archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 5 11 oktober 2007 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Dweezil en Ray in de Melkweg | Willem Minderhout | |||
Oudere jongeren zoals ik hebben niet te klagen over het recente muziekaanbod. Plannen van de Sex Pistols om weer te gaan toeren bezorgen mij acute last van jeugdsentiment. Toen ik donderdag 27 september de Melkweg in Amsterdam betrad vond daar een concert van Jonathan Richman plaats dat dat zelfde effect in nog verhevigde mate teweeg bracht.
Ik herinner me nog precies wanneer ik Jonathan en zijn ‘Modern Lovers’ voor het eerst hoorde: in het R-4-tje van de Belg waarmee ik eind 1977 van Alcira naar Nijvel reed. ‘I’m a little airplane, now’ klonk minstens ieder uur op de autoradio. Ik vond het heerlijke, volkomen maffe muziek. Was dat nu die verschrikkelijke punk, of new wave, waar iedereen schande van sprak? Zodra ik thuis was schafte ik ‘The Modern Lovers Live’ aan en draaide hem grijs. Jammer dat zijn absolute tophit ‘Pablo Picasso’ er niet op staat – ‘Remember the story of Pablo Picasso, He could walk down your street, And girls could not resist his stare, Pablo Picasso was never called an asshole’– maar die heb ik nog wel ergens in de uitvoering van John Cale.
Toch ging ik niet naar de Melkweg voor Jonathan. In de belendende zaal trad Dweezil Zappa op. Deze zoon van Frank heeft ooit geprobeerd om een eigen muzikale carriere op te bouwen, maar daar heeft hij wijselijk een punt achter gezet. Ik zag hem ooit in Paradiso met zijn eigen band. Hij had de ritmesectie van paps (Chad Wackerman en Scott Thunes) geleend, maar meer dan ‘wel aardig’ werd het toch niet.
Sinds enige tijd heeft hij zich toegelegd op monumentenzorg: de muziek van pappa Zappa weer tot leven brengen. Vorig jaar ging hij voor het eerst met een ‘Zappa plays Zappa-programma’ op tournee. Hij deed toen de Heineken Music Hall aan. Dat optreden was van begin tot eind een enorm feest. Dat lag niet in de laatste plaats aan de aanwezigheid van de Zappa-veteranen Steve Vai, Terry Bozzio en Napoleon Murphy Brock. Vooral Napoleon, die ik eerder in Het Paard zag als onderdeel van ‘The Grand Mothers’, bracht de zaal in extase. Hij toonde zich niet alleen een geweldige saxofonist en zanger, maar vooral een weergaloze performer die de hele zaal plat kreeg. Toch een hele prestatie voor een zestiger!
Dit jaar was het allemaal iets minder. De Melkweg was volkomen afgeladen en ik voel mij nooit zo prettig als een haring in een ton. We moesten het bovendien deze keer alleen met oudgediende Ray White stellen. Een geweldige zanger en gitarist, maar hij mist ‘presence’. Hierdoor viel de tamelijk zwakke stem van Dweezil des te meer op. De grappen over Zweden (dachten ze echt dat ze in Zweden terecht waren gekomen?) waren tenenkrommend flauw.
Verder mochten wij Zappa-fans zeker niet klagen. De band was perfect en gedreven. Ze hadden zeker niet de makkelijkste stukken uit het oeuvre gekozen. De playlist kende maar drie songs die eerder in de Heineken Hal ten gehore waren gebracht en Ray zong de sterren uit de hemel met zijn ‘top hits’ ‘Joe’s Garage’ en ‘The Illinois Enema Bandit’. En passant werd mijn these dat Frank’s bruine schoenen versleten zouden zijn overtuigend weerlegd: ‘Brown Shoes don’t make it’ werd – naadloos vorafgegaan door ‘Suzy Creamcheese’ en afgesloten met ‘America drinks’ – werkelijk perfect en overtuigend uitgevoerd.
Dankzij de wonderen van de techniek trad Frank, geprojecteerd op een groot scherm, ook af en toe op. Die combinatie van Frank op tape met een live band was kippenvelverwekkend, maar het benadrukte ook het verschil tussen de uitstraling van Frank en de wat bleke persoonlijkheid van Dweezil.
Het valt niet mee om Zappa’s muziek op een overtuigende manier op de planken te krijgen. Zappa was, net zoals Duke Ellington, iemand die componeerde voor en met zijn bandleden.
‘Theater’ speelde bij de live optredens van Zappa ook altijd een grote rol. Hij acteerde zelf meestal als de allesbepalende dictatoriale regisseur op de achtergrond die zijn muzikanten als marionetten bespeelde. (In zijn film ‘200 Motels’ is dat een heel expliciet thema. Zijn rol als’Central Scrutinizer’op ‘Joe’s Garage’ was hem, zij het op een zeer ironische wijze, op het lijf geschreven.) Daar heb je wel de mensen voor nodig. Bij de oer-Mothers was dat niet zo’n probleem, want dat waren allemaal excentrieke eigenheimers die zich op het podium leenden voor de meest malle fratsen. Daarna trok Zappa altijd wel mensen aan die voor het nodige amusement konden zorgen: de ex-Turtles (‘So Happy Together’) Mark Vollman en Howard Kaylan, de eerder genoemde Napoleon Murhy Brock en Ike Willis zijn daar de duidelijkste exponenten van.
Dat soort ‘stage clowns’ontbraken dit keer, al denk ik dat de imponerende blazer en toetsenvrouw Scheila Gonzalez, die eventjes los mocht gaan in een ‘waitress act’, dat wel in zich heeft.
Dweezil beloofde volgend jaar weer terug te komen. Ik zal er zeker weer bij zijn.
*********************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered. Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl |
||||
© 2007 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |