu wordt ondergeschikt en dienstbaar gemaakt aan het grotere geheel. Deze breuk met het liberalisme onderscheidt het nieuwe kabinet principieel van het vorige.
Het wezen van de politiek is om de ontwikkeling van de samenleving te beïnvloeden. In een democratie kan dat alleen als het gebeurt met en door de individuele burgers. De misvatting in de jaren zeventig was dat de politiek meende de maatschappij te kunnen veranderen zonder de individuen. De rechtvaardige verdeling van inkomen, kennis en macht werd de mensen door de strot geduwd. Het nieuwe kabinet lijkt die fout niet te willen maken. Het moet het kabinet van de Nieuwe Gezamenlijkheid worden.
Opvallend is overigens dat bij de doelstellingen van het regeerakkoord niets staat over een rechtvaardige verdeling. Het woord 'rechtvaardig' komt zegge en schrijve één keer voor, namelijk in de zin op bladzijde 43 'een rechtvaardig en humanitair asielbeleid'. Voor een deel is dat een kwestie van woordkeuze. De meeste sociaal-economische doelstellingen van het nieuwe kabinet hebben betrekking op het verbeteren van de positie van de sociaal zwakkeren in de maatschappij. Het beleid wordt gericht op de outsiders, de mensen die aan de kant staan. Dat is tevens een antwoord op de kritiek op het poldermodel dat het de insiders, de werkenden met een vaste baan, bevoordeelde. Voor deze laatsten, een groot deel van electoraat, heeft het regeerakkoord veel minder te bieden. Deze groep mensen zal daarentegen verder onder druk worden gezet om tot hun 70e te blijven werken. Het is daarom de vraag in hoeverre de Nieuwe Gezamenlijkheid ook deze groep bereikt.
Een belangrijk beleidsvoornemen is een 'participatietop', een topconferentie van het kabinet, de sociale partners en de gemeenten die moet leiden tot een 'sociaal akkoord' waarin een substantiële bevordering van de arbeidsparticipatie wordt afgesproken. Een heel scala van beleidsinstrumenten wordt ingezet, variërend van participatiebanen en loonkostensubsidies tot de ontwikkeling van een markt voor persoonlijke dienstverlening. Niet alleen hoopt men op deze manier werklozen aan een baan te helpen, maar tegelijkertijd verwacht men hiermee de sociale samenhang te versterken. Dit zijn geen nieuwe ideeën – het is allemaal al eens eerder gezegd en geprobeerd. Nieuw is de gezamenlijke aanpak; die is heel anders dan bijvoorbeeld de megalomane creatie van Melkertbanen.
Je kunt de bittere smaak van spruitjes wegnemen door er aan de onderkant een kruisje in te snijden voordat je ze kookt. Zal dat het geheim van het nieuwe poldermodel zijn?
*********************************
|
||||
© 2007 Ruurd Kunnen | ||||
powered by CJ2 |