archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 4
15 maart 2007
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Kunstrijden op de schaats Katharina Kouwenhoven

0410VG TV
Hoewel ik het afgelopen weekend (2, 3 en 4 maart j.l.) weer uitbundig genoten heb van de laatste wereldbekerwedstrijd hardrijden op de schaats, ben ik ook een groot liefhebber van kunstrijden, een Olympisch onderdeel van de schaatssport waarin ook Europese en Wereldkampioenschappen gehouden worden. Eigenlijk heeft het met sport niet veel te maken. Er is weliswaar een competitie en de deelnemers beschikken stuk voor stuk over een groot atletisch vermogen, maar die kunstrijderij bestaat verder uit zoveel oneigenlijke elementen, dat ik het vooral beschouw als vertier. Een ijsrevue, eigenlijk.

Het voornaamste probleem is dat de uitslag van een kunstrijwedstrijd bepaald wordt door een jury. Als de uitslag van een wedstrijd niet objectief bepaald kan worden is er wat mij betreft geen sprake van een echte sport. Jurybeoordelingen zijn per definitie subjectief, we weten niets van de betrouwbaarheid van die beoordelingen, er kan behoorlijk gesjoemeld worden en die jury’s zijn conservatief. In hoeverre zijn die juryleden het eigenlijk onderling met elkaar eens? De cijfers van de verschillende juryleden worden gemiddeld en als dat gemiddelde hoog of laag uitvalt betekent dat automatisch veel overeenstemming, anders kan het gemiddelde geen extreme waarde aannemen. Ligt het gemiddelde zo'n beetje in het midden, dan kan dat tot stand gekomen zijn op basis van cijfers die allemaal dicht bij dat gemiddelde liggen (veel overeenstemming), doch net zo goed het gevolg zijn van extreem hoge en extreem lage scores (helemaal geen overeenstemming). Hierover wordt ons echter nooit informatie verschaft.

Dat je eigenlijk niet met een sport te maken hebt, wordt verder benadrukt door de bizarre kledij van vooral de vrouwelijke deelnemers: flinterdunne niemendalletjes met ultra korte rokjes en veel glimmers en glitters en ogenschijnlijk veel bloot. Dat laatste is slechts schijn, want de dames zijn van top tot teen gehuld in een vleeskleurige kous, waar dat schijnbare bloot mee bedekt is. Jakkes! Het heeft iets weg van de outfit van vrouwelijke ballroom dansers. Je kunt ook wereldkampioen ballroom dansen worden, maar dat beschouwt niemand als een sport. Zo zie je maar weer hoe willekeurig het allemaal is. Dragen de dames van de foxtrot en de tango elegante hooggehakte voetbedekkingen, de kunstrijders en -sters moeten het doen met die lompe kunstschaatsen met hoge schoenen. Voor de heren bestaan zwarte exemplaren, maar voor de dames blijken die er maar in twee kleuren te zijn: wit en vleeskleur. Uitgerekend kleuren, waardoor hun voeten op horrelvoeten gaan lijken. Maar waarom kunnen die schoenen niet geverfd worden in de kleuren van hun flodderjurkjes?

Van 22 - 28 januari j.l. werd het Europees kampioenschap kunstrijden gehouden in Warschau. Op de publieke zenders krijg je daar niet veel van te zien, maar Eurosport was zo vriendelijk het praktisch integraal uit te zenden. Nu worden de uitzendingen van Eurosport frequent hinderlijk onderbroken door reclames, maar als je uren naar kunstrijden kunt kijken neem je dat op de koop toe. Kunstrijden kent vier disciplines: kunstrijden voor mannen, kunstrijden voor vrouwen, kunstrijden voor paren en ijsdansen voor paren. Vooral dat laatste is een verbazingwekkend onderdeel, want alles dat bij de andere onderdelen wordt gehonoreerd - zo vaak en zolang mogelijk met de benen van de vloer - is bij het ijsdansen verboden. IJsdansers mogen geen sprongen maken en de mannelijke helft van het duo mag zijn vrouwelijke partner wel liften, maar niet (boven zijn schouders) tillen. Onbegrijpelijke regels!

Afgezien van het ijsdansen gaat het er bij het kunstrijden om een aantal hoge sprongen te maken, waarbij je een paar maal om je lengte-as draait en die sprongen een beetje aan elkaar te breien met passencombinaties, pirouettes en zweefstanden. Allemaal op muziek, natuurlijk. De keuze van die muziek is vaak erbarmelijk en als dat niet zo is, is in ieder geval de akoestiek van de ijshal zodanig dat de muziek niet om aan te horen is.

Het merkwaardigste van deze ijspret is de grote eenvormigheid in de uitgevoerde bewegingen. Uit de danskunst weten we dat het aantal mogelijke bewegingen dat je met je lichaam kunt maken praktisch onbeperkt is. Dat die bewegingen uitgevoerd moeten worden op de schaats zal wel wat mogelijkheden uitschakelen, maar er moeten veel meer bewegingen mogelijk zijn dan nu gepresenteerd worden. In die sprongen met rotaties om de lengte-as zijn bijvoorbeeld maar vier of vijf variaties. Salto's, dubbelsalto's en salto's met een schroef zie je helemaal niet. Verder worden heel veel figuren uitgevoerd met gestrekte benen en armen, maar waarom niet zo nu en dan geflext of gehoekt? Dat geeft veel meer variatie. De dominante pas in de passencombinaties is met fladderende armen achteruit schaatsen. Dat is kennelijk het makkelijkste als je even moet bijkomen van zo'n driedubbele Axel. Maar het is zo voorspelbaar en vervelend. Die armen vormen toch al een ondergeschoven kindje; ze hangen er maar zo'n beetje bij of dienen om het evenwicht niet te verliezen. Dat er in die choreografie nooit iemand met iets nieuws komt, zal wel te maken hebben met het conservatisme van de jury, die dat niet waardeert. Het kost punten, dus: hup, nog maar een flip. Dat zelfde geldt voor die rare jurkjes. Deze keer was er één vrouwelijke deelneemster, die het gewaagd had haar baby doll thuis te laten en op te treden in een zwarte jumpsuit en met zwarte schaatsen aan. Wat een verademing.

Toch is het leuk om naar te kijken, vooral als je ook de mindere goden en godinnen in beeld krijgt. Dan zie je pas waar dat kunstrijden eigenlijk over gaat. Iedereen maakt grosso modo dezelfde bewegingen, maar er zijn enorme verschillen in de uitvoering van die bewegingen. Dat is zelfs voor een leek goed te zien, ook als iemand niet op de bips landt. Het lijkt eigenlijk een beetje op een talentenjacht, waarbij de kneusjes meteen worden afgevoerd (niet in de finale) en de 24 toppers meedoen voor de prijzen. We hebben ook een Nederlandse deelneemster, maar die haalt die finale nooit.

De mannen (jongens) zijn natuurlijk het interessantst, want die springen het hoogst. Als ze dat niet kunnen, zoeken ze meestal een meisje om mee samen te rijden. De meisjes - oeps - vallen het vaakst of raken met hun benen in de knoop, ook als ze het samen met een jongen doen. Bij de paren vormen de meisjes dus de zwakste schakel, al laat een jongen wel eens een enkele keer zijn partner bij het tillen uit zijn handen vallen of haar hoofd op het ijs bonken bij de dodenspiraal. Heel veel optredens zitten daarom vol met incidenten en dat verhoogt natuurlijk het kijkplezier. Vooral als het buiten koud is en de kruik Korenwijn op tafel staat.


© 2007 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Kunstrijden op de schaats Katharina Kouwenhoven
0410VG TV
Hoewel ik het afgelopen weekend (2, 3 en 4 maart j.l.) weer uitbundig genoten heb van de laatste wereldbekerwedstrijd hardrijden op de schaats, ben ik ook een groot liefhebber van kunstrijden, een Olympisch onderdeel van de schaatssport waarin ook Europese en Wereldkampioenschappen gehouden worden. Eigenlijk heeft het met sport niet veel te maken. Er is weliswaar een competitie en de deelnemers beschikken stuk voor stuk over een groot atletisch vermogen, maar die kunstrijderij bestaat verder uit zoveel oneigenlijke elementen, dat ik het vooral beschouw als vertier. Een ijsrevue, eigenlijk.

Het voornaamste probleem is dat de uitslag van een kunstrijwedstrijd bepaald wordt door een jury. Als de uitslag van een wedstrijd niet objectief bepaald kan worden is er wat mij betreft geen sprake van een echte sport. Jurybeoordelingen zijn per definitie subjectief, we weten niets van de betrouwbaarheid van die beoordelingen, er kan behoorlijk gesjoemeld worden en die jury’s zijn conservatief. In hoeverre zijn die juryleden het eigenlijk onderling met elkaar eens? De cijfers van de verschillende juryleden worden gemiddeld en als dat gemiddelde hoog of laag uitvalt betekent dat automatisch veel overeenstemming, anders kan het gemiddelde geen extreme waarde aannemen. Ligt het gemiddelde zo'n beetje in het midden, dan kan dat tot stand gekomen zijn op basis van cijfers die allemaal dicht bij dat gemiddelde liggen (veel overeenstemming), doch net zo goed het gevolg zijn van extreem hoge en extreem lage scores (helemaal geen overeenstemming). Hierover wordt ons echter nooit informatie verschaft.

Dat je eigenlijk niet met een sport te maken hebt, wordt verder benadrukt door de bizarre kledij van vooral de vrouwelijke deelnemers: flinterdunne niemendalletjes met ultra korte rokjes en veel glimmers en glitters en ogenschijnlijk veel bloot. Dat laatste is slechts schijn, want de dames zijn van top tot teen gehuld in een vleeskleurige kous, waar dat schijnbare bloot mee bedekt is. Jakkes! Het heeft iets weg van de outfit van vrouwelijke ballroom dansers. Je kunt ook wereldkampioen ballroom dansen worden, maar dat beschouwt niemand als een sport. Zo zie je maar weer hoe willekeurig het allemaal is. Dragen de dames van de foxtrot en de tango elegante hooggehakte voetbedekkingen, de kunstrijders en -sters moeten het doen met die lompe kunstschaatsen met hoge schoenen. Voor de heren bestaan zwarte exemplaren, maar voor de dames blijken die er maar in twee kleuren te zijn: wit en vleeskleur. Uitgerekend kleuren, waardoor hun voeten op horrelvoeten gaan lijken. Maar waarom kunnen die schoenen niet geverfd worden in de kleuren van hun flodderjurkjes?

Van 22 - 28 januari j.l. werd het Europees kampioenschap kunstrijden gehouden in Warschau. Op de publieke zenders krijg je daar niet veel van te zien, maar Eurosport was zo vriendelijk het praktisch integraal uit te zenden. Nu worden de uitzendingen van Eurosport frequent hinderlijk onderbroken door reclames, maar als je uren naar kunstrijden kunt kijken neem je dat op de koop toe. Kunstrijden kent vier disciplines: kunstrijden voor mannen, kunstrijden voor vrouwen, kunstrijden voor paren en ijsdansen voor paren. Vooral dat laatste is een verbazingwekkend onderdeel, want alles dat bij de andere onderdelen wordt gehonoreerd - zo vaak en zolang mogelijk met de benen van de vloer - is bij het ijsdansen verboden. IJsdansers mogen geen sprongen maken en de mannelijke helft van het duo mag zijn vrouwelijke partner wel liften, maar niet (boven zijn schouders) tillen. Onbegrijpelijke regels!

Afgezien van het ijsdansen gaat het er bij het kunstrijden om een aantal hoge sprongen te maken, waarbij je een paar maal om je lengte-as draait en die sprongen een beetje aan elkaar te breien met passencombinaties, pirouettes en zweefstanden. Allemaal op muziek, natuurlijk. De keuze van die muziek is vaak erbarmelijk en als dat niet zo is, is in ieder geval de akoestiek van de ijshal zodanig dat de muziek niet om aan te horen is.

Het merkwaardigste van deze ijspret is de grote eenvormigheid in de uitgevoerde bewegingen. Uit de danskunst weten we dat het aantal mogelijke bewegingen dat je met je lichaam kunt maken praktisch onbeperkt is. Dat die bewegingen uitgevoerd moeten worden op de schaats zal wel wat mogelijkheden uitschakelen, maar er moeten veel meer bewegingen mogelijk zijn dan nu gepresenteerd worden. In die sprongen met rotaties om de lengte-as zijn bijvoorbeeld maar vier of vijf variaties. Salto's, dubbelsalto's en salto's met een schroef zie je helemaal niet. Verder worden heel veel figuren uitgevoerd met gestrekte benen en armen, maar waarom niet zo nu en dan geflext of gehoekt? Dat geeft veel meer variatie. De dominante pas in de passencombinaties is met fladderende armen achteruit schaatsen. Dat is kennelijk het makkelijkste als je even moet bijkomen van zo'n driedubbele Axel. Maar het is zo voorspelbaar en vervelend. Die armen vormen toch al een ondergeschoven kindje; ze hangen er maar zo'n beetje bij of dienen om het evenwicht niet te verliezen. Dat er in die choreografie nooit iemand met iets nieuws komt, zal wel te maken hebben met het conservatisme van de jury, die dat niet waardeert. Het kost punten, dus: hup, nog maar een flip. Dat zelfde geldt voor die rare jurkjes. Deze keer was er één vrouwelijke deelneemster, die het gewaagd had haar baby doll thuis te laten en op te treden in een zwarte jumpsuit en met zwarte schaatsen aan. Wat een verademing.

Toch is het leuk om naar te kijken, vooral als je ook de mindere goden en godinnen in beeld krijgt. Dan zie je pas waar dat kunstrijden eigenlijk over gaat. Iedereen maakt grosso modo dezelfde bewegingen, maar er zijn enorme verschillen in de uitvoering van die bewegingen. Dat is zelfs voor een leek goed te zien, ook als iemand niet op de bips landt. Het lijkt eigenlijk een beetje op een talentenjacht, waarbij de kneusjes meteen worden afgevoerd (niet in de finale) en de 24 toppers meedoen voor de prijzen. We hebben ook een Nederlandse deelneemster, maar die haalt die finale nooit.

De mannen (jongens) zijn natuurlijk het interessantst, want die springen het hoogst. Als ze dat niet kunnen, zoeken ze meestal een meisje om mee samen te rijden. De meisjes - oeps - vallen het vaakst of raken met hun benen in de knoop, ook als ze het samen met een jongen doen. Bij de paren vormen de meisjes dus de zwakste schakel, al laat een jongen wel eens een enkele keer zijn partner bij het tillen uit zijn handen vallen of haar hoofd op het ijs bonken bij de dodenspiraal. Heel veel optredens zitten daarom vol met incidenten en dat verhoogt natuurlijk het kijkplezier. Vooral als het buiten koud is en de kruik Korenwijn op tafel staat.
© 2007 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2