archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 8 Jaargang 4 15 februari 2007 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Misdaadboeken | ||||
Seks en professoren | Theo Capel | |||
Er zijn broodschrijvers die er de pest in hebben dat begaafde amateurs zich zo nu en dan ook als auteur van misdaadromans manifesteren. Wat bezielt bijvoorbeeld een hoogleraar om in zijn vrije tijd een ‘detectiefje’ te schrijven en dan op zijn naamsbekendheid ook nog lezers bij een ‘echte’ auteur weg te kapen?
Jed Rubenfeld is zo’n voorbeeld van een hoogleraar die zijn creativiteit ook anders wilde uiten. Hij doceert aan Yale, een van de betere Amerikaanse universiteiten, het vakgebied constitutioneel recht, wat mij een onderwerp met een hoog gaapgehalte lijkt. Geen wonder dat je dan wel eens wat anders wilt.
Voor Moordduiding (Sijthoff, € 19,95) verdiepte Rubenfeld zich in de theorieën van de psychiaters Freud en Jung en in de historie van New York aan het begin van de 20e eeuw. Dat heeft geleid tot een interessant verhaal met een rommelige intrige. En natuurlijk kan een hoogleraar het niet nalaten een dik boek te schrijven. Een grote geest kan niet volstaan met een flutwerkje, hoewel Einstein juist een groot voorstander was van zoveel mogelijk simplificeren. De meeste hoogleraren genieten echter graag van hun eigen geluid. Moordduiding is in ieder geval meer dan 400 bladzijden dik.
Het verhaal begint eind augustus 1909 met de aankomst van Freud, Jung en Ferenczi in New York. Dat heeft Rubenfeld niet verzonnen. De drie psychiaters, waarvan Ferenczi verder geen rol speelt in het boek, behalve als volgeling van Freud, waren uitgenodigd voor een lezingencyclus op Clark University, een universiteit in Nieuw-Engeland, ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan ervan. De rector-magnificus had 27 geleerden van naam en faam uitgenodigd, die allen een eredoctoraat ontvingen. Freud was een van de belangrijkste gasten en zou vijf lezingen verzorgen, onder meer over hysterie, verdringing en droomduiding, waarover hij onder dezelfde titel een boek had gepubliceerd. De titel ‘Moordduiding’ is een woordspeling op Die Traumdeutung van Freud. In het Engels heet het The Interpretation of Murder.
Voor de aanhangers van de dieptepsychologie, zoals het werk van Freud en Jung wordt aangeduid, is de relatie tussen de twee mannen altijd een likkebaardend onderwerp geweest. Freud zag in Jung zijn opvolger en hoopte ook dat de christen Jung de psycho-analyse zou verlossen van het etiket ‘joodse wetenschap’ en het antisemitisme dat daarmee samenhing. Jung pleegde een klassieke vadermoord door zijn eigen weg te gaan en de vriendschap met Freud op te zeggen. Hun relatie die duurde van 1906 tot 1913, ligt vast in een uitgebreide correspondentie (164 brieven van Freud, 196 van Jung). Jarenlang stond de boekvorm ervan in mijn kast als gevolg van een impulsaankoop. Tot echt lezen kwam het nooit, maar nu ik het nodig had om te kunnen nagaan of Rubenfeld zich strikt aan de historie houdt of ‘factie’ schrijft, bleek het boek onvindbaar. Dokter Freud en dokter Jung zouden daar vermoedelijk een hoogstinteressante verklaring voor hebben gevonden, allebei van een andere aard en vermoedelijk ook allebei plausibel.
Voor Freud vormde seks de belangrijkste drijfveer voor de mens en was deze drijfveer ook de oorzaak van geestesstoornissen. Seks in sadistische vorm speelt de hoofdrol in Moordduiding, waarbij het thema uitputtend is verpakt in sfeerbeschrijving van en geschiedenisles over New York. Freud speelt slechts een kleine rol in het verhaal als een vriendelijke oude baas, hoewel hij in 1909 nog maar net begin 50 was. De rol van Jung is nog kleiner. Die wordt neergezet als een gekweld en gestoord persoon.
Rubenfeld geeft alle aandacht aan de verteller van het verhaal, de jonge arts Stratham Younger die in opdracht van Clark University Freud en zijn gezelschap begeleidt. Younger is een aankomend psychiater en geïnteresseerd in de psychoanalyse van Freud. Een wurgmoord op een meisje en een poging tot moord op een tweede meisje leidt tot betrokkenheid van de psychiaters in het verhaal. Younger moet het tweede slachtoffer weer geestelijk overeind helpen en praat hierover af en toe met Freud. Hij heeft het ook druk met het analyseren van het toneelpersonage Hamlet – eigenlijk had hij Shakespearegeleerde willen worden, maar zijn vader dwong hem tot een studie geneeskunde. Moet de lezer overigens hierin een verwijzing zien naar Rubenfeld zelf die liever misdaadboeken zou schrijven dan in saaie juristerij rond te wentelen?
Younger kan als lid van de hogere stand zich makkelijk bewegen in het milieu van Newyorkse kapitalisten waarin de sleutel tot de moordzaken is te vinden. Een politieman dient om ook de lagere klassen in het verhaal te betrekken. Enig lezersbedrog mag je Rubenfeld aan het eind verwijten of misschien moet je zeggen dat hij de ongelooflijke naïviteit van Younger niet goed weet over te dragen of juist verbergt.
De mooiste scène is een afdaling in een caisson dat wordt gebruikt bij de aanleg van de Manhattanbrug die inderdaad in 1909 af kwam. Een complot van drie geheide antisemieten om Freud monddood te maken is verder nogal een Fremdkörper in het verhaal dat regelmatig toch al alle kanten opgaat.
Door de vele historische faits divers is Moorduiding een aangenaam boek voor bij de kachel als de winteravonden toch nog over ons komen. Iets meer seks had van mij gemogen en iets minder professoren ook.
*****************************************************
Van 3/3 tot 28/5 Penguinparade in Museum Meermanno.
Laat op originele wijze weten wat uw favoriete penguinboek is.
Inzendingen naar: mijnpenguin@meermanno.nl
Nadere informatie op www.meermanno.nl |
||||
© 2007 Theo Capel | ||||
powered by CJ2 |