archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 4
7 juni 2007
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Op stap met Elsschot Frits Hoorweg

0415 Elschot
We gingen naar Antwerpen om de 125e geboortedag van Willem Elsschot luister bij te zetten. De aankomst met de trein was in die stad altijd al een feest, maar sinds de verbouwing van het station is het een happening. Het is om te beginnen niet meer in alle gevallen nodig in Berchem over te stappen. Eens in het uur is er een doorgaande trein naar Brussel die via Antwerpen Centraal rijdt, dat daarmee geen kopstation meer is. Om die ingrijpende verandering te bewerkstelligen heeft men in de grond, op twee niveaus, ruimte gemaakt voor de doorgaande lijnen.
Men heeft daarvoor een werkelijk wonderschone constructie bedacht. De klassieke glazen overkapping zorgt zelfs op niveau min 2 voor daglicht. Indien voorhanden natuurlijk, maar het was een zonnige dag dus daarover hadden wij niet te klagen. De reizigers stijgen op en dalen af op reusachtige roltrappen, waarvan die tussen niveau min 1 en de begane grond halverwege even horizontaal loopt, waardoor er een weldadige rust op de reiziger neerdaalt. Tenminste voorzover die het vermogen heeft daarvan te genieten. Want naar het schijnt is er enige ontevredenheid over de capaciteit en de snelheid van de roltrappen. Ze zijn weliswaar sierlijk en rank maar brengen het reisvolk in het spitsuur niet snel genoeg naar de aansluitende trein.

Enigszins ontregeld door het feit dat vernieuwing blijkbaar niet àltijd achteruitgang hoeft te betekenen liepen we naar de Groenplaats, waar we neerstreken op het terras van café Rubenshof. Volgens de Wandelgids Antwerpen Boekenstad (Tom Naegels) was dit een van de stamkroegen van Alfons de Ridder, alias Willem Elsschot. Ten bewijze daarvan is zijn portret er vereeuwigd in glas in lood. Enkele uren later, vol van onze eigen diepzinnige beschouwingen en van de vele pintjes die we naar binnen hadden gegoten, werd het hoog tijd ‘iets te gaan doen’. Zonder dat het veel tegenspraak uitlokte (‘Jij bent de deskundige.’) leidde ik het gezelschap door de Kloosterstraat. Deze speelt een belangrijke rol in de novelle Het Dwaallicht. De hoofdpersoon van het boek helpt drie Afghaanse zeelui ene Maria van Dam te vinden. Die zou op nummer 15 wonen, maar daar blijkt ‘een winkel te zijn waar niets anders te koop is dan vogelkooien’. Althans in het boek, in werkelijkheid blijkt daar het Mercator-Orteliushuis te zijn, een rijke patriciërswoning uit 1547. Er is nu een informatiecentrum voor archeologie en monumentenzorg in gevestigd.

Via een aantal minder opwindende straten liepen we naar ons volgende doel: het Mechelse Plein. Daar staat namelijk een monument van Elsschot. In zittende houding bekijkt hij de wereld op zijn bekende gemelijke manier. We hadden het geluk dat de Stad Antwerpen vanwege die 125e geboortedag een uitstalling van formaat rond dat monument heeft laten aanbrengen. De integrale tekst van Het Dwaallicht is afgedrukt op schermen die kunstig neer zijn gezet, zodat men het hele boek ronddrentelend kan herlezen. Ik kreeg sterk de indruk dat sommige mensen dat inderdaad deden. Wij streken maar weer eens op een terras neer en namen de passages tot ons die daar in het zicht waren. En toen bleek maar weer hoe leuk het is om zo’n tekst, die je dacht te kunnen dromen, weer stukje bij beetje tot je te nemen. Toen de pintjes er weer in zaten hebben we het geheel nog maar eens bezichtigd, inclusief de foto’s van de auteur, de tekeningen die bij z’n werk zijn gemaakt en de loftuitingen van andere auteurs.

Wie al dat eerbetoon zwaar op de maag ligt zal misschien vreugde beleven aan de mening van Ida de Ridder over haar vader. Kort geleden was ze uitgebreid aan het woord in een tv-programma over Elsschot. In de familiekring was vader blijkbaar niet het toppunt van gezelligheid (zou er iemand zijn die zijn vader wel zo zou karakteriseren?) en de kinderen waren totaal onbekend met het bestaan van de schrijver Willem Elsschot. Dieptepunt was voor haar blijkbaar het gebruik van haar naam in de roman Kaas. Ik heb het er nog eens op nagelezen en moet zeggen: als zij de Ida is die daar wordt opgevoerd komt ze er nog niet zo slecht af. Maar anderszins kan ik mij voorstellen dat het je onaangenaam treft je naam in een boek van je vaders hand aan te treffen.
Wat ik heel typisch vind is dat dezelfde Ida de Ridder als een kloek waakt over zijn literaire erfenis, terwijl ze hem als hij nog in leven was wel zou kunnen vermoorden. Ach wat een treurigheid. Nee, geef mij dan Jan Maniewski (Tsjip) maar, die na het voorlezen van een paar regels uit ‘zijn’ boek een traan wegpinkt en met een brok in de keel zegt: ‘Dat was mijn opa.’
 
We eindigden onze tocht waar we hem begonnen, bij het Centraal Station. Elsschot heeft het nog zien bouwen. Het werd in 1905 voltooid. De aanblik van buiten af is ongeveer zoals hij was tijdens het leven van de schrijver. Binnen zou hij waarschijnlijk moeite hebben zich te oriënteren.
 
De illustratie is een bewerking van: www.destadvanelsschot.be .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472
 
 


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Op stap met Elsschot Frits Hoorweg
0415 Elschot
We gingen naar Antwerpen om de 125e geboortedag van Willem Elsschot luister bij te zetten. De aankomst met de trein was in die stad altijd al een feest, maar sinds de verbouwing van het station is het een happening. Het is om te beginnen niet meer in alle gevallen nodig in Berchem over te stappen. Eens in het uur is er een doorgaande trein naar Brussel die via Antwerpen Centraal rijdt, dat daarmee geen kopstation meer is. Om die ingrijpende verandering te bewerkstelligen heeft men in de grond, op twee niveaus, ruimte gemaakt voor de doorgaande lijnen.
Men heeft daarvoor een werkelijk wonderschone constructie bedacht. De klassieke glazen overkapping zorgt zelfs op niveau min 2 voor daglicht. Indien voorhanden natuurlijk, maar het was een zonnige dag dus daarover hadden wij niet te klagen. De reizigers stijgen op en dalen af op reusachtige roltrappen, waarvan die tussen niveau min 1 en de begane grond halverwege even horizontaal loopt, waardoor er een weldadige rust op de reiziger neerdaalt. Tenminste voorzover die het vermogen heeft daarvan te genieten. Want naar het schijnt is er enige ontevredenheid over de capaciteit en de snelheid van de roltrappen. Ze zijn weliswaar sierlijk en rank maar brengen het reisvolk in het spitsuur niet snel genoeg naar de aansluitende trein.

Enigszins ontregeld door het feit dat vernieuwing blijkbaar niet àltijd achteruitgang hoeft te betekenen liepen we naar de Groenplaats, waar we neerstreken op het terras van café Rubenshof. Volgens de Wandelgids Antwerpen Boekenstad (Tom Naegels) was dit een van de stamkroegen van Alfons de Ridder, alias Willem Elsschot. Ten bewijze daarvan is zijn portret er vereeuwigd in glas in lood. Enkele uren later, vol van onze eigen diepzinnige beschouwingen en van de vele pintjes die we naar binnen hadden gegoten, werd het hoog tijd ‘iets te gaan doen’. Zonder dat het veel tegenspraak uitlokte (‘Jij bent de deskundige.’) leidde ik het gezelschap door de Kloosterstraat. Deze speelt een belangrijke rol in de novelle Het Dwaallicht. De hoofdpersoon van het boek helpt drie Afghaanse zeelui ene Maria van Dam te vinden. Die zou op nummer 15 wonen, maar daar blijkt ‘een winkel te zijn waar niets anders te koop is dan vogelkooien’. Althans in het boek, in werkelijkheid blijkt daar het Mercator-Orteliushuis te zijn, een rijke patriciërswoning uit 1547. Er is nu een informatiecentrum voor archeologie en monumentenzorg in gevestigd.

Via een aantal minder opwindende straten liepen we naar ons volgende doel: het Mechelse Plein. Daar staat namelijk een monument van Elsschot. In zittende houding bekijkt hij de wereld op zijn bekende gemelijke manier. We hadden het geluk dat de Stad Antwerpen vanwege die 125e geboortedag een uitstalling van formaat rond dat monument heeft laten aanbrengen. De integrale tekst van Het Dwaallicht is afgedrukt op schermen die kunstig neer zijn gezet, zodat men het hele boek ronddrentelend kan herlezen. Ik kreeg sterk de indruk dat sommige mensen dat inderdaad deden. Wij streken maar weer eens op een terras neer en namen de passages tot ons die daar in het zicht waren. En toen bleek maar weer hoe leuk het is om zo’n tekst, die je dacht te kunnen dromen, weer stukje bij beetje tot je te nemen. Toen de pintjes er weer in zaten hebben we het geheel nog maar eens bezichtigd, inclusief de foto’s van de auteur, de tekeningen die bij z’n werk zijn gemaakt en de loftuitingen van andere auteurs.

Wie al dat eerbetoon zwaar op de maag ligt zal misschien vreugde beleven aan de mening van Ida de Ridder over haar vader. Kort geleden was ze uitgebreid aan het woord in een tv-programma over Elsschot. In de familiekring was vader blijkbaar niet het toppunt van gezelligheid (zou er iemand zijn die zijn vader wel zo zou karakteriseren?) en de kinderen waren totaal onbekend met het bestaan van de schrijver Willem Elsschot. Dieptepunt was voor haar blijkbaar het gebruik van haar naam in de roman Kaas. Ik heb het er nog eens op nagelezen en moet zeggen: als zij de Ida is die daar wordt opgevoerd komt ze er nog niet zo slecht af. Maar anderszins kan ik mij voorstellen dat het je onaangenaam treft je naam in een boek van je vaders hand aan te treffen.
Wat ik heel typisch vind is dat dezelfde Ida de Ridder als een kloek waakt over zijn literaire erfenis, terwijl ze hem als hij nog in leven was wel zou kunnen vermoorden. Ach wat een treurigheid. Nee, geef mij dan Jan Maniewski (Tsjip) maar, die na het voorlezen van een paar regels uit ‘zijn’ boek een traan wegpinkt en met een brok in de keel zegt: ‘Dat was mijn opa.’
 
We eindigden onze tocht waar we hem begonnen, bij het Centraal Station. Elsschot heeft het nog zien bouwen. Het werd in 1905 voltooid. De aanblik van buiten af is ongeveer zoals hij was tijdens het leven van de schrijver. Binnen zou hij waarschijnlijk moeite hebben zich te oriënteren.
 
De illustratie is een bewerking van: www.destadvanelsschot.be .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472
 
 
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2