archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 5
11 oktober 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Onder de grond Theo Capel

0001 BZ Capel
In het tuincentrum waren ze bezig met de opbouw van een gigantische kerstuitstalling. We worden nu al rijp of murw gemaakt voor de feestdagen en de winterpret. De herfst slaan we maar gewoon over, of we maken er ook een feestje van met lichtjes in een uitgeholde pompoen met een grijns erin gesneden. Het seizoen van verval en afsterven moeten we maar gewoon negeren. Dat leidt slechts tot somberheid en de portemonnee op de knip houden.

De herfst houdt de mensen ook weg uit de volkstuin. De vaak optredende ochtendmist trekt maar in hun botten en in de huisjes wordt het klam. Maar ik vind het wel wat hebben om op mijn vouwstoeltje in de deuropening te zitten en te zien hoe de mist langzaam verandert in miezerige regen. De goudenregen kan niet kaler worden dan hij al was, maar de clethra heeft al zijn bladeren nog die zoals beloofd nu goudbruin verkleurd zijn. Het is de tint van een dure sigaar die je eigenlijk zou moeten opsteken om te zien hoe de slierten rook en mist zich traag vermengen. Zo’n herfstochtend vroeg in de tuin leidt tot aangename nikserigheid. Maar in alle tuinboeken staat dat nu het seizoen is aangebroken om planten en vooral bollen de grond in te doen.

Thuis heb ik een plattegrond van mijn tuin liggen met de bedoeling om alle nieuwe aankopen erop aan te tekenen. Het spoor van de tientallen witte hyacinten als scheiding tussen de bloemborder en de struiken dacht ik wel gewoon te kunnen onthouden. Toen ik een jaar later er evenwijdig aan blauwe druifjes wilde planten in de aanloop naar een kalm golvende wimpel van de Nederlandse driekleur, bleek al dat je niet alles kunt onthouden. Met mijn plantschepje doorboorde ik diverse hyacintbollen.
Dit jaar zijn lage, rode tulpen aan de beurt om de wimpel te vervolmaken. Misschien moet ik mijn geheugen eens na laten kijken, want ze gingen zonder andere bollen te beschadigen onder de aarde. Zou dat niet betekenen dat hun witte en blauwe verwanten verderop in een andere strook liggen? Of zijn ze nu verteerd? Wat gebeurt daar onder de grond? Het voorjaar zal straks uitkomst bieden.

Ook het is nu tijd het laatste stukje weiland om te spitten en te egaliseren ter voltooiing van het gazon dat ik in gedachten heb. Ik ben de eerste eigenaar van dit tuintje dat bij mijn entree nog geheel uit verwilderd grasland bestond met voor de veldbioloog vele interessante wilde planten tussen het gras. Planten die de volkstuinder gewoon onkruid noemt.
De tuin zag eruit als het kerkhof dat je bij elk historisch kerkje in Engeland aantreft. De grafstenen staan er min of meer verscholen in het opgeschoten gras. De betonplaat waarop nu mijn huisje staat, was daarvoor te groot, maar het scheelde niet veel.
Op vakantie in Engeland liet ik speciaal de tuinen om ideeën op te doen een keer links liggen om zo’n kerkhof te kunnen bezoeken.

In Minstead, een dorpje in het New Forest – aan de zuidkust tussen Southhampton en Bournemouth – staat niet zichtbaar vanaf de weg de kerk van de Allerheiligen. Het kerkje op zich is al aardig vanwege het opkamertje dat je erin vindt. Het werd speciaal gebouwd voor een rijke familie, met een schouw erin, zodat ze niet hoefden te kleumen in de kerk zelf en zo gerieflijk in hun eigen kamertje vanuit een makkelijke stoel naar dominee konden luisteren.
Op het kerkhof ligt Arthur Conan Doyle begraven, de schepper van Sherlock Holmes. Herbegraven moet je zeggen, en voor het eerst op een kerkhof. Voor die tijd had hij in zijn eigen tuin gelegen, dat wil zeggen dood en begraven en ook nog in staande positie. Doyle was op latere leeftijd overtuigd spiritist geworden en daar hoort blijkbaar bij dat je niet liggend, maar staand de grond in gaat. Dat helpt misschien om de geest beter op te laten stijgen naar het zwerk waar alle andere geesten ook een plekje hebben.
Zijn overtuiging leidde nog tot een hoop gedoe in Minstead, waar de Doyles een buiten hadden. De kerk gaf maar net toestemming en deelde hem zo een achterafplaatsje toe onder een oude eik. Het bleek nog moeilijk zoeken te zijn en mensen die denken een fraai grafmonument aan te treffen worden teleurgesteld. Er staat een onbeduidend granieten kruis op een steen waarop een plaquette zit met het opschrift ‘true steel, blade straight’, uit een gedicht van zijn mede-Schot R.L. Stevenson, wat zoiets betekent als dat Doyle uit één stuk was. Voor de oude eik schijn je op te moeten passen, want sinds Doyle er ligt is hij al twee maal getroffen door de bliksem. Zou het Gods toorn over zijn afvalligheid zijn?

Zou ik in mijn tuin begraven willen worden? Eerst maar eens ervoor zorgen dat alles in volle pracht en praal staat, denk ik bij mezelf onder het spitten. Op sommige plaatsen drijf ik de spa met enige aarzeling de grond in. De elektriciteitskabel naar mijn huisje moet hier ergens lopen. Ik ben er al eens in geslaagd de waterleiding lek te steken. Dus het elektra doorklieven moet ook kunnen. Je kan soms niet voorzichtig genoeg zijn, om te voorkomen dat mijn geest door een stroomstoot boven de tuin uitstijgt en ziet hoe in het nieuwe voorjaar zich een rood-wit-blauw lint van hyacinten, blauwe druifjes en tulpen langzaam vormt. Daar zou ik rechtop staand boven de grond het meest van genieten.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Onder de grond Theo Capel
0001 BZ Capel
In het tuincentrum waren ze bezig met de opbouw van een gigantische kerstuitstalling. We worden nu al rijp of murw gemaakt voor de feestdagen en de winterpret. De herfst slaan we maar gewoon over, of we maken er ook een feestje van met lichtjes in een uitgeholde pompoen met een grijns erin gesneden. Het seizoen van verval en afsterven moeten we maar gewoon negeren. Dat leidt slechts tot somberheid en de portemonnee op de knip houden.

De herfst houdt de mensen ook weg uit de volkstuin. De vaak optredende ochtendmist trekt maar in hun botten en in de huisjes wordt het klam. Maar ik vind het wel wat hebben om op mijn vouwstoeltje in de deuropening te zitten en te zien hoe de mist langzaam verandert in miezerige regen. De goudenregen kan niet kaler worden dan hij al was, maar de clethra heeft al zijn bladeren nog die zoals beloofd nu goudbruin verkleurd zijn. Het is de tint van een dure sigaar die je eigenlijk zou moeten opsteken om te zien hoe de slierten rook en mist zich traag vermengen. Zo’n herfstochtend vroeg in de tuin leidt tot aangename nikserigheid. Maar in alle tuinboeken staat dat nu het seizoen is aangebroken om planten en vooral bollen de grond in te doen.

Thuis heb ik een plattegrond van mijn tuin liggen met de bedoeling om alle nieuwe aankopen erop aan te tekenen. Het spoor van de tientallen witte hyacinten als scheiding tussen de bloemborder en de struiken dacht ik wel gewoon te kunnen onthouden. Toen ik een jaar later er evenwijdig aan blauwe druifjes wilde planten in de aanloop naar een kalm golvende wimpel van de Nederlandse driekleur, bleek al dat je niet alles kunt onthouden. Met mijn plantschepje doorboorde ik diverse hyacintbollen.
Dit jaar zijn lage, rode tulpen aan de beurt om de wimpel te vervolmaken. Misschien moet ik mijn geheugen eens na laten kijken, want ze gingen zonder andere bollen te beschadigen onder de aarde. Zou dat niet betekenen dat hun witte en blauwe verwanten verderop in een andere strook liggen? Of zijn ze nu verteerd? Wat gebeurt daar onder de grond? Het voorjaar zal straks uitkomst bieden.

Ook het is nu tijd het laatste stukje weiland om te spitten en te egaliseren ter voltooiing van het gazon dat ik in gedachten heb. Ik ben de eerste eigenaar van dit tuintje dat bij mijn entree nog geheel uit verwilderd grasland bestond met voor de veldbioloog vele interessante wilde planten tussen het gras. Planten die de volkstuinder gewoon onkruid noemt.
De tuin zag eruit als het kerkhof dat je bij elk historisch kerkje in Engeland aantreft. De grafstenen staan er min of meer verscholen in het opgeschoten gras. De betonplaat waarop nu mijn huisje staat, was daarvoor te groot, maar het scheelde niet veel.
Op vakantie in Engeland liet ik speciaal de tuinen om ideeën op te doen een keer links liggen om zo’n kerkhof te kunnen bezoeken.

In Minstead, een dorpje in het New Forest – aan de zuidkust tussen Southhampton en Bournemouth – staat niet zichtbaar vanaf de weg de kerk van de Allerheiligen. Het kerkje op zich is al aardig vanwege het opkamertje dat je erin vindt. Het werd speciaal gebouwd voor een rijke familie, met een schouw erin, zodat ze niet hoefden te kleumen in de kerk zelf en zo gerieflijk in hun eigen kamertje vanuit een makkelijke stoel naar dominee konden luisteren.
Op het kerkhof ligt Arthur Conan Doyle begraven, de schepper van Sherlock Holmes. Herbegraven moet je zeggen, en voor het eerst op een kerkhof. Voor die tijd had hij in zijn eigen tuin gelegen, dat wil zeggen dood en begraven en ook nog in staande positie. Doyle was op latere leeftijd overtuigd spiritist geworden en daar hoort blijkbaar bij dat je niet liggend, maar staand de grond in gaat. Dat helpt misschien om de geest beter op te laten stijgen naar het zwerk waar alle andere geesten ook een plekje hebben.
Zijn overtuiging leidde nog tot een hoop gedoe in Minstead, waar de Doyles een buiten hadden. De kerk gaf maar net toestemming en deelde hem zo een achterafplaatsje toe onder een oude eik. Het bleek nog moeilijk zoeken te zijn en mensen die denken een fraai grafmonument aan te treffen worden teleurgesteld. Er staat een onbeduidend granieten kruis op een steen waarop een plaquette zit met het opschrift ‘true steel, blade straight’, uit een gedicht van zijn mede-Schot R.L. Stevenson, wat zoiets betekent als dat Doyle uit één stuk was. Voor de oude eik schijn je op te moeten passen, want sinds Doyle er ligt is hij al twee maal getroffen door de bliksem. Zou het Gods toorn over zijn afvalligheid zijn?

Zou ik in mijn tuin begraven willen worden? Eerst maar eens ervoor zorgen dat alles in volle pracht en praal staat, denk ik bij mezelf onder het spitten. Op sommige plaatsen drijf ik de spa met enige aarzeling de grond in. De elektriciteitskabel naar mijn huisje moet hier ergens lopen. Ik ben er al eens in geslaagd de waterleiding lek te steken. Dus het elektra doorklieven moet ook kunnen. Je kan soms niet voorzichtig genoeg zijn, om te voorkomen dat mijn geest door een stroomstoot boven de tuin uitstijgt en ziet hoe in het nieuwe voorjaar zich een rood-wit-blauw lint van hyacinten, blauwe druifjes en tulpen langzaam vormt. Daar zou ik rechtop staand boven de grond het meest van genieten.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2