archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 15 Jaargang 4 7 juni 2007 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
Autobiografisch | Hans Knegtmans | |||
Zodiac, van regisseur David Fincher, is een film over een seriemoordenaar, net als zijn beroemde Se7en, uit 1995. Wie op grond daarvan een overmaat aan actie en wurgende spanning verwacht komt van een koude kermis thuis. In het begin ziet het daar niet naar uit. In 1969 maken een tiener en een overspelig, getrouwd kindvrouwtje een avondlijke rit in haar auto. Het is wel duidelijk wat er op het programma staat. Ook duidelijk is dat een enge moordenaar het op hen gemunt heeft. De aanslag is kort maar heftig.
Verderop in de film zien we de dader nog een paar keer aan het werk, zij het dat zijn gezicht steeds buiten beeld blijft. Maar die scènes beslaan in totaal nog geen half uur. Dus de resterende 130(!) minuten worden logischerwijs aan iets anders besteed. Bijvoorbeeld aan het ontcijferen van de code in de brieven die de moordenaar stuurt aan The San Francisco Chronicle. Twee van de drie hoofdpersonen verdienen hun brood bij die krant. Sterverslaggever Paul Avery (fantastische rol van Robert Downey Jr.) covert de misdaden en het politieonderzoek, Robert Graysmith (Jake Gyllenhaal, bekend als de mooie jongen in Brokeback Mountain) is cartoonist, maar raakt net als Avery gebiologeerd door het getreiter van de moordenaar. Het onderzoeksteam van de politie wordt geleid door rechercheur David Toschi (Mark Ruffalo, als een minder shabby reïncarnatie van inspecteur Columbo, en uiteraard zonder diens glazen oog).
Het duurt een tijdje voor het de kijker opvalt dat de regisseur wel erg gedetailleerd het onderzoek in beeld brengt. Of liever gezegd, de personages laat praten over wat er mogelijk aan de hand is, hen het bewijsmateriaal laat evalueren, hen overeenkomsten en verschillen tussen de moorden in kaart laat brengen. Maar, denkt de toeschouwer in zijn onschuld, des te groter zal de voldoening zijn dat straks deze inspanningen zich zullen uitbetalen, en dat in een enerverende klopjacht de dader in de kraag wordt gevat.
Om teleurstelling te voorkomen wil ik hier verklappen dat de film is gebaseerd op twee boeken van Robert Graysmith (de cartoonist dus), die het onderzoek naar de moorden tot in het kleinste detail heeft uitgevlooid. Graysmith houdt een vurig betoog over wie de seriemoordenaar wel ‘moet’ zijn en waarom, en hij legt uit dat de man kwam te overlijden voordat het onderzoek was afgerond. Regisseur Fincher heeft deze lezing trouwhartig overgenomen. Inclusief het onbevredigende eind van het onderzoek. Inclusief ook de uitpuilende dossierkasten waarop Graysmith zijn conclusie baseerde.
Door niet te selecteren in de bewijslast, overstelpt Fincher zijn publiek met wat in vaktaal information overload heet. De kijker kan de eindeloze stroom feitjes en filosofietjes niet aan. Dat Graysmith zijn boeken überhaupt kon uitgeven, had alles te maken met de beruchtheid van de moorden in de jaren zeventig. Als een andere auteur dit verhaal als fictie had gepresenteerd, had de uitgever hem vierkant uitgelachen. Een paar moorden, gevolgd door honderden pagina’s dodelijk saai onderzoek, dat niet eens resulteert in een ontmaskering van de dader? Kom nou! Denk je dat de lezers dat pikken?
Compositorisch mag Zodiac dan een mislukking zijn, dat betekent zeker niet dat u er met een grote boog omheen moet lopen. De drie hoofdrolspelers zijn een genot om naar te kijken en de toeschouwer deelt hun frustratie. Verder brengt Fincher schitterend het San Francisco uit de vroege jaren zeventig in beeld. Pas na afloop beseft de kijker hoezeer de regisseur hem, met de beste bedoelingen, in de boot heeft genomen.
Lasse Hallström heeft bepaald niet de reputatie van grensverleggend filmmaker. En hij draagt ontegenzeggelijk de verantwoordelijkheid voor het romantische Libelle-drama Chocolat. Met The Hoax echter rehabiliteert hij zich in één klap voor alle eventuele beoordelingsfouten uit het verleden. Een zo intelligente, genuanceerde film kan alleen gemaakt worden door iemand die zijn vak verstaat en dit met liefde beoefent.
Opmerkelijk genoeg speelt de film zich ruwweg in dezelfde periode af als Zodiac, namelijk 1971. De hoofdpersoon heet dit keer niet Robert Graysmith, maar Clifford Irving. Deze werkelijk bestaande schrijver heeft één niet bijzonder meeslepende documentaire over een kunstvervalser op zijn naam staan, maar zijn volgende project, een roman, wordt getorpedeerd door de grote baas van uitgever McGraw-Hill.
Irving zint op een mogelijkheid zijn grootsheid als schrijver te etaleren, en krijgt een even geniale als onuitvoerbare inval. Hij stapt opnieuw het imposante uitgeverskantoor binnen en deelt met gepaste trots mee dat miljardair Howard Hughes persoonlijk hem geautoriseerd heeft zijn memoires te schrijven. Natuurlijk gelooft niemand hem. Hughes had altijd al een gloeiende hekel aan publiciteit en verscheen vrijwel nooit in het openbaar. En nu zal deze beroemdheid, die nota bene president Richard Nixon persoonlijk kent, een tweederangs schrijver een opdracht hebben toevertrouwd waarmee hij eens en voor altijd zijn privé-leven in de openbaarheid brengt?
Jazeker, zegt Irving, en toont een, door hemzelf geschreven, brief van de grote man. Deskundigen buigen zich over het document en bestuderen zowel handschrift als het taalgebruik. Ze kunnen niet anders dan concluderen dat het schrijven authentiek is. Irving heeft voorbeeldig zijn huiswerk gedaan. Het is duidelijk dat het bedrog ooit zal uitkomen, maar Irving weet met onvoorstelbare creativiteit dit moment steeds uit te stellen.
Richard Gere, een even onwaarschijnlijke kandidaat voor de rol van oplichter als Hallström voor de regie, is uitzonderlijk goed op dreef. Hij is uitgedost met zwart haar en wat de regisseur kennelijk voor een Joodse neus hield. Zijn normale sophisticated verschijning die hem als acteur beroemd maakte, heeft hij ingeruild voor een enigszins volkse gewiekstheid, waardoor het, met wat fantasie, denkbaar is dat de tycoon in een van zijn dwarse buien juist hem zou uitkiezen voor dit bizarre project.
Hoewel de toon van de film steeds opgewekt blijft en de scenarist een aantal sterke grappen heeft ingebouwd, laat Hallström er geen twijfel over bestaan dat de leugenachtige Irving niet alleen de uitgeverswereld bedondert. Al doende spant hij zonder veel scrupules zijn boezemvriend Dick (Alfred Molina, die een even indrukwekkende acteerprestatie levert) en zijn vrouw (Marcia Gay Harden) voor zijn karretje. Het ergst bedondert hij natuurlijk zichzelf. Het is bijna ongepast dat immoreel en onverantwoordelijk gedrag van deze omvang zo’n innemende film kan opleveren.
************************************************
Weer eens wat anders: een boek over Doolhoven&Labyrinthen.
Bestel het via www.doolhoven.nl .
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472 |
||||
© 2007 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |