archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 4
29 maart 2007
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Voor niks en toch zeker niet gratis Theo Capel

0411BZ Tuin
In maart gaan veel kwekerijen weer open voor het publiek. Zo was ik onderweg naar de Hessenhof in Ede, waar ze de witte, gevulde bosanemoon (anemone nemorosa 'Vestal') hadden, de variant met het witte in plaats van het gele hartje. Bij een andere kweker hadden ze me vorig seizoen moeten teleurstellen en toen de Hessenhof aangeprezen. Daar zou ik zeker slagen. Op de fiets op de smalle weg buiten Ede, tussen de landerijen, overviel me twijfel toen ik een gierwagen in de verte zag. 'Je wordt altijd overreden door een strontkar', zeiden ze bij mij thuis. Ze bedoelden het figuurlijk, maar hier dreigde het letterlijk. Voordat ik was afgestapt, stond de trekker met de grote tank achter zich stil, maar werd er een grote slang aangekoppeld, die de doorgang bijna helemaal versperde.

Pas toen ik dichtbij was, zag ik dat er ook nog twee honden bij de trekker rondhingen. De een was een Deense dog en de ander was ook niet echt klein. Met de fiets aan de hand naderde ik het tafereeltje en zag toen dat de honden bij een mevrouw hoorden die achter een afrastering iets onduidelijk aan het doen was.
'Ze doen niets,' riep ze me toe, de kreet die alle hondeneigenaren voor in de mond ligt. Bovendien was ze door de afrastering van haar lievelingen gescheiden en kon ze zo niet ingrijpen.
De beesten vonden het om te beginnen noodzakelijk om me serieus te besnuffelen. Toen ik weer op de fiets was gestapt, renden ze opgewekt achter me aan. Dat zei ik tenminste tegen mezelf en ik hoopte dat ik hun stemming goed had gepeild. Hun bazin stond zich de longen uit het lijf te commanderen, maar even leek het er op dat ik met twee honden thuis zou komen, misschien ook hangend aan mijn kuiten.
De honden bonden mijn aandacht nogal, zodat ik het meisje op het paard pas zag toen ik er al ongeveer naast reed. Er was ruimte zat om te passeren, behalve dat het beest ging steigeren.
'Hij schrok van het geritsel van het tasje aan uw stuur,' riep het meisje dat verder al haar krachten nodig had om het beest in het gareel te krijgen.

Het verbaasde me niets dat in vak S van de kwekerij vele soorten anemonen stonden, behalve de 'Vestal'. 'Op,' was de boodschap, maar misschien toch ook niet. Ik werd naar een paar kisten geleid waarin potjes stonden met anemonen die nog nauwelijks in de knop zaten. De kweker wist niet zeker wat hij hier had, maar ik kon het erop wagen dat het de 'Vestal' was. Om met lege handen – en een ritselend tasje – terug te keren, vond ik niets en zo nam ik het risico dat er straks gewone bosanemonen in mijn tuin groeien. Ook een vriendelijk plantje overigens.

Naast de kisten met anemonen stond een bak met exemplaren van een plantje dat in mijn vorige tuin elk voorjaar tijdelijk bijna de hele border bedekte. Opeens was het er en vrij snel daarna ook weer verdwenen. Ik mocht de roze buisbloemetjes wel en ook de frisgroene, fijnlobbige bladeren van de vingerhelmbloem of voorjaarshelmbloem (corydalis solida). Hier stond het me weer aan te staren, maar nu moest ik ervoor betalen. In mijn vorige tuin waren ze vermoedelijk ooit aan komen waaien. Betalen voor iets dat je gewend bent gratis te krijgen, doet pijn, maar de kweker kan niet van de wind leven. Het is wel te hopen dat de corydalis zich in mijn volkstuin net zo graag uitzaait als weleer.

De gedachte is dat ik ooit in de tuin in een stoel kan hangen zonder elk moment overeind te komen om een karweitje te verrichten dat roept om gedaan te worden. Lekker in het zonnetje met een boek zal voorlopig wel een droom blijven, maar ik heb in ieder geval Tuin in de branding (Gianotten, € 25,-) klaar liggen. Het is een kloek boek vol verhalen, liedjes en verzen van een groepje literaire liefhebbers van de volkstuin. Onder aanvoering van Lien Heyting, kunstredacteur van NRC Handelsblad, publiceerde de groep in het blaadje van de Amsterdamse volkstuinvereniging Nieuw Vredelust. Indertijd gebeurde dat onder tuingeoriënteerde pseudoniemen als Jan Salie en Stijn Staak, maar in deze boekvorm is men voor zijn echte naam uitgekomen.

Tuin in de branding is, net als een ouderwets vakantieboek voor de jeugd, een boek om in je huisje te hebben liggen om met regelmaat ter hand te nemen. Voorlopig beperkte ik me tot de geestige feuilleton van L.S. Zeeman (Lien Heyting) over de belevenissen in de jaren vijftig in de stadstuin van een verlaten vrouw met een zeel kinderen. Het hele boek is naar de titel van dit feuilleton genoemd. De zesendertig afleveringen stammen uit de periode september 1987 tot december 1993. En ook las ik alvast Een slechte inborst, een van de bijdragen van Maarten ’t Hart (Cor de Niet) over een ingenieuze manier de lust tot stelen uit een andermans moestuin te beteugelen, waarin ook het mooie woord ‘hazengrauwen’ staat, een aanduiding die voor de dageraad wordt gebruikt. Misschien dat in een ander stuk wel ‘tweeduuster’ voorkomt. Maar eerst maar eens met een plank de aarde voor het gazon verder egaliseren, of afreien zoals de volkstuinder hoort te zeggen.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Voor niks en toch zeker niet gratis Theo Capel
0411BZ Tuin
In maart gaan veel kwekerijen weer open voor het publiek. Zo was ik onderweg naar de Hessenhof in Ede, waar ze de witte, gevulde bosanemoon (anemone nemorosa 'Vestal') hadden, de variant met het witte in plaats van het gele hartje. Bij een andere kweker hadden ze me vorig seizoen moeten teleurstellen en toen de Hessenhof aangeprezen. Daar zou ik zeker slagen. Op de fiets op de smalle weg buiten Ede, tussen de landerijen, overviel me twijfel toen ik een gierwagen in de verte zag. 'Je wordt altijd overreden door een strontkar', zeiden ze bij mij thuis. Ze bedoelden het figuurlijk, maar hier dreigde het letterlijk. Voordat ik was afgestapt, stond de trekker met de grote tank achter zich stil, maar werd er een grote slang aangekoppeld, die de doorgang bijna helemaal versperde.

Pas toen ik dichtbij was, zag ik dat er ook nog twee honden bij de trekker rondhingen. De een was een Deense dog en de ander was ook niet echt klein. Met de fiets aan de hand naderde ik het tafereeltje en zag toen dat de honden bij een mevrouw hoorden die achter een afrastering iets onduidelijk aan het doen was.
'Ze doen niets,' riep ze me toe, de kreet die alle hondeneigenaren voor in de mond ligt. Bovendien was ze door de afrastering van haar lievelingen gescheiden en kon ze zo niet ingrijpen.
De beesten vonden het om te beginnen noodzakelijk om me serieus te besnuffelen. Toen ik weer op de fiets was gestapt, renden ze opgewekt achter me aan. Dat zei ik tenminste tegen mezelf en ik hoopte dat ik hun stemming goed had gepeild. Hun bazin stond zich de longen uit het lijf te commanderen, maar even leek het er op dat ik met twee honden thuis zou komen, misschien ook hangend aan mijn kuiten.
De honden bonden mijn aandacht nogal, zodat ik het meisje op het paard pas zag toen ik er al ongeveer naast reed. Er was ruimte zat om te passeren, behalve dat het beest ging steigeren.
'Hij schrok van het geritsel van het tasje aan uw stuur,' riep het meisje dat verder al haar krachten nodig had om het beest in het gareel te krijgen.

Het verbaasde me niets dat in vak S van de kwekerij vele soorten anemonen stonden, behalve de 'Vestal'. 'Op,' was de boodschap, maar misschien toch ook niet. Ik werd naar een paar kisten geleid waarin potjes stonden met anemonen die nog nauwelijks in de knop zaten. De kweker wist niet zeker wat hij hier had, maar ik kon het erop wagen dat het de 'Vestal' was. Om met lege handen – en een ritselend tasje – terug te keren, vond ik niets en zo nam ik het risico dat er straks gewone bosanemonen in mijn tuin groeien. Ook een vriendelijk plantje overigens.

Naast de kisten met anemonen stond een bak met exemplaren van een plantje dat in mijn vorige tuin elk voorjaar tijdelijk bijna de hele border bedekte. Opeens was het er en vrij snel daarna ook weer verdwenen. Ik mocht de roze buisbloemetjes wel en ook de frisgroene, fijnlobbige bladeren van de vingerhelmbloem of voorjaarshelmbloem (corydalis solida). Hier stond het me weer aan te staren, maar nu moest ik ervoor betalen. In mijn vorige tuin waren ze vermoedelijk ooit aan komen waaien. Betalen voor iets dat je gewend bent gratis te krijgen, doet pijn, maar de kweker kan niet van de wind leven. Het is wel te hopen dat de corydalis zich in mijn volkstuin net zo graag uitzaait als weleer.

De gedachte is dat ik ooit in de tuin in een stoel kan hangen zonder elk moment overeind te komen om een karweitje te verrichten dat roept om gedaan te worden. Lekker in het zonnetje met een boek zal voorlopig wel een droom blijven, maar ik heb in ieder geval Tuin in de branding (Gianotten, € 25,-) klaar liggen. Het is een kloek boek vol verhalen, liedjes en verzen van een groepje literaire liefhebbers van de volkstuin. Onder aanvoering van Lien Heyting, kunstredacteur van NRC Handelsblad, publiceerde de groep in het blaadje van de Amsterdamse volkstuinvereniging Nieuw Vredelust. Indertijd gebeurde dat onder tuingeoriënteerde pseudoniemen als Jan Salie en Stijn Staak, maar in deze boekvorm is men voor zijn echte naam uitgekomen.

Tuin in de branding is, net als een ouderwets vakantieboek voor de jeugd, een boek om in je huisje te hebben liggen om met regelmaat ter hand te nemen. Voorlopig beperkte ik me tot de geestige feuilleton van L.S. Zeeman (Lien Heyting) over de belevenissen in de jaren vijftig in de stadstuin van een verlaten vrouw met een zeel kinderen. Het hele boek is naar de titel van dit feuilleton genoemd. De zesendertig afleveringen stammen uit de periode september 1987 tot december 1993. En ook las ik alvast Een slechte inborst, een van de bijdragen van Maarten ’t Hart (Cor de Niet) over een ingenieuze manier de lust tot stelen uit een andermans moestuin te beteugelen, waarin ook het mooie woord ‘hazengrauwen’ staat, een aanduiding die voor de dageraad wordt gebruikt. Misschien dat in een ander stuk wel ‘tweeduuster’ voorkomt. Maar eerst maar eens met een plank de aarde voor het gazon verder egaliseren, of afreien zoals de volkstuinder hoort te zeggen.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2