archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 6 Jaargang 4 18 januari 2007 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Nog eens de Top 2000 | Henk Klaren | |||
In mijn tienertijd waren de popprogramma’s op de radio dun gezaaid. Je had Tijd voor Teenagers, ’s zaterdags om kwart over één. Dan moest je nog een beetje opschieten om uit school op tijd bij de ouderlijke draadomroep te zitten. De jongens uit de omliggende dorpen, die nog een eind moesten fietsen om thuis te komen moesten wel erg opschieten om het begin niet te missen. Bovendien moest je het geluk hebben, dat één van je ouders niet iets anders wilde horen op de radio. Je eigen radio op je kamer was toen nog geen gemeengoed. Daar zou ik in de winter ook niet veel aan hebben gehad. Dan was het veel te koud op mijn kamer. Ook centrale verwarming was toen nog niet overal aanwezig.
‘Tijd voor Teenagers’ werd gepresenteerd door Herman Stok, een meneer met een stropdas. Later kwam er dinsdagmiddag nog een programma met Jos Brink als presentator, ook echt rock ‘n roll. Op een Duitstalige zender had je een programma met ene Chris Howland. Dat was een Britse ex-militair, die in Duitsland was blijven hangen. Hij sprak met een accent dat vermoedelijk als vertederend werd ervaren bij de oosterburen, want hij was erg populair. Hij had begrijpelijkerwijs wat moeite met naamvallen: “die, der, das oder dem”, zei hij vaak. Hij heeft zelf nog een hitje gehad met het nummer Fraulein. Ik ken er nog hele lappen tekst van uit mijn hoofd. Hij draaide wel de goede muziek. Als ik me goed herinner was Chris Howland op donderdag van half acht tot half negen. Voor mij was de pret om acht uur altijd voorbij, want dan werd hij van de draadomroep gehaald.
Op mijn eerste piepkleine studentenkamertje werd het beter. Ik had een plastic radiootje en kon radio Luxemburg ontvangen. Dat waren programma’s in het Engels. Ik weet nog goed hoe trots ik op mezelf was, toen ik een soort cabaretprogramma kon volgen, waarin alle woorden die als getallen klonken werden vervangen door het volgende getal. Don Juan werd Don Two en anyone for tennis: anytwo for elevenis.
Het was dus een beetje behelpen met de popmuziek op de radio. Een verschijnsel als de Top 2000, tussen Kerst en Oud en Nieuw non-stop op Radio 2 was – zelfs toen de sixties al lang begonnen waren – geheel ondenkbaar. Vorig jaar schreef ik al een stukje over het fenomeen.* Ik sta er nog helemaal achter. 2000 nummers, een week lang onafgebroken muziek en dan zoveel prachtige muziek die ontbreekt! Van de mensen waarover ik de afgelopen tijd in De Leunstoel heb geschreven komen de Kinks het meest voor (11x plus éénmaal Dave Davies solo). Bob Dylan staat er tien keer in en Springsteen acht keer. Voor de rest is het zoeken met een lantaarntje. En als je ze dan vindt zijn het vaak de wat obligate hitjes.
De makers van het begeleidende TV-programma de Top 2000 a Go-Go hebben het bezwaar kennelijk ook gezien. Het programma kende een rubriek, waarin een bekende Nederlander een lans mocht breken voor een artiest of een nummer dat ten onrechte niet of te laag in de lijst stond. Tot mijn verbijstering vond Claudia de Breij, dat Barbra Streisand erg ondergewaardeerd was. Ze maakte nog een punt van de juiste uitspraak van de achternaam van die –uh- zangeres. Het leverde soms ook geweldige televisie op, zoals toen acteur Frank Lammers opkwam voor AC/DC. Je zou bijna een CD van die lieden gaan kopen. Ik denk dat veel liefhebbers inhoudelijk wel een uurtje Top 2000 a Go-Go zouden kunnen vullen met ondergewaardeerde nummers. Leo Blokhuis, co-presentator en tegenwoordig onontkoombaar deskundige, voorop, lijkt me.
Maar dat is ook niet zo gek. De lijst wordt door de luisteraars samengesteld uit een groslijst van slechts 4.000 titels. De luisteraar kan daar nummers aan toevoegen, maar hoe later dat gebeurt, hoe minder kans op stemmen. Wat de criteria zijn voor opname in de groslijst weet ik niet, maar het zullen wel hits geweest moeten zijn. Het heet tenslotte de Top 2000. En daarom vind je bijvoorbeeld geen geweldige albumtracks, die nooit op een hitlijstje hebben gestaan. En bovendien: een verkiezing waar iedereen aan kan meedoen levert per definitie iets op waar de gemiddelde luisteraar mee uit de voeten kan. En laten we eerlijk zijn, het is best leuk al die oude en nieuwe hitjes weer eens te horen. Volgend jaar schrijf ik er niet weer over.
* De Leunstoel, jaargang 3, nummer 6, 19 januari 2006.
|
||||
© 2007 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |