archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 8 Jaargang 4 15 februari 2007 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
De Leunstoel laat zich niet muilkorven! | Frits Hoorweg | |||
Laatst is mij gebleken dat ons internetmagazine voor rustige mensen al in 1915 op vrolijke wijze belachelijk werd gemaakt, en wel door P.G. Wodehouse in het boek Psmith Journalist. Ons blad heet in zijn boek Cosy Moments, ook een komische vondst van formaat. Het wordt volgeschreven door columnisten die ieder hun eigen ‘ gezellige moment’ onder woorden brengen. Althans dat doen ze als het boek begint. Kort daarna worden ze allemaal op non-actief gesteld. Het bewind wordt dan, vanwege oververmoeidheid van de hoofdredacteur, overgenomen door zijn plaatsvervanger en die laat zich assisteren door Rupert Psmith (let op: de P wordt niet uitgesproken).
Psmith was een van de vaste hoofdpersonen van Wodehouse voordat hij Jeeves en Bertram Wooster had ‘ontdekt’. Hij is ‘toevallig’ in New York als begeleider van de cricketheld Mike Jackson. Het goede werk dat hij bij Cosy Moments blijkt te kunnen doen ervaart hij als een roeping. Het is hem direct duidelijk dat het roer om moet. Er moet leven in de brouwerij komen. Hij vraagt een bokser zijn levensverhaal in eigen woorden op te schrijven en start een kruistocht tegen een anonieme huisjesmelker. Deze laat dat niet op zich zitten. Terwijl de tijdelijke hoofdredactie nog druk is met zich de verontwaardigde, oude columnisten van het lijf te houden, wordt de aandacht al weer in beslag genomen door bedreigingen van een onbekende maar blijkbaar machtige vijand. De bokser van het levensverhaal kan zich dan mooi van nut maken als uitsmijter en gelukkig is er ook een gangsterhoofdman die een zwak heeft voor de tijdelijke hoofdredacteur, omdat die ooit z’n verdwaalde hond bij hem heeft teruggebracht.
Laat ik ophouden met te proberen de plot samen te vatten. Op een gegeven moment woedt er in New York een heuse gangsteroorlog en dat alleen omdat Psmith weigert om zijn kruistocht tegen de anonieme huisjesmelker, die een invloedrijk politicus blijkt te zijn, op te geven. Zoenoffers worden door hem verontwaardigd van de hand gewezen onder het slaken van de uitroep: “Cozy Moments will not be muzzled”. Het is een slogan die ik graag tot de onze maak, net als Christopher Hitchens, een bekende Engelse journalist, correspondent in de VS heeft gedaan. De tekst hangt boven z’n bureau. Die wijsheid heb ik uit een artikel in een Engelse krant over beroemde romans waarin de journalistiek op de hak wordt genomen. Door dat artikel raakte ik geïnteresseerd in het boek van Wodehouse.
Maar het viel niet mee om Psmith Journalist te pakken te krijgen. Blijkbaar staan Jeeves&Wooster tegenwoordig hoger aangeschreven, want boeken met die hoofdpersonen worden regelmatig herdrukt. Boeken met Psmith zocht ik tevergeefs, ook in antiquariaten en in de Haagse bibliotheek. Gelukkig is er nog altijd het onvolprezen leenverkeer, dat ervoor zorgt dat een boek dat waar dan ook in Nederland in een openbare bibliotheek aanwezig is, kan worden aangevraagd. Het kost tegenwoordig anders dan vroeger wel geld, maar voor vier Euro (en als je alleen al de transportkosten rekent is dat natuurlijk eigenlijk niks!) kreeg ik drie weken de beschikking over een eerste druk, uit de collectie van de Maastrichtse bibliotheek.
Het is de leukste ‘Wodehouse’ die ik ooit gelezen heb. Niet alleen omdat deze me steeds aan De Leunstoel deed denken, hoewel dat een bonus was, maar ook omdat ik de plot ervan veel leuker vond dan in andere boeken van dezelfde schrijver. Het idee om een gangsteroorlog te laten uitbreken rondom een blaadje als Cosy Moments vind ik echt briljant. Meestal ontbreekt een dergelijk centraal thema in zijn boeken en dan blijven alleen de leuke zinnen en dialogen over. Wodehouse schreef zo snel en soepel tekst dat hij altijd verlegen zat om goede plots. Daar zat hij vreselijk op te zwoegen. Dat bleek mij uit de biografie van Frances Donaldson die ik laatst bij een modern antiquariaat kocht.
Nu stelde hij ook wel bijzondere eisen aan z’n plots. Naar zijn inzicht kwam zijn stijl het beste tot zijn recht in een soort van Jan Klaasen en Katrijn verhalen, met spelers die karikaturen zijn in plaats van echte mensen: de jonge zoon van adellijke komaf, een butler, een trouwgrage jongedame, een Amerikaanse oom, een cricketheld. Geen mensen van vlees en bloed, maar karakters die afkomstig lijken uit, in zijn tijd al gedateerde, toneelstukken. Pas als hij een plot had waarin deze types elkaar voor de zoveelste manier enigszins geloofwaardig voor de voeten liepen, ging het schrijven hem echt gemakkelijk af. En daarom zat hij altijd voor hij feitelijk ging schrijven te zwoegen op een schema en was hij heel dankbaar als iemand hem een idee aanreikte. Het navrante is dus dat het heeft geresulteerd in bijna honderd boeken die je niet moet lezen vanwege de plot (Psmith Journalist uitgezonderd), maar vanwege het soepele taalgebruik en de fantastische dialogen.
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis? Zie www.theovandenoever.nl |
||||
© 2007 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |